Eelco Heinen (VVD): Bezuinigen toen het moest, investeren nu het kan

11 februari 2022Leestijd: 3 minuten
Wopke Hoekstra op Prinsjesdag. Foto: ANP/Hollandse Hoogte/Werry Crone

Het wordt tijd dat de problemen van normale Nederlanders worden opgelost met de financiële ruimte die er is, schrijft woordvoerder Financiën van de VVD Eelco Heinen. ‘Het is goed dat we een zuinig land zijn, maar we moeten niet gierig worden.’

Eelco Heinen (1981) is woordvoerder Financiën voor de VVD in de Tweede Kamer.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

Na jaren van eerst economische crisis en daarna een gezondheidscrisis is het nu tijd om te investeren. Nederland staat voor grote uitdagingen. Denk aan het achterstallig onderhoud aan de infrastructuur, de versterking van de positie van middeninkomens en noodzakelijke investeringen in veiligheid, defensie en verduurzaming van de economie. Als we die zaken nu niet aanpakken, schuiven we grote problemen door naar volgende generaties.

Focus op schuldaflossing leidt tot problemen toekomstige generaties

De VVD is tien jaar geleden begonnen met het op orde brengen van de overheidsfinanciën. De bezuinigingen waren stevig, maar zorgden ervoor dat ons land weer financieel gezond werd. Maar de ruimte die was ontstaan om te investeren, moest snel weer wijken – dit keer door de coronacrisis. Vele tientallen miljarden euro’s aan noodsteun waren nodig om getroffen sectoren en ondernemers overeind te houden, wat mogelijk was dankzij de buffers die door voorgaande kabinetten waren opgebouwd. Daarom bleef de staatsschuld, ondanks die vele tientallen miljarden aan overheidssteun, nog steeds onder de Europese norm van 60 procent van het bruto binnenlands product (dat wat de burgers en bedrijven van een land samen in een jaar verdienen). Dit is een contrast met vele andere Europese landen waar de staatsschuld is geëxplodeerd tot ongekende proporties. En om het contrast nog groter te maken: als we niets zouden doen, zou onze staatsschuld uiteindelijk zelfs dalen naar een historisch laagterecord van 28 procent.

Dit staat in geen verhouding tot de grote maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan. Het is goed dat we een zuinig land zijn, maar we moeten niet gierig worden. Met het blindstaren op schuldaflossing schuif je geen rekeningen door naar toekomstige generaties, maar problemen. Daardoor valt de rekening uiteindelijk veel hoger uit. Een brug onderhouden is immers goedkoper dan de hele brug vervangen. Maar terwijl de eerste kabinetten-Rutte steevast te horen kregen dat er te weinig werd geïnvesteerd, is nu juist de kritiek dat er te veel wordt geïnvesteerd. Het kan verkeren.

Niet bij elke tegenvaller de belastingen verhogen

Natuurlijk moeten we niet ongelimiteerd geld uitgeven en de staatsschuld oneindig laten oplopen, waarvoor ook het Centraal Planbureau onlangs waarschuwde. Op die kritiek valt overigens best wat aan te merken. Het CPB gaat er namelijk van uit dat de nieuwe stikstof- en klimaatfondsen eeuwig blijven bestaan. Met andere woorden, dat alle kabinetten na Rutte IV dezelfde hoeveelheid investeringen in stikstof en klimaat blijven doen. Dat zie ik niet gebeuren. Bovendien neemt het CPB de meeste maatregelen om de stijgende zorgkosten te remmen niet mee. Terwijl deze uitgaven juist de grootste claim op de toekomst leggen.

De oplossing voor deze kritiek? Wettelijk verankeren dat de investeringsfondsen eindig zijn, verplichten dat alle uitgaven uit de fondsen eerst aan de Tweede Kamer worden voorgelegd en voor alle investeringen nette kosten-batenanalyses maken. Lost het de problemen niet op, dan hoeft het geld dus ook niet te worden uitgegeven. Daarvoor ga ik mij inzetten. Bovendien moet de politiek uit de kramp dat bij elke tegenvaller de belastingen maar verder moeten worden verhoogd. In plaats van te zoeken waar extra belasting kan worden geheven, kunnen we natuurlijk ook besluiten om simpelweg minder uit te geven.

Tijdens de debatten in de Tweede Kamer zullen Kamerleden elkaar vast weer om de oren slaan met ingewikkelde doorrekeningen, begrotingsregels en projecties. Maar laten we niet uit het oog verliezen waar het uiteindelijk om gaat: het oplossen van problemen van normale Nederlanders. De financiële ruimte is er. En de oplossingen zijn er. Laten we de komende jaren daarom gebruiken om te investeren in een veilig, welvarend en schoon land.