Het blijft opvallend: Rutte die belooft wat hij niet kan beloven

17 juli 2015Leestijd: 3 minuten
'ANP'

Nadat is vastgesteld dat een belofte niet kan worden nagekomen, gaat de premier zonder veel omhaal over tot de orde van de dag.

Voordat Mark Rutte een kleine vijf jaar geleden premier werd, was hij fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer. Er mocht van de VVD-leider geen cent naar de Grieken. Er ging wel geld naar de Grieken, eerst 110 miljard en nadien nog eens 130 miljard euro. Bij die laatste 130 miljard zat Rutte zelf als premier van Nederland aan tafel in Brussel.

Op 4 september 2012 werd in theater Carré in Amsterdam een verkiezingsdebat gehouden. Daar zei Rutte ‘genoeg is genoeg’.

Er zou geen cent extra naar Griekenland gaan. Een paar dagen later, bij weer een lijsttrekkersdebat, zei Rutte dat het voor Nederland als handelsland, voor onze pensioenen en spaargelden, van groot belang was dat de eurozone bijeen zou blijven.

Eind november 2012 moest Rutte al toegeven dat hij zijn belofte van begin september gedeeltelijk had gebroken. De leiders van de eurolanden, onder wie Rutte, hadden namelijk besloten de rente voor Griekenland te verlagen tot bijna niets, en de rentebetaling en de aflossing op te schorten. Dat was weliswaar geen extra geld, maar Rutte gaf toe dat hij ‘een concessie’ had gedaan.

Niet bang

Zo werd het 2015. In Griekenland waren er weer verkiezingen. In tv-programma Buitenhof zei Rutte dat hij er niet van uitging dat Griekenland zou stoppen met hervormen en bezuinigen.

Begin februari – in Griekenland is inmiddels de radicaal-linkse beweging Syriza aan de macht – sluit Rutte wederom uit dat Nederland opnieuw betaalt voor Griekenland. Zo’n uitkomst, zei de premier in de Tweede Kamer, was geen denkbaar scenario, ‘gezien de kaders waarbinnen het kabinet onderhandelt met de Grieken’.

Hij zei verder dat Nederland ook niet zal opdraaien voor eventuele veranderingen in rentebetalingen en aflossingsverplichtingen van Griekenland.

Eind juni zei Rutte dat de gevolgen van een eventueel vertrek van Griekenland uit de eurozone voor Nederland beperkt zouden zijn, omdat de export naar Griekenland slechts 0,5 procent van de totale Nederlandse uitvoer zou bedragen.

Zoals hij ook in de voorgaande jaren stelde, zegt Rutte weer dat Nederland niet bang hoeft te zijn geld kwijt te raken aan Griekenland, omdat het geld desnoods via instanties als de ‘Club van Parijs’ wordt teruggehaald.

Op de ochtend van maandag 13 juli 2015, na een lange nacht vergaderen in Brussel, weten de regeringsleiders van de eurozone een akkoord te bereiken. Als alle horden worden genomen, gaat er de komende drie jaar nog eens 86 miljard euro als lening naar Griekenland, in ruil voor – wederom – bezuinigingen en hervormingen.

Verzachtende omstandigheid

Mark Rutte zegt meteen na die nachtelijke sessie dat hij zijn verkiezingsbelofte van 4 september 2012 heeft gebroken (nadat hij in november 2012 dus al had toegegeven dat hij die gedeeltelijk had gebroken). Hij noemde die gebroken belofte ‘ niet leuk’ en ‘een slechte zaak’.

Hij noemde het wel een verzachtende omstandigheid dat het de Nederlandse begroting niet zou raken, omdat het geld uit het eurohulpfonds ESM komt (waaraan Nederland uiteraard gewoon meebetaalt).

Mark Rutte heeft de afgelopen vijf jaar qua europroblemen veel gewild en veel verloren. Dat is niet zo opzienbarend voor een politicus die in eigen land geen meerderheid heeft en in Brussel al helemaal niet.

Opzienbarend is wel de stelligheid waarmee Rutte belooft wat hij niet kan beloven, en nadat de belofte niet kan worden nagekomen zonder veel omhaal overgaat tot de orde van de dag.

Nu zegt Rutte dat Griekse wanbetaling Nederland geen geld kost, terwijl al vaststaat dat door de uitgestelde rente en aflossing de waarde van de schuld aan Nederland al met 40 procent is verminderd. Nog maar drie jaar geleden moest Griekenland van Rutte in de euro blijven omdat dat zo belangrijk is voor de Nederlandse export, terwijl nu de Nederlandse export zo’n Grexit volgens Rutte wel kan velen.

Volgens Rutte was een intacte eurozone noodzakelijk voor de Nederlandse pensioenen en spaargelden. Nu kan iedereen weten dat het beleid van de Europese Centrale Bank om zuidelijke landen te redden ervoor zorgt dat spaarders nauwelijks rente krijgen en pen­sioenfondsen in de problemen komen.

Daar kan Rutte niet per se iets aan doen. Wel aan zijn eigen praatjes voor de vaak.

Elsevier nummer 30, 25 juli 2015