Schilderswijkmoeders willen immigrantenvrouwen uit isolement trekken

23 september 2014Leestijd: 10 minuten

In de Haagse Schilderswijk wonen ondanks de vele hulporganisaties die daar zijn, relatief veel volledig geïsoleerde immigrantenvrouwen. Naar Berlijns voorbeeld trekt een groep vrijwillige moeders de wijk in om die vrouwen te activeren. ‘Al dertig jaar binnen. Wat voor leven heb je dan?’

Een keer werd ze in de Schilderswijk bedreigd op straat. Een Roma-man wilde haar slaan nadat ze had geopperd dat zijn vrouw op Nederlandse les moest. ‘Hij schreeuwde dat hij het niet nodig vond. Ik was niet bang, ik werd juist woedend en riep: “Ik ben jouw vrouw niet. Als je mij slaat, dan sla ik terug!” Daarna liep hij weg.’

Schilderswijkmoeders

De Roemeense Iuliana (34) vertelt het gelaten. ‘Ik begrijp nog steeds niet waarom vrouwen het toelaten dat mannen de sterkste zijn, ze hebben meer in zich dan ze denken. Maar ik heb ook geleerd dat iedereen anders is, dat sommige vrouwen al denken dat ze een goede man hebben als ze af en toe voor 5 euro een bloesje op de markt mogen kopen.’

Iuliana is een van de veertien Schilderswijk Moeders van het eerste uur. In Den Haag trekt in navolging van het succesvolle project Stadtteilmütter in Berlijn sinds september 2013 een groep van veertien moeders van zeven verschillende nationaliteiten de Schilderswijk in om immigrantenvrouwen uit hun isolement te halen. De moeders zoeken de vrouwen thuis op, gaan met hen koffiedrinken, wandelen of gaan naar de markt. Ze helpen met Nederlandstalige brieven aan instanties, attenderen hen op Nederlandse les, helpen met het vinden van de juiste hulporganisatie en houden contact om te kijken hoe het loopt.

Buurthuis

Op woensdagochtend loopt buurthuis De Mussen zoals elke ochtend vol met druk pratende vrouwen, sommigen met fleurige hoofddoeken, anderen met een afro of glanzend halflang haar. Of het nu gaat om Nederlandse les, koffieochtenden of voorlichting over wat te doen als je kind naar Syrië wil – de zalen zitten vrijwel steevast vol vrouwen die zelfredzaam zijn of het willen worden.

De bezoekers van De Mussen – wekelijks komen er zo’n 1.300 voornamelijk vrouwelijke buurtbewoners langs –kunnen zich niet voorstellen dat ze ooit ergens anders zouden wonen. Want er gaat niks boven de gezelligheid van de Schilderswijk en bovendien zit alles lekker dicht bij elkaar: consultatiebureaus, winkels, markten, scholen.

Een enkeling keek wel buiten de wijkgrenzen en verhuisde naar een rijtjeshuis met tuin in Zoetermeer. Maar toen de heimwee van langdurige aard bleek, trok het gezin terug naar een klein en vochtig appartement op driehoog. Het is de crux van de wijk: autochtone Nederlanders willen er niet naartoe verhuizen en allochtone bewoners willen er nooit meer weg.

Het gemêleerde team van Schilderswijk Moeders vergadert wekelijks om ervaringen uit te wisselen. De meesten hebben een zeer directe manier van reageren en nemen geen blad voor de mond. ‘Ik heb tegen mijn man gezegd dat ik dit jaar echt niet op familiebezoek wil naar Turkije. De vorige vakantie heb ik daar vijf weken lang staan koken en schoonmaken. Dit jaar blijven we lekker hier.’

Vaak neemt er iemand zelfgebakken taart mee, steevast wordt er gesproken over persoonlijke zaken. ‘Mijn broertje spreekt bijna geen Marokkaans. Maar mijn ouders spreken bijna geen Nederlands. Als ik bij hen kom eten, vraagt mijn broertje na afloop: “Wat zeggen ze allemaal tegen mij?”‘ Een Marokkaanse dertiger met hoofddoek legt voor welke kleur highlights ze bij de kapper zal nemen: karamel of toch blond?

