Hoe radicale moslims de gevaarlijke berichten over mij opvatten

04 oktober 2013Leestijd: 5 minuten

Shabir Burhani, die onder een pseudoniem berichten over mij verspreidt, representeert de gewelddadige propaganda van het salafisme. Hoe worden zijn teksten over mij en Ayaan Hirsi Ali geïnterpreteerd in radicale kringen?

Afgelopen zondag begon de dag met het bericht dat in Peshawar, Pakistan, een bomaanslag was gepleegd. Kort daarna werd een bomaanslag in Erbil (Irak) gemeld.

En halverwege de dag werd bekend dat een aanslag was gepleegd in een studentenslaapzaal in Nigeria. In alle gevallen zijn de daders islamitische terroristen met een gemeenschappelijke ideologie, het salafisme.

Verketterd

Dat is de achtergrond van de mondiale werkelijkheid waarin het verketteren van anderen niet langer een retorische vervloeking is. De Takfiri’s, daar gaat het om.

Takfir betekent anderen tot kafir verklaren. Aan deze kafir-verklaring koppelen de Takfiri’s strafmaatregelen. Wie door een Takfiri wordt verketterd is, afhankelijk van de omstandigheden, vogelvrij. Takfiri’s hebben een rivier van bloed veroorzaakt in Irak, door de sjiieten als kafir aan te merken.

Martelingen

In Afghanistan is iedereen die met de staat meewerkt als kafir, doelwit van aanslagen. De barbaarse bende van de Taliban en Al-Qa’ida martelt, verminkt en onthoofdt onschuldige burgers.

Ze hangen geregeld kinderen op die in hun ogen hebben samengewerkt met kafirs, en daardoor zelf kafir zijn geworden.

De inlichtingendiensten waarschuwden steeds voor de activiteiten van Takfiri’s als de radicaalste afdeling van het salafisme. Niet alle salafisten zijn bezig met moordpartijen. Een grote groep is bezig met dawa: het oproepen, uitnodigen tot islam.

Prominent

Maar de radicale dawa is niet zomaar een uitnodiging om moslim te worden. Het roept op om toe te treden tot het salafisme en alle onderafdelingen ervan.

In de sjiitische wereld gaat het om de toetreding tot de fundamentalistische sjiitische islam. We moeten niet vergeten dat het Openbaar Ministerie in de Hofstadgroep-zaak met overtuiging kunnen aantonen welke prominente plaats takfir innam in de misdadige ideologie van de groep.

Ontwrichten

De AIVD bracht daarover een apart rapport uit: Van dawa tot jihad. De opkomst van het islamitische neoradicalisme in Nederland. De AIVD zag na de moord op Theo van Gogh en de aanslagen in Madrid (2003) en Londen (2005) de radicale dawa als een groot risico voor de westerse samenlevingen:

‘Het zou veel te ver gaan om te beweren dat de radicale dawa in staat zou zijn om de democratische rechtsorde als geheel blijvend te ontwrichten. Maar het is wel legitiem te stellen dat de radicale dawa momenteel risico’s inhoudt met betrekking tot het onverkort functioneren van de democratische rechtsorde voor een gedeelte van de bruggers.’

Bekeerd

Nu, een paar jaar later, zijn deze risico’s getransformeerd in een regelrechte dreiging voor de democratische rechtsorde. Er zijn moslims die door dawa tot de radicale islam zijn bekeerd. Het zijn jihadisten geworden.

Ze vechten in Noord-Afrika, Syrië, Libië, Irak, Afghanistan en Pakistan. Ook zijn ze bereid om hier in Europa ernstige misdaden te plegen: de koelbloedige executies van Joden in Frankrijk en de wrede slachting van een Britse soldaat in Londen.

In het genoemde rapport schreef de AIVD dat 5 procent van de moslimbevolking in de westerse wereld ontvankelijk is voor de radicale islam. Daarvan zouden 10 procent kunnen radicaliseren in de richting van de jihad. Met hoeveel zouden ze nu zijn?

Nederland en België

Waarschijnlijk met veel meer. In Nederland en België is sprake van een explosieve toename van de aanhang van de radicale islam. Dat weten ook de bestuurders van de grote steden.

Deze nieuwe salafisten zijn niet te vergelijken met de leden van de Hofstadgroep. Ze zijn slimmer, en dieper verbonden met geweld, via de oorlogen in de islamitische wereld. Ismail Akhnikh, een voormalig lid van de Hofstadgroep vecht in Syrië mee met Al-Qa’ida-troepen.

Het zijn bendes die bijna vrijwel alle regels van het oorlogsrecht en de menselijkheid hebben geschonden.

Al-Afghani

Maiwand al-Afghani behoort tot salafisten die volgens eigen zeggen het verrichten van dawa tot taak heeft. In dat kader verspreidde hij een soort takfir-verklaring, waarin hij hernieuwde aandacht vroeg voor mij en Ayaan Hirsi Ali.

Laten we met zijn artiestennaam beginnen. ‘Al-Afghani’ is een Arabische aanduiding voor een Afghaan. Meneer heet geen Al-Afghani, geen enkele Afghaan heet Al-Afghani.

Zijn artiestennaam (zijn echte naam is Shabir Burhani) is een belediging voor alle Afghanen. Deze polder-Taliban representeert dat arme volk niet. Shabir Burhani representeert slechts de gewelddadige propaganda van het salafisme, inclusief de Takfiri.

Ahmed Marcouch

Hij verspreidt de boodschap van de radicale islam, inclusief de gewelddadige jihad, onder radicale moslims en moslims die nog moeten worden gerekruteerd.

Hij brengt zijn takfir-verklaring onder de aandacht van de radicale moslims. Voor minder voelde PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch zich terecht bedreigd toen imam Fawaz hem ‘munafiq‘ (hypocriet) noemde.

Het is een gevaarlijke koranische aanduiding. Onder druk trok Fawaz deze levensgevaarlijke kwalificatie in. Nu gaat Burhani voor mij en Ayaan nog een stap verder: we zijn afvalligen voor wie Allah iets moet doen, hier en nu.

Welbewust

Hoe wordt dat geïnterpreteerd in radicale kringen?

Het betekent een plicht voor een radicale moslim om Allah een plezier te doen om zijn vonnis te voltrekken: ook Ayaan en Van Gogh werden op deze wijze behandeld door imam Fawaz.

In een reeks berichten waarin ik voorkom, refereert Burhani welbewust aan imam Fawaz: ‘Sheikh Fawaz Jneid had ooit Ayaan Hirsi Ali tongkanker toegewenst, toen ze samen aan het werken was met Theo van Gogh in anti-islamitische activiteiten. Wellicht zal zij het ook krijgen misschien, allahu a’lam.’

Wakker

Meneer, broeder, of polder-Taliban Burhani, u moet niet denken dat we naïef of idioot zijn. We zijn wakker. Het verspreiden van dit soort radicale boodschappen onder radicale moslims moet worden bestreden.

De vraag is nu: zijn de Nederlandse autoriteiten wakker? Werkt het antiterrorismesysteem optimaal?

Deze vragen beantwoord ik maandag.