Steeds minder onderscheid in politieke midden, klimaat polariseert

30 november 2021Leestijd: 3 minuten
Stemmen op het stadhuis van Eindhoven, 17 maart 2021. Foto: ANP

Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezing had de kiezer weinig te kiezen in het midden. Dat geven de kiezers zelf aan in een groot kiezersonderzoek. Het uit elkaar houden van linkse en rechtse partijen lukt steeds minder, terwijl op thema’s als klimaat de polarisatie in Nederland groeit. Victor Pak analyseert de onderbelichte thema’s uit het Nationaal Kiezersonderzoek.

In een oneindig lijkende formatie zijn VVD, D66, CDA en ChristenUnie bezig om een nieuw regeerakkoord te sluiten. Het zijn dezelfde coalitiepartijen die in 2017 het kabinet-Rutte III vormden. Gezien de verkiezingsuitslag van de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart dit jaar is dat geen wonder: de VVD bleef de grootste partij en de coalitie achter kabinet-Rutte III behield een meerderheid. Sinds 1989 leek een verkiezingsuitslag niet zó sterk op de voorgaande. Slechts 14 procent van de Tweede Kamerzetels wisselde van partij.

Politiek lijkt stabiel, maar kiezers zijn druk in beweging

Zo lijkt de nationale politiek opvallend stabiel, maar onder de oppervlakte speelt van alles. Dat beeld schetst het Nationaal Kiezersonderzoek ‘Versplinterde vertegenwoordiging’ waaraan tal van politieke wetenschappers hebben gewerkt. In een ontleding van de recentste stembusgang blijkt dat de verdeeldheid tussen de kiezers groeit, maar dat vooral de middenpartijen daar niet in meegaan.

Dat zorgt voor een politiek landschap met enkele middelgrote en een hoop kleine partijen. In 2021 zijn voor het eerst sinds 1994 partijen met slechts één zetel in het parlement gekozen. Naast BIJ1, BoerBurgerBeweging en 50PLUS telt Nederland tien andere partijen met minder dan tien zetels. Slechts vier partijen tellen meer dan tien parlementariërs.

Rechtse blok van partijen is uiteengevallen in centrum-rechts en radicaal-rechts

Kiezers zijn minder loyaal dan vroeger. Ze hebben geen specifieke voorkeur meer voor één enkele partij, maar overwegen te kiezen uit een grotere groep van partijen. Het traditionele politieke landschap van linkse en rechtse partijen is achterhaald, schrijft politicoloog Tom van der Meer in het onderzoek: ‘We zien dat de traditionele linkse partijen PvdA, SP, GL, PvdD vaak samen in een keuzeset zitten. Hetzelfde geldt voor de centrumrechtse partijen VVD, CDA. En een derde blok wordt gevormd door de radicaal-rechtse partijen PVV, FVD, en in mindere mate JA21. Het oude rechterblok is dus in tweeën gescheurd.’

Kiezers twijfelen ook minder tussen de centrum-rechtse partijen en die op radicaal-rechts. Alleen nieuwkomer JA21 spreekt kiezers uit beide blokken aan. Voor kiezers die tussen VVD, CDA en het linkse blok twijfelen, vormt D66 een brugfunctie. Kiezers van D66 overwegen zowel op GroenLinks of PvdA te stemmen als op CDA en VVD.

Tussen de politieke partijen zien kiezers steeds minder verschil. In 2017 gaf 28 procent van de kiezers aan dat de verschillen tussen de partijen klein zijn, in 2021 was dat 39 procent. Dit jaar vond slechts 57 procent dat de verschillen groot zijn. Dat ligt niet aan een gebrek aan interesse: de meerderheid van de kiezers volgde de campagne voor de Tweede Kamerverkiezing ‘intensief’. Slechts 13 procent volgde de campagne niet.

Coronacrisis verlamde politieke campagnes

De resultaten zijn weinig verrassend. De coronacrisis verlamde de politieke partijen in de strijd om de kiezersgunst. Demissionair premier en VVD-lijsttrekker Mark Rutte publiceerde drie weken voor de stembusgang zelfs een brief waarin hij opriep tot samenwerking ‘met alle redelijke partijen’. De onderzoekers in het Nationaal Kiezersonderzoek hekelen de gevoerde campagne van politieke partijen. De plicht om kiezers te informeren over de onderlinge verschillen hebben zij verzaakt.

Lees de kritiek op de formatie van voormalige Tweede Kamervoorzitters: Zo verloor Haagse politiek gezag

Dat partijen naar het midden lonken, is logisch. De meeste kiezers hebben bij maatschappelijke thema’s een positie in dat midden ingenomen, maar die meningen lopen verder uiteen. Vooral over klimaat en immigratie lopen de meningsverschillen uiteen en ontwikkelen Nederlanders scherpe gevoelens over burgers die hun mening niet delen. Dat komt ook doordat zij een ander beeld van de werkelijkheid hebben.

Klimaat nieuw polariserend onderwerp tussen burgers

Wat betreft het onderwerp klimaatverandering verschillen de kiezers van BIJ1 en de kiezers van Forum voor Democratie het meest over de oorzaken. Tussen BIJ1, de partij waarvan de meeste aanhangers ervan overtuigd zijn dat de mens de klimaatverandering veroorzaakt, en Forum voor Democratie, wiens kiezers het minst die mening is toegedaan, is een kloof van 70 procent.

Volgens de onderzoekers is het opvallend dat klimaatverandering als nieuw onderwerp in het maatschappelijk debat zo snel tot verdeeldheid leidt. De partijvoorkeur en opvatting over het klimaat hangen het sterkst samen, meer dan de opvatting over een herverdeling of de multiculturele samenleving. Ook denken Nederlanders het negatiefst over landgenoten die anders denken over klimaat en herverdeling.