Kaag onder vuur na terughalen diplomaten uit Kabul

18 augustus 2021Leestijd: 4 minuten
Demissionair minister Sigrid Kaag (D66) tijdens het tweeminutendebat over de situatie in Afghanistan. Foto: ANP

Demissionair minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag (D66) haalde afgelopen weekeinde al het ambassadepersoneel terug uit Afghanistan zonder voor vervanging te zorgen. Pas de volgende dag werd geprobeerd vervangers te sturen. In de Tweede Kamer en in het kabinet klinkt veel kritiek.

Gewaarschuwd door de Amerikanen werd op zaterdag 14 augustus de Nederlandse ambassade in Kabul ontruimd. De Taliban stonden op het punt de ‘compound’ over te nemen. De diplomaten zochten een heenkomen naar de luchthaven van Kabul, waar ze zich in relatieve veiligheid bevonden.

Lees ook het Verhaal van de week: Angst voor Afghaanse exodus na val van Kabul

In de nacht van zondag op maandag drongen Amerikaanse militairen erop aan dat de Nederlanders aan boord zouden gaan van een Amerikaans vliegtuig, omdat dit mogelijk de laatste kans op evacuatie was. Minister Kaag werd ingelicht. Zij besloot dat de Nederlanders daar inderdaad weg moesten. Dan maar geen steunpunt meer ter plekke. ‘Dit was misschien de laatste vlucht,’ zei Kaag er later over.

In samenspraak met Defensie

‘Je weet hoe de Amerikanen kunnen schreeuwen in zo’n situatie,’ beschrijft een ingewijde de hectische situatie. Kaag nam haar besluit overigens in samenspraak met demissionair CDA-minister Ank Bijleveld van Defensie. Bijleveld gaat over de beveiliging van het ambassadepersoneel door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB), een elite-eenheid van de Koninklijk Marechaussee. Ook deze super-beveiligers vertrokken uit Afghanistan.

In risicolanden als Afghanistan, Irak en Pakistan is het gebruikelijk dat diplomaten en BSB in een afgesloten ‘compound’ leven. Niemand gaat de straat op zonder zwaarbewapende BSB-escorte. Een gezinsleven is onmogelijk, daarom functioneren diplomaten in een soort ploegendienst. De ambassadeur werkt enkele weken en gaat dan naar Nederland op verlof. Kort daarvoor wordt de tijdelijk zaakgelastigde ingevlogen en die neemt in de daaropvolgende weken de honneurs waar. Totdat die ook op verlof naar Nederland mag en de ambassadeur het weer overneemt.

De Nederlandse ambassade zat afgelopen weekeinde precies op zo’n wisselmoment. Vandaar dat Kaag de zaakgelastigde liet vertrekken. De ambassadeur was immers weer in aantocht. Dit bleek een misrekening, want een dag later konden er geen vliegtuigen landen op het internationale vliegveld van Kabul.

Extra consulair team nu onderweg

De rest van de week was Kaag bezig om een regeling te treffen, zodat de ambassadeur, een extra consulair team en 62 BSB-beveiligers in Kabul konden landen, maar dat lukt op zijn vroegst pas woensdagavond lokale tijd.

In de nacht van dinsdag op woensdag vertrok er een Nederlands militair toestel vanuit Kabul, maar daar zaten geen Afghanen in die voor Nederland hebben gewerkt. In Den Haag roepen Kamerleden en ministers om het hardst dat Nederland deze mensen in veiligheid moet brengen en een terugreis moet regelen, maar als er geen ambassadestaf meer is, is zoiets niet te doen.

In een plenaire vergadering over de toestand in Afghanistan reageerden enkele Kamerleden geëmotioneerd. ‘Het kabinet moet de motie nu uitvoeren en niet wachten totdat de Kamer daarover heeft gestemd. Er gaan daar mensen dood!’ zei Salima Belhaj (D66) met bijna overslaande stem.

Op woensdagochtend 18 augustus vertrok een tweede militair toestel vanuit Kabul naar Tbilisi in Georgië met aan boord 35 Nederlandse evacués, 16 Belgen, 2 Duitsers en 2 Britten.

Kaag wilde ook grootouders, neven en nichten naar Nederland halen

Minister Kaag toonde zich volgens ingewijden zeer betrokken bij het ‘tolkendossier’. Zij vond dat de Afghaanse tolken die voor de Nederlandse militaire missie hebben gewerkt, naar Nederland moeten worden gehaald, net als hun gezinnen. Volgens een bron in het kabinet wilde Kaag dat zelfs ‘de extended familie’ (dus ook de grootouders, neven en nichten) naar Nederland komen. Het risico dat zogenoemde 1F’ers (oorlogsmisdadigers) zich in de vluchtelingenstroom zouden mengen en hier een voorkeursbehandeling zouden krijgen, nam de D66’er op de koop toe.

Sommige tolken willen niet weg

Defensie haalde met commerciële vluchten 112 tolken en circa 500 familieleden naar Nederland. Er zijn
67 tolken achtergebleven, bijvoorbeeld omdat zij in Kabul geen paspoort konden laten zien en van de lokale autoriteiten en de luchtvaartmaatschappij niet mochten vertrekken. Ook zijn er tolken die om persoonlijke redenen niet weg willen. Zo wil een gescheiden vader niet zonder zijn kinderen naar Nederland, terwijl zijn ex-echtgenote weigert de kinderen te laten vertrekken.

Maar ze had haar eigen zaakjes niet op orde. In het kabinet werd afgesproken dat Defensie en Buitenlandse Zaken de vluchtelingen zouden selecteren en dat het ministerie van Justitie zou zorgen voor een soepele toelatingsprocedure. Maar op het cruciale moment was er geen selectie mogelijk bij gebrek aan ambassadepersoneel.

Minister Kaag zei woensdagmiddag in de Kamer berichten te hebben ontvangen dat Afghaanse vluchtelingen toegang kregen tot de luchthaven van Kabul. Zij konden de gevreesde checkpoints van de Taliban passeren en werden ook doorgelaten door de Amerikaanse militairen die de luchthaven in handen hebben. ‘Wij willen geen mensen achterlaten,’ zei Kaag.

Maar garanties kon zij niet geven. ‘Dit is de inzet. We weten niet wat gaat lukken.’ Kaag zei alleen gesprekken in de kabinetsformatie te willen voeren indien het crisisberaad over Afghanistan dat toelaat.

De meeste Kamerfracties dringen erop aan om zoveel mogelijk Afghanen naar Nederland te halen. Aanvankelijk ging het vooral om de tolken die voor Nederlandse militairen hebben gewerkt. Inmiddels gaat het ook om keukenpersoneel, Afghaanse bewakers, medewerkers van ontwikkelingsorganisaties, mensenrechtenactivisten, ‘fixers’  van Nederlandse journalisten en Afghaanse journalisten in het algemeen.

Voor de Nederlandse militairen werkten overigens relatief weinig Afghanen. Het keukenpersoneel bestond overwegend uit Indiërs en Arabieren uit de Golfstaten, wegens het risico van Taliban-infiltranten in Kamp Holland.