Het gebrekkige zelfbeeld van EU-politici is levensgevaarlijk

18 augustus 2015Leestijd: 3 minuten
'Peter ter Mors'

De Europese Unie wordt door de rest van de wereld gezien als een expanderend rijk. Het negeren van die visie is gevaarlijk.

Om een heldere blik op jezelf te krijgen, helpt het vaak om door de bril van een ander te kijken. Neem de Europese Unie (EU).

Rusland ziet de Unie als een agressief expanderend rijk. In de Arabische wereld wordt de Unie begrepen als een christelijk-liberale zendingsorganisatie. China probeert zijn bevolking weg te houden van de Europese cultuur.

Wie dat in Brussel voorlegt aan politici, diplomaten en ambtenaren stuit vaak op een verontwaardigd en hevig protest. De Europese Unie is geen agressief rijk, niet christelijk noch liberaal, klinkt het dan. De Unie is een internationale verdragsorganisatie waarvan landen onder bepaalde voorwaarden lid kunnen worden. Zij is de hoeder van de universele rechten van de mens, democratie en vrij verkeer van goederen en personen. Dat is geen rijk.

Dat mag het zelfbeeld van de Unie zijn, maar daarbuiten gelooft niemand dit. Die misconceptie is levensgevaarlijk.

Het belangrijkste kenmerk van een rijk is dat het expansief is. Telkens op zoek naar meer territorium, onderdanen en mogelijkheden om de eigen cultuur aan anderen op te dringen. Han-Chinezen hebben van China een rijk gemaakt door vele volkeren te onderwerpen. Het ooit kleine koninkrijk Moskovië veroverde zoveel grond dat het grootste land ter wereld ontstond, Rusland.

Wereldstandaard

Juist omdat deze landen zelf rijken zijn die via agressieve expansie hun macht hebben vergroot, herkennen hun leiders in de Unie een rijk. Immers, de Unie heeft zich sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1951 door zes landen in het hart van Europa uitgebreid tot 28 lidstaten. En die expansie is nog niet ten einde.

Het gebied strekt zich intussen uit van Noord-Afrika tot aan de Noordpool en van de Iers-Atlantische kust tot vlak bij Istanbul, Sint-Petersburg en Israël. De bevolking telt 510 miljoen mensen. Op hun paspoort staat eerst ‘Europese Unie’, dan pas de naam van hun land.

Wie vanuit Rusland of Turkije Estland of Griekenland binnenkomt, wordt verwelkomd in de Europese Unie. De Unie opent wereldwijd ambassades. Onder meer in kandidaat-lidstaten. Via die ambassades geeft de Unie geld  aan ‘kandidaten’ als Macedonië, Servië en Montenegro, mits ze doen wat Brussel wil.

Minder zichtbaar is dat de Unie één markt is, qua koopkracht zelfs de grootste ter wereld. Iedereen die iets wil verkopen in de Unie, moet aan Uniestandaarden voldoen. De EU exporteert zo Unie-eisen en zet de wereldstandaard.

Wapenwedloop

Waarom is ontkenning in de Unie van empire-building zo gevaarlijk? De Australische historicus Christopher Clark leert ons in Slaapwandelaars (2014) dat de Eerste Wereldoorlog ontstond doordat de hoofdsteden van de toenmalige rijken elkaar niet verstonden. Elk rijk zag de eigen troepenopbouw als verdedigend, terwijl anderen dit zagen als een daad van agressie. Hierop volgde een wapenwedloop.

De Unie heeft geen leger zoals de rijken hadden die de Eerste Wereldoorlog uitvochten. Zij gebruikt middelen als sancties (tegen Rusland) en subsidies (aan Oost-Europese niet-Unielanden) en sponsort wereldwijd democratische bewegingen. Ook pleit de Unie overal voor mensenrechten als vrijheid van godsdienst.

Dit kan worden beschouwd als een wereldwijd beschavingsoffensief. Maar dat gaat ervan uit dat westerse waarden superieur zijn. Andere culturen zien dat niet zo. Zo hebben de Amerikanen dat ook ervaren toen zij wereldwijd democratie wilden brengen.

Russen willen een sterke leider, het gros van de Chinezen vindt te veel vrijheid gevaarlijk. Veel Arabieren verkiezen de islam boven liberalisme. Zowel in de Arabische wereld als in China worden kerken gesloopt om het westerse christendom terug te dringen. Rusland heeft met geweld de expansie van de Unie in Georgië (2008) en Oekraïne voorlopig tot staan gebracht.

Regeringsleiders uit de EU zouden eens wat vaker door de bril van de leiders van andere rijken moeten kijken. Zo niet, dan vallen er meer en gewelddadige botsingen te verwachten.

Elsevier nummer 34, 22 augustus 2015