Experts genoeg, maar werken de deradicaliseringstrajecten wel?

02 juni 2015Leestijd: 3 minuten
'Freek van den Bergh/ANP'

Gemeenten zoeken naarstig naar ‘deradicaliseerders’ en experts – al lijken er inmiddels meer zelfverklaarde deskundigen te zijn dan teruggekeerde jihadisten. En het blijft twijfelachtig of de echte aspirant-jihadisten en terugkeerders worden bereikt.

Het begint een veelgehoorde verzuchting te worden onder universitair onderzoekers: roep jezelf uit tot expert op het gebied van radicalisering en deradicalisering en de subsidiekraan begint te stromen.

Met 190 vertrokken Syriëgangers, tientallen terugkeerders en honderden IS-sympathisanten in ­Nederland, zoeken gemeenten naarstig naar ‘deradicaliseerders’ en experts – al lijken er inmiddels meer zelfverklaarde experts te zijn dan teruggekeerde jihadisten.

Daarbij worden helaas geen lessen uit het verleden getrokken, bijvoorbeeld dat nog niemand is gederadicaliseerd door een cursus of programma. Als iemand zijn denkbeelden al bijstelt, dan gebeurt dat doorgaans op eigen initiatief.

Zo deradicaliseerden de voormalige Hofstadgroepleden Soumaya S. en Jason W. in de gevangenis door studie en gesprekken, niet door een vooropgezet programma. Maar Ismail A., eveneens lid van de Hofstadgroep, koestert nog steeds jihadistische opvattingen.

Pseudo-experts

Hoewel hij in 2008 vrijkwam en volgens ingewijden een deradicaliseringstraject heeft doorlopen, konden goedbedoelde initiatieven niet verhinderen dat hij begin 2013 naar Syrië vertrok om daar te strijden.

Ook inlichtingendienst AIVD constateerde al in 2010 in een notitie dat het vrijwel onmogelijk is om iemands jihadistische gedachtegoed te veranderen. Hooguit kunnen een gezin, baan en studie een gedragsverandering bewerkstelligen. Het is dan ook niet zo vreemd dat het kabinet-Rutte I een jaar later de stekker trok uit alle lopende projecten.

Die hadden in vier jaar tijd zo’n 28 miljoen euro gekost en de nodige pseudo-experts en opportunisten aangetrokken. Helaas zijn destijds de uitkomst en effecten van al die initiatieven nooit geëvalueerd, niemand weet of het überhaupt heeft gewerkt. Dergelijke kennis was nuttig geweest nu dezelfde projecten nieuw leven wordt ingeblazen en het Rijk wederom op verschillende niveaus gretig financiert.

Daadkrachtig

Onlangs maakte het kabinet bekend 11,5 miljoen euro extra ter beschikking te stellen in de strijd tegen radicalisering. Die miljoenen vormen een riante aanvulling op incidentele subsidies die al ad hoc zijn verstrekt. Zo vertrok een groep Syriëstrijders in 2013 vanuit de Zoetermeerse moskee Al Qibla, geïnspireerd door hun eigen imam, die de jihadisten achterna reisde.

Hoewel betrokkenen en hun inspirator al waren gevlogen, stelde de gemeente Zoetermeer 60.000 euro ter beschikking om achteraf alsnog radicalisering binnen de Al Qibla-moskee tegen te gaan. Wie zij nu nog moeten gaan deradicaliseren, is onduidelijk, maar het staat wel daadkrachtig.

Ook bij andere projecten is het twijfelachtig of de echte aspirant-jihadisten en terugkeerders worden bereikt. Deelname valt of staat met vrijwillige medewerking van de betrokkenen – die afhaken als ‘liberale imams’ een morele draai aan hun ideologie willen geven.

Antidemocratisch

Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, staan de meeste ingehuurde ‘experts’ niet op de loonlijst van de ministeries. Zij worden via stichtingen en bv’s betaald, om hun relatie met de overheid te verbergen.

Op die manier worden ook ‘deradicaliseerders’ aangesteld die omstreden zijn wegens gerommel met subsidies in het verleden, of van wie bekend is dat zij antidemocratisch gedachtegoed aanhangen – de AIVD waarschuwt al sinds 2007 voor deze laatste categorie.

Tweede Kamerleden Gerard Schouw (D66) en Ahmed Marcouch (PvdA) pleiten voor meer transparantie en een kritische blik ten aanzien van alle gesubsidieerde projecten en hun effect. Dat is een mooi streven, maar het zou beter zijn als de overheid besluit alleen te betalen voor projecten die in het verleden of in het buitenland aantoonbaar hebben gewerkt.

Hoe graag we ook willen horen dat radicalisering als probleem ‘beheersbaar’ is, vooralsnog zijn die bewezen deradicaliserende initiatieven er niet.

Elsevier nummer 23, 6 juni 2015