Rijksuniversiteit Groningen blijft toch samenwerken met omstreden Confucius Instituut

26 maart 2021Leestijd: 5 minuten
Het academiegebouw in Groningen. Foto: ANP

De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) blijft toch samenwerken met het Chinese Confucius Instituut. Wel beëindigt de universiteit dit jaar de samenwerking tussen de leerstoel Chinese taal- en letterkunde en de Chinese organisatie Hanban. Vorige maand zwol de kritiek aan, omdat er sprake zou zijn van beïnvloeding vanuit China bij de leerstoel Chinese taal en cultuur. In veel meer westerse landen verbreken kennisinstellingen de banden met Confucius Instituten. Waarom ligt de samenwerking zo gevoelig?

Update 15.45Dit artikel is deels aangepast. Uit berichtgeving vrijdagochtend 26 maart zou blijken dat de Rijksuniversiteit de banden met het Confucius Instituut Groningen dit jaar stopzet. Dat is niet het geval, schrijft de universiteit vrijdagmiddag in een verklaring.  De universiteit beëindigt wel een andere overeenkomst tussen de leerstoel Chinese taal- en letterkunde en de Chinese organisatie Hanban, die dit jaar zou aflopen. De banden met het Confucius Instituut in Groningen blijven bestaan.

Er is onduidelijkheid ontstaan over de samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen het het Confucius Instituut. Sinds 2016 heeft de RUG banden met het instituut, dat op de universiteit onder meer lessen Chinese taal en cultuur verzorgt. Vorige maand publiceerde de NOS over een contract tussen de Groningse universiteit en het Chinese instituut. In de overeenkomst zou staan dat de hoogleraar Chinese taal en cultuur voor de helft wordt betaald door het Chinese Confucius Instituut en dat het de hoogleraar verboden is om ‘het imago van China te beschadigen’. Ook zou de hoogleraar zich aan de Chinese wet moeten houden.

Lees ook het recente interview met bestuursvoorzitter van de RUG Jouke de Vries: ‘Touwtrekken, weerstand overwinnen, dat ligt me wel’

Hierover werden Kamervragen gesteld. Volgens demissionair minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven (D66) klopt het bericht van de NOS niet helemaal. De hoogleraar staat onder contract van de RUG en wordt ook volledig door die universiteit betaald, schreef Van Engelshoven deze week in antwoord op Kamervragen. Wel ontvangt de RUG een vergoeding van Hanban voor de kosten van de leerstoel. De minister schrijft ook dat de RUG de overeenkomst met Hanban, het Chinese hoofdkwartier van de Confucius Instituten, dit jaar niet zal verlengen.

Maar dit betekent niet dat RUG de banden verbreekt met het Confucius Instituut, zo laat de universiteit vrijdagmiddag weten in een verklaring. Volgens de RUG zijn er twee overeenkomsten. Een met het Confucius Instituut en een tussen de leerstoel Chinese taal- en letterkunde en Hanban. De laatste overeenkomst zou dit jaar aflopen en de RUG heeft besloten deze niet te verlengen.

Confucius Instituut

De instituten zijn vernoemd naar de Chinese wijsgeer uit de zesde eeuw voor Christus. In 2004 opende het eerste Confucius Instituut in Seoul, Zuid-Korea. Sindsdien doken ze over de hele wereld op. In 2019 waren het er zo’n 550. De Confucius Instituten zijn ondergebracht bij buitenlandse universiteiten of hogescholen en verzorgen daar primair Chinese taalcursussen.

Verlengstukken van de Chinese staat

De openbaarmaking van het contract met het Confucius Instituut leidde tot veel ophef in de academische wereld. In februari begonnen Chinese studenten in Groningen met de universiteitsraadspartij De Vrije Student een petitie om de samenwerking van de RUG en het Confucius Instituut stop te zetten. Door Chinese beïnvloeding vanuit het Confucius Instituut durven zowel studenten als medewerkers niet meer alles te zeggen. De RUG benadrukt dat academische vrijheid het belangrijkste uitgangspunt is voor de universiteit.

De Confucius Instituten worden aangestuurd door de Chinese overheid en zijn daarmee ‘verlengstukken van de Chinese staat’, zo oordeelde onderzoeksinstituut Clingendael vorig jaar in een rapport. Volgens experts is het dan ook problematisch dat Confucius Instituten, die worden aangestuurd door een land waar maar beperkte academische vrijheid geldt, onderwijs verzorgen op Nederlandse kennisinstellingen.

Academische vrijheid in gevaar

Doordat Confucius Instituten gelieerd zijn aan de Chinese overheid botsen ze in veel landen met de daar geldende opvattingen over academische vrijheid. De staatkundige status van Tibet en Taiwan en het Tiananmenprotest in 1989 dat bloedig werd neergeslagen, gaan medewerkers van Confucius Instituten tijdens lessen en bijeenkomsten liever uit de weg.

Daarnaast wil China sinds enkele jaren via de Confucius Instituten betrokken raken bij China-onderzoek op de gelieerde universiteiten. Ook organiseren de instituten evenementen en bijeenkomsten over thema’s die voor China van belang zijn. Zoals het Belt and Road Initiative, het strategische ‘samenwerkingsproject’  van China dat ook wel de Nieuwe Zijderoute wordt genoemd. Het Confucius Instituut is daarmee een belangrijk instrument in de verspreiding van de Chinese ideologie, soft power dus. Maar door Chinese censuur en betrokkenheid raken de academische vrijheid en wetenschappelijke integriteit van universiteiten in het geding.

Meer over de Chinese strategie in dit commentaar: Langzaam maar zeker isoleert de vrije wereld Xi’s horrorregime

Daarnaast wordt het Confucius Instituut ook in verband gebracht met spionage. In België verbrak de Vrije Universiteit Brussel de banden met het lokale Confucius Instituut wegens vermeende spionage door de Chinese directeur Xinning Song. Hij zou hebben samengewerkt met de Chinese inlichtingendienst en mocht België en de Schengen-zone niet meer in.

Universiteiten verbreken banden

Het is reden voor veel kennisinstellingen om de banden te verbreken. Vooral in Noord-Amerika, waar de meeste instituten zijn gevestigd, ligt het Confucius Instituut de laatste jaren onder vuur. De Amerikaanse National Defense Authorization Act uit 2018 zorgde ervoor dat kennisinstellingen in de Verenigde Staten met een Confucius Instituut een deel van hun overheidsfinanciering kwijtraken. De toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo kondigde vorig jaar aan dat de Verenigde Staten Confucius Instituten beschouwen als een buitenlandse missie van de Volksrepubliek China. Chinese medewerkers moeten zich registreren en zich houden aan beperkingen die vergelijkbaar zijn met die voor diplomatieke ambassades. Pompeo noemde het Confucius Instituut een ‘organisatie die wereldwijde propaganda en kwaadaardige beïnvloeding door Peking op Amerikaanse campussen bevordert’.

Ook Australië nam verregaande maatregelen. In Europa zette Zweden grote stappen door vorig jaar alle overeenkomsten met de vier instituten in het land te verbreken. In Frankrijk en Duitsland verbraken universiteiten de banden met het instituut.

Op dit moment heeft de Zuyd Hogeschool in Maastricht als enige kennisinstituut in Nederland nog banden met een Confucius Instituut. De Universiteit Leiden beëindigde in 2019 de overeenkomst met het Chinese instituut. Niet wegens de kritiek op het instituut, maar omdat de activiteiten van het instituut niet meer zouden aansluiten bij de China-strategie van de universiteit, aldus de officiële verklaring.