Struisvogelbeleid doet dubbele nationaliteit niet verdwijnen

04 augustus 2015Leestijd: 4 minuten
'ANP'

Eerst deed Den Haag net of de dubbele nationaliteit irrelevant is. Sinds 1 januari is zelfs de administratie van de dubbele nationaliteit door minister Plasterk geschrapt. Nederland struisvogelt wat af met de dubbele nationaliteit.

Begin 2014 waren er 1,3 miljoen Nederlanders die ook nog een andere nationaliteit hebben. Hoeveel het er nu zijn is onbekend en blijft onbekend. Op voorstel van PvdA-minister Ronald Plasterk is twee jaar geleden besloten dat de andere nationaliteit niet meer wordt opgeslagen in de bevolkingsadministratie. De al bestaande administratie van de dubbele nationaliteit is gewist.

Vervelend

Het is een opvallend voorbeeld van struisvogelbeleid. Vooral ter linkerzijde gold de dubbele nationaliteit als een vervelende kwestie. Tegen beter in is steeds beweerd dat als je Nederlander bent alleen de Nederlandse nationaliteit er toe doet. De nationaliteit van het herkomstland zou irrelevant zijn geworden.

Dat was ook al een soort struisvogelbenadering, want een land als Turkije vindt helemaal niet dat de Turkse nationaliteit er niet meer toe doet als iemand tevens Nederlander is geworden. Turkije ziet juist het Nederlanderschap als irrelevant.

Turkse mannen moeten nog steeds in Turkse militaire dienst en wie het waagt om bijvoorbeeld de massamoord op Armeniërs van een eeuw geleden ‘genocide’ te noemen riskeert serieuze Turkse gevangenisstraffen.

Onmogelijk

Het tegen beter weten in irrelevant verklaren van de oude nationaliteit bij verkrijging van het Nederlanderschap is een kwart eeuw geleden begonnen door toenmalig premier Ruud Lubbers (CDA). Die had zich door het latere GroenLinks-kamerlid Mohammed Rabbae laten overtuigen dat het voor de integratie van allochtonen veel beter zou zijn als ze Nederlander konden worden.

En als ze niet van hun oude nationaliteit af konden – zoals in het geval van Marokkanen – of die niet kwijt wilden, dan moest Nederland daar geen probleem van maken.

Nu was en is het zo, dat Nederland zich ook in internationale verdragen heeft gebonden aan het onmogelijk maken van de dubbele nationaliteit.

Maar Lubbers en diens partijgenoot Ernst Hirsch Ballin, de toenmalige minister van Justitie, losten dat op door zoveel uitzonderingen mogelijk te maken dat de in feite verboden dubbele nationaliteit feitelijk staande praktijk werd. Ongeveer 80 procent van wie zich tot Nederlander laat naturaliseren behoudt in de praktijk ook de oude nationaliteit.

Het leidde met name begin 2007 tot een heftig politiek debat, toen PVV-kamerlid Sietse Fritsma bezwaar maakte tegen de dubbele nationaliteit van de pas aangetreden PvdA-staatssecretarissen Nebahat Albayrak (Turks) en Ahmed Aboutaleb.

Je kunt niet twee heren dienen, zo redeneerde Fritsma, en de aangezien het hebben van een nationaliteit gepaard gaat met rechten en plichten mag een dienaar van de kroon geen andere nationaliteit dan de Nederlandse hebben.

Generaties

Fritsma had gelijk, hoe pijnlijk wellicht ook voor de betrokkenen. Niettemin sprak een groot deel van de Tweede Kamer schande van wat gezien werd als een vuige insinuatie dat de staatssecretarissen in persoon niet loyaal zouden zijn aan Nederland.

Dat kan meegespeeld hebben voor PvdA-minister Ronald Plasterk om al meteen na zijn aantreden als minister van Binnenlandse Zaken eind 2012 met het plan te komen om de dubbele nationaliteit uit de bevolkingsadministratie te schrappen.

Zijn officiële motief luidde dat het kabinet zo tegemoet kwam ‘aan de wens van mensen die een dubbele nationaliteit hebben, maar die daarmee in het dagelijks leven niet en vele generaties lang geconfronteerd willen worden’.

Blindemannetje

Hoe Plasterk aan die wetenschap kwam bleef onduidelijk, zoals ook de Raad van State constateerde. Die zei dat de minister volstond met het stellen dat er een gevoelig maatschappelijk probleem zou zijn, zonder dat op enige wijze wordt onderbouwd waaruit dat gebleken zou zijn en hoe groot die groep dan wel zou zijn.

Maar zowel de Eerste en de Tweede Kamer stemden in. En zo werd de dubbele nationaliteit uit de bevolkingsadministratie gewist – uiteraard zonder dat die daarmee ook verdwenen zou zijn.

De Nederlandse overheid speelt gewoon voor blindemannetje: eerst wordt ten onrechte en in strijd met de feiten gedaan of het hebben van een tweede nationaliteit irrelevant is. Om dat struisvogelproces te completeren is de administratie en de statistiek van de tweede nationaliteit opgeheven.

Wegpoetsen

Ondertussen is het wegpoetsbeleid van Plasterk in volstrekte tegenspraak met ander kabinetsbeleid. Minister Lodewijk Asscher (ook PvdA) wil bijvoorbeeld de greep van de Turkse overheid op Nederlandse Turken verminderen. En die greep verloopt voor een belangrijk deel via het Turkse staatsburgerschap van Nederlandse Turken.

Een tweede voorbeeld. De achtereenvolgende ministers van Justitie, de VVD’ers Ivo Opstelten en Ard van der Steur, willen de Nederlandse nationaliteit van jihadisten intrekken.

Dat kan in de praktijk alleen als de betrokkene nog een andere nationaliteit heeft – de Marokkaanse, bijvoorbeeld – omdat verdragen verbieden mensen statenloos te maken. Ook dan telt, zij het via een omweg, de tweede nationaliteit in de ogen van de Nederlandse overheid dus plotseling weer wel.

Discriminatie

Overigens raken Nederlanders die een andere nationaliteit aannemen het Nederlandse staatsburgerschap automatisch kwijt. Wie de Nederlandse nationaliteit aanneemt mag de oude houden en diens dubbele status wordt onder het tapijt geveegd.

Maar wie Nederlanders is en er een tweede bij wil nemen wordt meteen gestraft met afname van de Nederlandse nationaliteit. De Nederlandse staat speelt niet alleen voor blindeman, de Nederlandse staat discrimineert ook zijn oude staatsburgers in vergelijking met zijn nieuwe staatsburgers.