Vogelgriep gaat ons niet meer verlaten

05 november 2021Leestijd: 3 minuten
Medewerkers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ruimen een pluimveebedrijf in Zeewolde. Foto: ANP

Er is weer een opleving van het vogelgriepvirus. De afgelopen jaren was de griep van tijdelijke aard, hij kwam en verdween weer na een paar maanden. Maar dit jaar is de griep voor het eerst niet weggegaan uit Europa. Hoe komt dat en wat zijn de gevaren?

1. Hoe groot is het probleem?

Sinds 26 oktober zijn er bijna dagelijks besmettingen bij pluimveehouderijen. De laatste grote uitbraak was op donderdag 4 november in de omgeving van Zeewolde. 10.000 eenden moesten worden geruimd. Eind augustus was er nog een uitbraak in Heeten en ook in mei en juni waren besmettingen. Het is voor het eerst dat het virus gedurende het hele jaar rondgaat.

Om de veehouderij in Zeewolde liggen binnen een straal van 3 kilometer nog vijf andere locaties. De kans dat andere veehouderijen getroffen worden, is groot.

2.Zijn de huidige ontwikkelingen zorgelijk?

Vrijwel elk jaar wordt er vogelgriep vastgesteld bij pluimveebedrijven. Dit ging voorheen vaak om de milde variant, de laagpathogene vogelgriep. Deze leidt niet tot ernstig zieke dieren. Maar de laatste jaren is de dodelijke griep vaker gesignaleerd en deze blijft ook lang in het land. In 2014, 2016, 2017, 2020 en 2021 is deze variant opgedoken bij wilde dieren of pluimveehouderijen.

Een andere zorg zijn de mutaties van het virus. Het vogelgriepvirus is aan het veranderen. Er worden steeds meer verschillende soorten vogels besmet. Vorig jaar werden zelfs voor het eerst kanoetstrandlopers besmet.

Daarnaast is de dichtheid van pluimvee in Nederland extreem hoog in vergelijking met andere landen. Er is hier zes keer meer pluimvee per hectare landbouwgrond dan het landelijke gemiddeld in de Europese Unie. In Limburg is dit zelfs achttien keer hoger dan het gemiddelde in de Europese Unie. Dit vergroot het risico op besmettingen en daarmee ook de kosten die ontruiming en andere maatregelen meebrengen.

Demissionair minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ChristenUnie) heeft om een risicobeoordeling gevraagd bij de deskundigengroep dierziekten. Naar aanleiding daarvan kunnen verdere maatregelen worden getroffen.

3. Welke maatregelen zijn er op dit moment getroffen?

Bij een uitbraak kondigt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maatregelen aan die verspreiding moeten voorkomen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor het ruimen van het besmette bedrijf. Als er sprake is geweest van riskant contact, moeten omliggende bedrijven preventief worden geruimd.

Op dit moment geldt er een landelijke ophokplicht voor commercieel gehouden pluimvee. Voor hobbypluimvee is er een afschermplicht, de dieren mogen niet in direct contact kunnen komen met wilde vogels of hun uitwerpselen.

Vanwege de extreme besmettelijkheid moeten kippen, mest en eieren gecontroleerd worden afgevoerd. Dit geldt voor bedrijven binnen de 1 kilometer-zone van het besmette bedrijf en voor pluimveebedrijven die contact hebben gehad met het besmette bedrijf. Daarnaast gelden er vervoersbeperkingen voor gebieden met een straal van 3 en 10 kilometer rondom het bedrijf in kwestie. Zo mogen er nu in een straal van 10 kilometer om Zeewolde, geen levend pluimvee, mest of eieren worden vervoerd.

4.Zijn deze maatregelen voldoende?

Niet altijd. In 2003 ging het mis toen eenderde van de totale pluimveestapel van Nederland moest worden vernietigd. Volgens de brancheorganisatie Nederlandse Vakbond Pluimveehouders was de directe schade 300 miljoen euro.

Om dit te voorkomen, bestaat de strikte wet- en regelgeving waar de NVWA op moet handhaven. Dit zijn de eerder genoemde ophokplicht en vervoerrestricties. Maar de pluimveedichtheid in Nederland is zo hoog, dat er waarschijnlijk drastischere maatregelen nodig zijn om het probleem bij de kern aan te pakken. Volgens experts is het verlagen van de pluimveestapel de enige oplossing om de gevaren van het vogelgriepvirus tegen te houden.