Heineken-ontvoerder Boellaard corrigeert bestseller van Peter R. de Vries

03 februari 2022Leestijd: 3 minuten
Heineken-ontvoerders Frans Meijer en Jan Boellaard (rechts). Foto: ANP

De memoires van Heineken-ontvoerder Jan Boellaard zijn snoeihard. Het net verschenen tweede deel Bloedgabbers geeft een gedetailleerd beeld van de onstuitbare opmars van vier nietsontziende criminelen die in de jaren zeventig en tachtig al een reeks brutale overvallen hadden gepleegd voordat ze in 1983 Freddy Heineken en diens chauffeur Ab Doderer ontvoerden. Misdaadverslaggever Gerlof Leistra over de betrouwbaarheid van true crime.

In de zomer van 2013 stond Heineken-ontvoerder Jan Boellaard (1952) bij zijn jongere broer George op de stoep met vijf ordners vol memoires, in totaal ruim vijftienhonderd pagina’s. In de cel had Boellaard uit zijn hoofd zijn herinneringen opgetekend. Recht voor de raap.

George – historicus – haalde het manuscript door de machine en probeerde waar nodig ontbrekende feiten aan te vullen. Het in 2021 verschenen eerste deel Wij willen gangster worden beschrijft de vriendschap van Jan Boellaard met zijn partners in crime Frans Meijer (1953) en Cor van Hout (1957) en hun eerste stappen op het criminele pad.

Gewelddadig

Het zojuist verschenen tweede deel Bloedgabbers vertelt over een reeks gewelddadige overvallen op geldlopers, banken, het PTT-postkantoor aan de Amsterdamse Oosterdokskade en op een vestiging van de Makro in Duivendrecht tussen 1977 en 1982.

Omdat de feiten inmiddels zijn verjaard, kan Boellaard ongestraft in geuren en kleuren de intensieve voorbereidingen schetsen. Met hun getrainde oog zoeken de mannen eerst zorgvuldig naar de zwakke schakel in de beveiliging. Ze bereiden verschillende vluchtroutes voor, waarbij ze gestolen wagens en een speedboot inzetten. Zwaarbewapend gaan ze op pad om planmatig toe te slaan.

Zonder pardon

Dat er bij de overvallen geen doden zijn gevallen, is een wonder. Op de vlucht schiet Cor van Hout zonder pardon een magazijnbediende van de Makro neer, maar die overleeft de aanslag. Ook bij de geruchtmakende schietpartij met twee agenten in oktober 1977 in Amsterdam-Oost vallen geen dodelijke slachtoffers.

De werknemers van de overvallen bedrijven hebben voor de rest van hun leven een trauma opgelopen, maar dat interesseert Boellaard geen zier. Het ging de bloedgabbers louter en alleen om de buit, in totaal 7,5 miljoen gulden.

Holleeder

Bij de overval op het PTT-kantoor in januari 1982 mocht Willem Holleeder (1958) op voorspraak van Cor van Hout voor het eerst meedoen. Hij moest de 70 kilo wegende postzak met de buit meezeulen naar de gereedliggende speedboot. Per ongeluk ging zijn vuurwapen twee keer af en schoot hij bijna Frans Meijer overhoop. Zijn maten beschouwden hem aanvankelijk als een bruikbare dommekracht.

In Bloedgabbers wordt duidelijk hoe Cor van Hout zich opwerkte tot de onbetwiste baas van de bende. Begin 1983 stelde hij zijn vrienden voor ‘een rijk persoon’ te ontvoeren en begonnen de voorbereidingen. De Heineken-ontvoering komt aan bod in het nog te verschijnen derde deel.

Mythe

In de bestseller die Peter R. de Vries in 1987 op basis van zijn gesprekken met Cor van Hout over de Heineken-ontvoering publiceerde, bleven de overvallen op verzoek van zijn vriend Cor buiten beeld. Die waren toen nog niet verjaard. Daarmee hield De Vries volgens George Boellaard de mythe in stand van een stel ‘gewone Amsterdamse jongens’. Bewust gaf ‘het best verkochte misdaadboek van Nederland’ een onvolledig en rooskleurig beeld van de harde feiten.

Over het eerste deel van de memoires van Boellaard zei Peter R. de Vries: ‘Dit boek verdient het predicaat uitmuntend. True crime van de bovenste plank.’

Of Jan Boellaard echt het achterste van zijn tong laat zien, is de vraag. Maar zijn gedetailleerde verslag van de reeks overvallen vult hoe dan ook de gaten in de gekleurde weergave van Cor van Hout. Dat maakt nieuwsgierig naar het volgende deel over de Heineken-ontvoering zelf.