Schrijnend

Intussen worden er schrijnende gevallen besproken van vrouwen die ze begeleiden. Bijvoorbeeld van een Iraaks gezin waarvan de vrouw ooit gedwongen met haar neef trouwde. Hij heeft een IQ van 75 en is daarmee zwakbegaafd. Inmiddels heeft hij 30.000 euro gokschuld opgebouwd en zit hele dagen in het theehuis. Zij mag van haar familie niet scheiden. Doet ze dat toch, dan is ze hun dochter niet meer. Toen hun vijftienjarige zoon het steeds vaker voor zijn moeder opnam, werd hij afgelopen mei na een familiebezoek door vader achtergelaten bij familie in Irak. Instanties zijn er inmiddels mee bezig. De moeders proberen een alternatief netwerk voor de vrouw te vormen, zodat ze weet dat ze op hen kan terugvallen als ze alsnog besluit te scheiden.

De missie om vrouwen zelfredzaam te maken, loopt moeizaam. Want emancipatie gaat weleens ten koste van het huwelijk. Tijdens een van de vergaderingen wacht een Somalische vrouw op de gang. Ze zit voorover gebogen en draagt een lang gewaad in verschillende tinten rood, met bijpassende hoofddoek.

Zelf is ze enkele jaren geleden met haar kind naar Nederland gekomen, ingeburgerd geraakt en geëmancipeerd. In het kader van gezinshereniging heeft ze nu ook haar Ethiopische man en hun dochter naar Nederland gehaald. Zij heeft van de vrijheid geproefd, hij wil weer de baas over het gezin zijn. Dat leidt tot fikse ruzies waarbij hij dreigt haar te vermoorden. ‘Ze had die man lekker daar moeten laten, gezinshereniging werkt niet,’ zegt een van de Marokkaanse moeders.

De vrouw heeft de nacht ervoor in paniek een Somalische moeder gebeld voor hulp, nadat haar man weer in woede ontstak. Omdat er geen plek is in de crisisopvang, slaapt de vrouw een paar nachten met haar kinderen bij de Somalische moeder in huis. Het Veilig Verder Team gaat nu met het gezin aan de slag.

Eenzaam

Veel Schilderswijk Moeders weten zelf hoe het is om geïsoleerd te zijn. Zo kwam Iuliana tien jaar geleden vanuit Roemenië naar Nederland. Ze studeerde daar rechten en werkte met mishandelde vrouwen. Na haar komst woonde ze jarenlang in Leiden en deed de pr voor een Haags hotel; inmiddels woont ze met haar zoontje van zes bij haar nieuwe vriend in de Schilderswijk. ‘Ik was ooit heel eenzaam en geïsoleerd, zeker nadat ik jaren terug van mijn man scheidde. Ik had graag iemand gehad voor advies, ook al heb ik mijn weg zelf gevonden.’

Dat geldt ook voor de Marokkaanse Amel (34). Ze groeide op in Amsterdam, maar verhuisde op haar zestiende naar Den Haag toen ze met haar man trouwde. Op haar achttiende kreeg ze haar eerste kind, in Den Haag kende ze niemand. ‘Ik heb het heel zwaar gehad. Maar ik heb niet binnen gezeten, wachtend tot iemand me mee naar buiten zou nemen. Ik ben zelf erop uitgetrokken om nieuwe mensen te leren kennen.’

Inmiddels zijn haar kinderen acht, twaalf en zestien jaar, heeft ze een mbo-opleiding sociaal-juridische dienstverlening afgerond en is ze op zoek naar een baan of een bbl-traject, waarin ze werken en leren kan combineren. ‘Vanuit mijn opleiding leek het me interessant om ervaring op te doen met het helpen van geïsoleerde vrouwen. Ze spreken de taal vaak niet en hebben weinig kennis van wat er in de buurt voorhanden is. Sommige vrouwen wonen hier al jaren en wisten niet eens dat er een buurthuis was.’

