Koning Willem-Alexander als trendsetter in taal

16 september 2014Leestijd: 3 minuten

Staatshoofden en ministers spreken tijdens staatsbezoeken meestal hun eigen taal. Koning Willem-Alexander wijkt daarvan af. Tot ergernis van sommigen, maar hij houdt vol.

Prinses Beatrix en koning Willem-Alexander als trendsetters? Tot ergernis van Stichting Taalverdediging spreken zij tijdens officiële buitenlandse bezoeken en persconferenties en plein public vaak in een vreemde taal.

Ook Nederlandse ministers doen dat. Zoals minister Frans Timmermans (PvdA), die de Verenigde Naties toesprak in het Engels na het vliegtuigdrama in Oekraïne. Dat is ongebruikelijk in het internationale politieke verkeer. Maar dat verandert.

Bondskanselier Angela Merkel, die naast Duits goed Russisch spreekt, durfde het in februari aan om het Britse Lagerhuis in het Engels toe te spreken. Dat was nog nooit gebeurd. Ze maakte zelfs een geslaagd grapje. En dat terwijl Merkel geen Engels spreekt. Ze las van papier en had ongetwijfeld geoefend.

Lachen

De Belgische premier Elio Di Rupo spreekt slechts één van de drie officiële talen van zijn eigen land (Frans) en sprak toch in maart in het Engels de Amerikaanse president Barack Obama toe tijdens een herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Obama is wel wat gewend, maar leek nu moeite te doen om niet in lachen uit te barsten.

Zelfs president van Frankrijk François Hollande – die nauwelijks een woord over de grens spreekt – sprak in 2013 in India een mondje Engels, terwijl hij eerder verklaarde dat ‘een Franse president Frans spreekt’. Merkel, Di Rupo en Hollande zouden gedrieën zo in ‘Allo, ‘Allo!kunnen.

Dat is mede de reden dat de recente pogingen om een andere taal te spreken opmerkelijk zijn. Sinds de komst van de massamedia verschijnen toespraken en persconferenties in woord, beeld en geluid. Een foutje kon voorheen nog worden toegedekt, nu staat het staatshoofd of de minister te kijk voor de hele wereld.

Elke mislukte uitspraak of een verkeerd gekozen woord kan leiden tot onbegrip, hilariteit of een beledigde gastheer. Willem-Alexander verhaspelde in 2009 in Mexico een Spaanse zin en zei vertaald: ‘Een garnaal die slaapt, gaat naar de kloten.’ Toch houdt hij vol.

Verstaanbaar

Hij staat in een traditie: ook ministers van eerdere kabinetten spraken in vreemde talen, evenals Juliana en Beatrix als prinses en als Koningin. Beatrix’ stelregel was zich zo goed als mogelijk verstaanbaar te maken voor toehoorders. Dat is behalve in België nooit in het Nederlands.

Soms heeft het weinig zin Engels te spreken, zegt Jan Heitmeier van Stichting Taalverdediging, die ijvert voor het gebruik van Nederlands. ‘Tijdens het staatsbezoek aan Polen dit jaar sprak de Koning Engels, terwijl zijn gastheer die taal niet beheerst.’ Dat maakt het voor het ontvangende land een beetje gênant. Immers: dat wordt ongewild ingewreven dat het achterlijk is omdat de gezagsdragers geen Engels spreken.

Toch lijkt de trend onomkeerbaar. Veel westerse landen onderhouden zulke goede relaties dat een foutje eerder als charmant dan als beledigend wordt gezien. Beatrix sprak in 2001 nog geanimeerd Duits met de Russische president Vladimir Poetin. Tijdens een staatsbezoek aan Rusland in 2013 werden Willem-Alexander, Máxima en Poetin begeleid door een tolk. Als de spanningen oplopen, wegen foutjes zwaarder en wordt teruggegrepen op de eigen taal.