Utrecht gaat wijziging van ‘koloniale naam’ mogelijk vergoeden

08 september 2021Leestijd: 3 minuten
slavernij

De gemeente Utrecht gaat mogelijk de kosten dragen van het veranderen van achternamen die een link hebben met de slavernij. Vier vragen en antwoorden.

1.

Wat staat er in het plan van de gemeenteraad?

De gemeenteraad Utrecht heeft in juli 2021 een motie aangenomen, ingediend door een meerderheid van DENK, ChristenUnie, GroenLinks, SP, D66, PvdD en PvdA.

In de motie staat dat de gemeente samen met Amsterdam, Rotterdam en Den Haag bij het Rijk moet pleiten voor afschaffing van de kosten van een naamswijziging en van het psychologisch onderzoek dat daarvan onderdeel uitmaakt, voor nakomelingen van tot slaaf gemaakte mensen. Met het psychologisch onderzoek moeten de nakomelingen aantonen dat ze hinder ondervinden van hun achternaam. De Utrechtse partijen noemen dat onderzoek ‘belastend en denigrerend’.

‘Veel Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders hebben een Nederlands klinkende
achternaam die hen herinnert aan het slavernijverleden,’ staat in de motie. De partijen vinden het ‘onmenselijk dat Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders, die afstammen van tot slaaf gemaakte mensen, dagelijks moeten lijden onder hun achternaam’.

2.

Hoe is de procedure nu?

Wie in Nederland een andere achternaam wil, moet daarvoor een verzoek indienen bij Justis, de screeningsdienst van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dat kost minstens 835 euro. Bepaald wordt vervolgens in hoeverre de indiener last heeft van de achternaam.

Lees meer over de eis van de meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad: ‘Amsterdam maakt als eerste gemeente excuses voor slavernij’

Gaat het om een achternaam met een oorsprong in het koloniaal verleden, dan volgt een verplicht psychologisch onderzoek. Samen met het verzoek bij Justis kunnen de kosten oplopen tot enkele duizenden euro’s. Als het verzoek wordt afgewezen, krijgen mensen hun geld niet terug.

Daarom wil de raad dat de gemeente een tegemoetkoming gaat onderzoeken voor de kosten die Utrechtse nakomelingen van tot slaaf gemaakten moeten maken om hun achternaam te veranderen.

3.

Wat voor namen komen in aanmerking?

In aanmerking komen bijvoorbeeld koloniale namen die zijn gebaseerd op de namen van de toenmalige slavenhouders. Zo is ‘Vriesde’ afgeleid van ‘De Vries’ en ‘Kenswil’ van ‘Wilkens’.

Tot slaaf gemaakten kregen soms een achternaam gebaseerd op een Europese stad. Bijvoorbeeld ‘Barneveld’, ‘Seedorf’ en ‘Madretsma’ – ‘Amsterdam’ achterstevoren. Ook vonden Nederlandse ambtenaren de namen van plantages in sommige gevallen geschikt als achternaam. ‘Eendragt’ is een voorbeeld.

Tot slaaf gemaakten mochten van een Nederlandse commissie die over de achternamen oordeelde, geen typisch Nederlandse achternamen hebben, zoals ‘Janssen’. Dat uitgangspunt leverde veel nieuwe, wel Nederlands klinkende achternamen op als ‘Berghout’, ‘Lepelblad’ en ‘Wijntak’.

Welke namen wel of niet in aanmerking komen, daarop heeft een woordvoerder van de gemeente Utrecht tegenover EW nog geen antwoord. ‘Dat zijn we nog aan het inventariseren. Pas tegen december hebben we een idee hoe groot de vraag is. Er is nog geen beleid.’

Ook kan ze geen uitsluitsel geven over de vraag of nakomelingen van slavenhouders – bijvoorbeeld met de naam De Vries – in aanmerking komen voor de regeling. ‘Dat wordt allemaal nog onderzocht.’

Volgens D66-raadslid Mohammed Saiah komt de motie voort uit onderzoek van de gemeente Utrecht naar het slavernijverleden. ‘Dat was nog niet eerder gebeurd en heeft ons veel inzicht gegeven in de geschiedenis,’ zegt hij tegen EW. Volgens Saiah kwam DENK met het initiatief. ‘Zij kregen uit de eigen omgeving signalen dat dit speelde en concludeerden daaruit dat het gek is als zij de kosten daarvoor moeten betalen. Dus we willen dat nu wordt onderzocht hoe de gemeente hier ondersteunend bij kan optreden.’

Op de vraag of op ten duur de regeling ook uitgebreid wordt met mensen die ‘De Vries’ heten en zich onprettig voelen bij het slavenhouderschap van hun voorouders kan hij nog geen uitspraken doen. ‘Goede vraag. Het ligt nu bij het college van B&W om beleid te creëren en te bepalen welke namen we wel en niet meenemen.’

4.

Is er veel animo voor het laten veranderen van de achternaam?

Nee. In 2020 zijn ruim 2.800 verzoeken ingediend om een achternaam te wijzigen. Sinds september vorig jaar is er één verzoek binnengekomen om een achternaam te veranderen omdat die een link heeft met de slavernij.

Volgens emeritus hoogleraar rechtsvergelijking en internationaal privaatrecht René de Groot betekent dat niet dat het onderwerp niet leeft. Op NU.nl zegt hij: ‘De hoge kosten van een naamswijziging kunnen voor mensen die dat willen een grote hobbel zijn.’ In zijn ogen kan daardoor een vertekend beeld ontstaan.