Tijden veranderen

De tijd dat allochtone vrouwen thuis blijven zitten, is volgens Amel sowieso voorbij – zeker als het gaat om Marokkaanse en Turkse vrouwen. Ze zijn bewust bezig met de keuze voor de school van hun kinderen, bezoeken ouderavonden en zijn meer betrokken bij de opvoeding dan hun ouders waren. ‘De geïsoleerde gevallen die wij helpen, zijn doorgaans vrouwen die in het kader van gezinshereniging hierheen komen en die nauwelijks Nederlands spreken. Als je de taal goed spreekt, kun je alles zelf regelen. De tweede en derde generatie Marokkanen zijn anders dan hun ouders. Ze beheersen de taal beter en zijn vertrouwd met de Nederlandse normen en waarden. Mijn moeder ging nooit met mijn broertjes mee naar het voetbalveld. Ik doe dat wel met m’n kinderen. Ik ben dol op voetbal. En ik ga met ze naar zwemles.’

Een van de vrouwen die ze begeleidt, is een vrouw van 73 die obsessief al het geld dat ze krijgt contant opspaart. Ze is heel achterdochtig dat iemand het geld van haar steelt, om die reden werd het contact met haar kinderen verbroken. Wanneer Amel haar opzoekt, mag ze alleen in huis op de bank zitten en verder nergens aankomen. ‘Ik ga wel eens met haar boodschappen doen. Dan neemt ze al dat geld mee in een karretje, omdat ze bang is voor inbraken.’

Nomadenbestaan

Iuliana begeleidt veel Roma-vrouwen die ondergronds leven en die het moeilijkst te bereiken zijn. Ze kreeg contact met hen via een vrouw die daklozenkranten verkoopt. ‘Roma-vrouwen staan nergens ingeschreven, zijn niet verzekerd en leiden een nomadenbestaan. Soms huurt iemand uit hun gemeenschap een huis, zet er stapelbedden in en verhuurt die bedden voor 8 euro per nacht. Dat gaat dan even goed, tot de huiseigenaar erachter komt en ze moeten vertrekken. Ze trouwen vaak op hun zestiende voor de eigen kerk en worden dan zwanger. Hun kinderen worden nergens ingeschreven en hebben geen nationaliteit.’

Twee vrouwen die ze helpt, waren hoogzwanger, maar hadden nog nooit een echo gehad. Een meisje van zestien voelde geen beweging meer in haar buik nadat ze door haar man was geslagen, maar durfde niet naar het ziekenhuis omdat ze geen ziektekostenverzekering had. Inmiddels zijn de vrouwen ingeschreven en verzekerd, het zestienjarige meisje is bevallen van een gezond kind.

Een andere Roma-vrouw van 25 bleek hiv te hebben, maar was door haar rondzwervende bestaan nauwelijks behandeld. ‘Inmiddels krijgt ze weer medicatie. Laatst belde ze me op en zei: “Ik leef nog, door jou.” Daar doe ik het voor, want het is ook frustrerend werk. Ze komen nooit op tijd, soms komen ze helemaal niet opdagen. Als ze om tien uur een afspraak in het ziekenhuis hebben, dan komen ze gewoon niet als ze liever willen uitslapen. Ik heb geleerd om geduld met ze te hebben, maar ik moest soms op mijn tong bijten om niet uit m’n dak te gaan. Inmiddels zeg ik gewoon dat de afspraak eerder is, zodat ik zeker weet dat ze op tijd komen.’

Nederlandse les

Iuliana probeert de vrouwen op Nederlandse les te krijgen, maar vooralsnog is dat niet gelukt. ‘Ze zeggen zelf dat ze niet mogen van hun man. Maar als ik het de mannen vraag, dan zeggen die dat ze geen bezwaar hebben. Veel Roma-vrouwen vinden het niet nodig om Nederlands te leren. Ze maken zich niet druk om de toekomst, ook niet om de toekomst van hun kinderen. Ze leunen graag op je, maar moeten er ook aan wennen dat ze zelf moeten meewerken aan de oplossing.’ Ook begeleidt Iuliana twee Marokkaanse vrouwen die juist liever door haar worden geholpen, omdat ze buiten hun gemeenschap staat.

