Invallen bij Bandidos: outlaw-motorclubs in cijfers

27 mei 2015Leestijd: 2 minuten
'ANP'

De politie in Limburg heeft woensdagochtend op ruim 25 plaatsen invallen gedaan op adressen die worden gebruikt door motorclub de Bandidos. Voorzitter Harry Ramakers van de Limburgse afdeling van Bandidos, zou zijn gearresteerd.

Dit schreef Elseviers Gerlof Leistra in februari over de opmars van organisaties met veel criminele leden.

Outlaw-motorclubs als Hells Angels, Satudarah, No Surrender en Bandidos zijn geen criminele organisaties, maar organisaties met verdacht veel criminelen als lid.

Binnen deze motorclubs zijn de president en zijn medebestuursleden de baas. Zelf lopen zij niet te leuren met drugs of wapens. Volgens opsporingsinstanties profiteert de club(leiding) indirect vaak wel van de illegale inkomsten.

Criminaliteit

De clubs zijn lastig te infiltreren en af te luisteren. Gevoelige communicatie heeft plaats via bikers die als koerier optreden. Internationale motorclubs zijn een ideaal vehikel voor criminaliteit.

Supportclubs knappen het vuile werk op. Als die zich hebben bewezen, kunnen ze lid worden. Soms gebeurt zo’n patch overonder dwang. De afgelopen jaren zijn de vier grootste clubs snel gegroeid. Steeds meer nieuwe leden hebben niet eens een motorrijbewijs.

In Scandinavië en Duitsland woedt al jaren een verhitte onderlinge strijd. In Nederland deden zich de nodige incidenten voor – moorden, bomaanslagen, bedreigingen – maar heerst al enige tijd gewapende vrede. Een bikerwar is tot op heden uitgebleven, maar de sfeer kan zomaar omslaan.

Clublid

De doorsnee-biker die op zijn Harley Davidson rondscheurt, is stevig gebouwd en zit onder de tattoos. Brothers gaan voor elkaar door het vuur. Type vrije jongen, 82 procent heeft een strafblad.

Volgens een politierapport zijn outlawbikers van oudsher actief in criminogene branches waar veel contant geld in omgaat: horeca, beveiliging, prostitutie, motoren, vechtsport, tattoo- en growshops. Er zitten ook ambtenaren en militairen bij, maar die moeten nu kiezen tussen baan en ‘hobby’.

Leden moeten de wekelijkse vergadering bijwonen, elkaar door dik en dun steunen en hun mond houden tegenover politie en justitie. Wie zich niet aan de clubregels houdt, vliegt eruit: out in bad standing. Dat klinkt harder dan het is. Op papier zijn ze vogelvrij, maar in de praktijk worden ze doodleuk lid van een concurrent. Clubliefde tot de dood kent dus haar grenzen.

Elsevier nummer 6, 7 februari 2015