Uitschelden, geweld en bedreiging thuis: het is voor homo’s in Amsterdam de normaalste zaak van de wereld geworden. In een schokkend rapport van de gemeente – dat maanden is achtergehouden – staat dat de daders vaak jongeren zijn met een niet-westerse allochtone achtergrond.
Uitgescholden worden vanwege je geaardheid ‘hoort er nu eenmaal bij’, zeggen de Amsterdamse respondenten uit het onderzoek van Bproud en Public Mediation dat is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Amsterdam. Het is zo normaal dat veel lhbti’s er geen melding meer van maken. ‘Deze uitingsvorm wordt door veel van de respondenten als niet meer bijzonder ervaren.’
Rapporteurs die met slachtoffers praatten, concluderen dat het overgrote deel van de geïnterviewde personen hun leven in de publieke ruimte of zelfs de privésfeer ’permanent heeft aangepast’.
Timing is opvallend
Het rapport werd afgelopen donderdag door GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink vrijgegeven. De timing is opvallend. Want op de omslag van het document staat 1 februari als publicatiedatum. Waarom het stuk maanden later en uitgerekend tijdens het zomerreces naar de raad is gestuurd, kon een woordvoerder maandag niet zeggen.
De daderomschrijvingen van de slachtoffers staan in elk geval haaks op een eerdere analyse van burgemeester Femke Halsema. De gedachte dat homohaat zich ‘onder een groep concentreert’ was volgens haar ‘een illusie’. ‘Volgens mij zie je het op dit moment onder heel veel groepen terug,’ zei ze vorig jaar in de talkshow M.
Femke Halsema op de vraag welke groep? #ditisM pic.twitter.com/ExIsehugJ1
— Hans Acker (@HansAckerNY) May 12, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
In het rapport hebben de daders vaak hetzelfde profiel. Door de slachtoffers worden de daders vaak aangeduid als Amsterdammers met een niet- Nederlandse achtergrond. ‘In veelbesproken gevallen van discriminatie in de woonbuurt, op het werk en in bijvoorbeeld de bus gaat het om groepen jongens in de tienerjaren (15-20 jaar),’ staat in het rapport.
Uit het rapport:
‘Een groepje Marokkaanse jochies tussen de 12 en 18.’
‘Het zijn vooral, ik wil niet racistisch klinken, maar Marokkanen die het heel snel heel persoonlijk maken dus ook heel dichtbij komen. […] Ik maakte de grap wel eens op de werkvloer: “Ik heb die jongens groot zien worden.” Jochies van 14 die zie je in een keer twee jaar later nog in het pand komen en wat voor bomen van kerels het zijn. Het zijn jongeren, in mijn ervaring zijn het altijd jongeren.’
‘They did not look like typical Dutch looking, from the rapport it also became clear that the guys are Moroccan and also their nationality is Moroccan, but they are born here. Their appearances were very similar, not sure they were all Moroccan, but they were all licht getint.’
Meldingen zijn topje van de ijsberg
Oud-politiewoordvoerder en lhbti-boegbeeld Ellie Lust stelde vorig jaar dat er ‘helaas’ een oververtegenwoordiging is van jongens met een Marokkaanse achtergrond. Maar allesomvattende cijfers over de totale omvang van homodiscriminatie in Amsterdam ontbreken vanwege onderrapportering.
De officiële antidiscriminatievoorziening registreerde slechts 25 meldingen in 2017, in 2019 ging het om 51. De onderzoekers schrijven dat het maar ‘de top van de ijsberg’ is, omdat veel voorvallen nu niet worden gemeld.
In het rapport wordt ook kritiek geuit op hulpinstanties. Aangiftes bij Roze in Blauw blijven veel te lang liggen en het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) is voor velen onbekend. Ook de gemeente pakt de problemen volgens de slachtoffers niet goed aan. Het is veelal onduidelijk welke acties worden ondernomen om lhbtq-haat tegen te gaan.
‘Uit dit rapport komt glashelder naar voren waar GroenLinks en de andere collegepartijen al decennia hardnekkig van wegkijken: homohaat komt veel voor onder Marokkaanse jongens,’ zegt JA21-raadslid Annabel Nanninga tegen De Telegraaf. ‘Kennelijk is zelfs in Amsterdam die olifant in de kamer inmiddels te groot om nog onder multicultureel gewauwel te kunnen bedekken.’
Van Haga wil opheldering van minister
BVNL-Kamerlid Wybren van Haga wil opheldering van minister van Emancipatiezaken Ingrid van Engelshoven (D66).
Immigratie is goed voor de economie en nog 12 mythes en misverstanden over migratie
Van Haga wil van de minister weten waarom Groot Wassink het rapport ‘maandenlang in één der spelonken van het Amsterdamse stadhuis heeft laten verstoffen’. Het Kamerlid wil dat Van Engelshoven ‘een krachtig signaal’ naar Amsterdam afgeeft met de oproep ‘om homohaat keihard aan te pakken en daarbij de uitkomsten van het onderzoek, waaruit blijkt dat Marokkaanse jongeren vaak dader zijn, serieus te nemen’.
Volgens Van Haga dekt Groot Wassink ‘hier opzichtig partijgenoot en burgemeester Femke Halsema die niets wil weten van daderprofielen’. Het Kamerlid verwijst hierbij ook naar het optreden van Halsema bij M.
Van Haga wil bovendien dat Van Engelshoven zorgt dat het onderzoek wordt uitgebreid over alle grote steden. ‘Pas als we in kaart hebben waar homohaat vandaan komt, kunnen we het krachtig bestrijden.’