CDA Amsterdam wil aanpak voor in nood verkerende kinderpsychiatrie

09 april 2021Leestijd: 3 minuten
ANP

Naar aanleiding van een interview in EW gaat de Amsterdamse gemeenteraad werk maken van de in crisis verkerende kinderpsychiatrische zorg in de hoofdstad. Vier vragen en antwoorden aan CDA-fractievertegenwoordiger Bowine Michel. ‘Dit moet worden opgelost.’

1.

Wat dacht u toen u het artikel las?

‘Wat me vooral heel erg trof in het stuk was het zinnetje over het bed in Zeeland. Ik dacht: je zult maar dertien zijn, of suïcidaal, of een erge eetstoornis hebben en vanuit Amsterdam in een crisisbed in Zeeland terechtkomen. Zo ver van je familie… Dat raakte me, ineens zag ik het drama. Ik ben revalidatiearts, dus ik werk in de zorg en weet hoe het werkt, en ook niet werkt soms.

‘In de rondvraag in de gemeenteraad donderdag heb ik daarom vragen over de kwestie gesteld aan wethouder Jeugdzorg Simone Kukenheim. Er moeten voldoende crisisbedden zijn. Hierna is in de commissie Zorg, Jeugdzorg en Sport  door vrijwel alle partijen besloten om dit onderwerp als actualiteit op de agenda te plaatsen voor de komende gemeenteraad.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

2.

Hoe moet de gemeente dit oplossen?

‘De linkse partijen pakten mijn oproep meteen op, wilden hier een actualiteit in de gemeenteraad van maken en bij het Rijk aandringen op een extra zak met geld. Maar met een zak geld alleen ben je er niet, het heeft ook te maken met personeel. Juist voor die crisisbedden heb je gespecialiseerd personeel nodig. En zo’n gespecialiseerde afdeling heb je niet zomaar.

‘We hebben als CDA een paar weken geleden uitgebreide schriftelijke vragen gesteld over de personeelstekorten in de zorg in de stad. Amsterdam is duur om in te wonen, het is heel moeilijk om er een huis te krijgen, er is weinig aanbod en er zijn wachtlijsten voor sociale-huurwoningen. Dus dat speelt een rol.

‘Maar Amsterdam vergrijst en als je steeds minder zorgpersoneel hebt, wordt je probleem steeds groter.

3.

In het interview zegt geneesheer-directeur van Chaim Huijser dat de zorg van acuut naar niet acuut ook niet doorstroomt doordat de wachttijd voor niet acute zorg soms wel een half jaar bedraagt.

‘Ja, daartegen heb ik vaker geprotesteerd. Je ziet nu dat voor die wachtlijst tijdelijke oplossingen worden bedacht. Op zich is het natuurlijk prima dat er in elk geval iets gebeurt. Maar dan zie je dat ze het Ouder Kind Team (OKT) vragen om die jongeren te begeleiden. Zo eindig je in een situatie waarbij het OKT, dat daarvoor niet is opgeleid – misschien een beetje onder supervisie van degenen die hiervoor wel zijn opgeleid – jongeren met veel te zware problemen begeleidt. Dat vind ik ook niet wenselijk, dat is geen goede zorg. Je moet erop inzetten dat die jongeren worden begeleid op een plek waar mensen werken die daarvoor zijn opgeleid. En ze niet met lapmiddelen naar lichtere vormen van zorg sluizen onder het mom: dan hebben ze in elk geval iets. Want dat is geen oplossing natuurlijk.’

Lees ook over dit onderwerp: Waarom heeft 1 op de 10 kinderen jeugdzorg?

4.

Wat betekent het als dit als actualiteit op de agenda komt?

‘Als het op de agenda van de gemeenteraad staat, kunnen er moties worden ingediend. Dat wordt dan waarschijnlijk een raadsbrede motie om de wethouder te vragen bij het Rijk aan te kloppen om extra geld. Ik ben zelf aan het nadenken hoe we daaraan wat meer inhoudelijke moties kunnen koppelen. Zo kun je zeggen: door COVID-19 zijn er zoveel extra crisisbedden nodig, daarvoor kunnen we tijdelijk extra geld geven. Dan oormerk je dat dus als COVID-geld en dat komt dan eventueel uit een COVID-budget. En dat je daarvoor dus geld vraagt aan het Rijk, zoals voor zoveel dingen in deze COVID-tijd geld wordt gevraagd.

‘Daarnaast is het goed om toch nog maar eens te inventariseren hoe het zit met personeelstekorten in deze specifieke tak van de GGZ en te kijken wat we als gemeente kunnen faciliteren, bijvoorbeeld huisvesting en parkeren. Ik kan me voorstellen dat er een aparte crisis-afdeling moet komen, maar ik las ook dat de problematiek divers is en dat je dat dus niet allemaal op één afdeling kunt hebben. We moeten als gemeente dus inventariseren en kijken wat we daaraan kunnen doen.’