Een van de uitgangspunten van de Schilderswijk Moeders is dat vrouwen zelf stappen ondernemen om zelfredzaam te worden. En dat is niet altijd makkelijk. Zo wordt een van de Marokkaanse vrouwen (die liever niet met naam wil worden genoemd) horendol van een vrouw die ze begeleidt.

‘Zelfs als haar koelkast stuk gaat, komt ze met het garantiebewijs en wil ze dat ik voor haar met de fabrikant bel. En als haar dochter met school gaat fietsen, belt ze me om half elf ’s avonds op of ik de volgende ochtend een fiets voor haar dochter kan regelen. Uiteindelijk kon ze de roze fiets van mijn nichtje lenen – met een mandje voorop. Maar ze weet toch al veel eerder dat zo’n fietsuitje eraan komt? Waarom belt ze me pas wanneer ik al in bed lig? Ik ben alles voor haar; van vreemdelingenadvocaat tot verwarmingsmonteur.’

Midden in de nacht

Andere moeders worden soms midden in de nacht gebeld. Niet omdat er acuut een noodsituatie is, maar omdat de vrouwen die ze begeleiden erg eenzaam zijn en uren willen praten. Daarom krijgen de deelnemende moeders assertiviteitstrainingen waarmee ze leren hun privéleven af te bakenen. En ze worden aangespoord om vrouwen voor specifieke problemen zo snel moge-lijk door te verwijzen naar professionals. Ook zijn er zelf-bewustwordingscursussen.Want ook al kunnen allochtone vrouwen zich wel redden, vaak zien ze zichzelf als ‘moeder van’, ‘dochter van’ en ‘vrouw van’. Als hun wordt gevraagd wat ze kunnen, zijn ‘schoonmaken’ en ‘koken’ de meest gegeven antwoorden. Antwoord op de vraag ‘wat wil ik?’ hebben velen niet.

De moeders zijn zo’n dag tot anderhalve dag per week kwijt aan het vrijwilligerswerk. Sommigen hebben naast hun gezin en hun buurtwerk ook nog een baan, vandaar dat erop wordt gelet dat de vrouwen niet overbelast raken; soms worden gevallen overgedragen. Voor hun buurtwerk hebben de meesten daarom een aparte telefoon, en kunnen ze zelf hun werktijden bepalen. In september gaan ze op excursie naar Berlijn, om kennis te maken met de moeders van project Stadtteilmütter.

Voor de deelnemende vrouwen betekent het project ook zelfontplooiing. Amel: ‘We zijn voor veel geïsoleerde vrouwen laagdrempeliger dan maatschappelijk werk. Maar ik heb geleerd dat het tijd kost om vertrouwen te winnen. Mensen vertellen je niet direct bij de eerste ontmoeting wat hun problemen zijn, die informatie komt in stukjes. Je moet er ook niet te veel naar vragen, zeker bij huiselijk geweld zijn vrouwen heel gesloten en keren ze zich snel af. Ze vertellen het vanzelf wel, als je terug blijft komen. Ik heb geleerd hoe met moeilijk benaderbare mensen om te gaan, en welke instanties hier allemaal in de wijk zitten. Dit werk maakt me heel rijk.’

Iuliana werkt momenteel niet, maar wil niet meer terug in de pr-sector. ‘Ik wil een richting studeren waarmee ik iets kan doen op het gebied van begeleiding en advies in de sociale sector. Met dit project leer ik dat mensen problemen kunnen hebben waarvan je niet eens wist dat ze bestonden. Hoe kan het dat sommige Marokkaanse vrouwen hier al dertig jaar binnen zitten en de taal niet spreken? Wat voor leven heb je dan?’