Demonstreren in coronatijd? Ook dan gelden de maatregelen

22 januari 2021Leestijd: 3 minuten
Demonstranten toch bij afgelast protest Museumplein 17 Januari 2021. Foto: ANP

Het komt geregeld voor dat demonstraties tegen het coronabeleid worden ontbonden. Het grondrecht om te demonstreren wordt ons afgenomen, reageren klagende demonstranten. Maar is dat het geval? Vier vragen aan Berend Roorda (33), universitair docent rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in demonstratierecht.

1.Mag er zomaar worden gedemonstreerd?

‘Demonstreren is een grondrecht, vastgelegd in artikel 9 van de Grondwet: vrijheid van vergadering en betoging. De uitoefening ervan is geregeld in de Wet openbare manifestaties (Wom). Dat is de Nederlandse demonstratiewet. Daarin staat dat wanneer je in de openbare ruimte wil demonstreren, je dat moet aanmelden bij de burgemeester. In Amsterdam bijvoorbeeld moet een demonstratie 24 uur van tevoren zijn aangekondigd om de burgemeester de kans te geven veiligheidsmaatregelen te nemen. Voor een demonstratie is geen vergunning of toestemming vereist.’

‘Van een demonstratie is sprake als is voldaan aan drie elementen. Het moet gaan om meningsuiting, het moet gemeenschappelijk zijn – twee of meer personen – en de actie moet in het openbaar gebeuren. Zodra de gemeenschappelijke meningsuiting op de achtergrond raakt en de actie wordt ingezet als dwangmiddel, dan valt het niet meer onder het recht te demonstreren.’

‘De inhoud van een demonstratie doet niet ter zake. Zelfs als je strafbare dingen wilt roepen, valt dat onder het recht om te demonstreren. Maar dat betekent niet dat je alles mag roepen. Een uitspraak zoals: “als je Thierry dood wil schieten, roep dan paf” kan strafrechtelijk worden gesanctioneerd.’

2. Kan een demonstratie bij voorbaat worden verboden?

‘Dat is echt een uiterst middel en moet altijd noodzakelijk zijn. De burgemeester mag alleen op basis van drie gronden beperkingen opleggen of zelfs een demonstratie verbieden: ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.’

Roorda noemt als voorbeeld de betoging op het Museumplein in Amsterdam op zondag 17 januari. ‘De demonstratie is niet van tevoren verboden, zoals het in de media vaak wordt gebracht, maar er zijn beperkingen opgelegd op basis van het gezondheidsargument. Er mocht niet worden gedemonstreerd op het Museumplein, maar alleen in het Westerpark. En met maximaal vijfhonderd personen.’

De demonstranten hielden zich niet aan de voorwaarden door toch op het Museumplein te gaan staan. Gelet op de bescherming van de gezondheid en de voorkoming van wanordelijkheden zag burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) zich vervolgens genoodzaakt om de demonstratie te ontbinden en demonstranten op te roepen te vertrekken. ‘De burgemeester koos er daarnaast voor een noodbevel af te vaardigen. Dat kan in geval van (ernstige vrees voor) ernstige wanordelijkheden en is een opdracht aan burgers die moet worden opgevolgd.’

3. Gelden er extra regels in coronatijd?

Bij de totstandkoming van de Wet openbare manifestaties is er specifiek rekening gehouden met het scenario van een epidemie, zegt Roorda. ‘Op het doelcriterium “gezondheid” is de afgelopen decennia nauwelijks een beroep gedaan, dat gebeurde pas begin vorig jaar toen corona uitbrak.’

‘Wappie’ en ‘coronawappie’. Waar komen die termen vandaan?

In coronatijd kan de burgemeester dus beperkingen opleggen, bijvoorbeeld wat betreft het aantal personen om de kans op besmetting van het coronavirus te verkleinen. De coronamaatregelen gelden ook voor demonstranten. ‘Zelfs als je hiertegen demonstreert, moet je anderhalve meter afstand houden.’

Het zijn in coronatijd vaak de demonstranten die zich niet houden aan de voorwaarden, zoals de anderhalvemeterregel, constateert Roorda. ‘Dat is begrijpelijk vanuit het oogpunt van de demonstranten – zij geloven dikwijls niet in de noodzakelijkheid van die voorwaarden – maar voorzitters van veiligheidsregio’s en burgemeesters voelen zich dan genoodzaakt op te treden.’

4. Wordt er onderscheid gemaakt in de aard van de demonstratie?

‘Ja, er wordt gekeken naar organisatoren van demonstraties en hoe voorgaande demonstraties van bepaalde groepen zijn verlopen. Als je weet dat het gaat om een groep die op een controversiële manier demonstreert of op vergaande wijze, zoals de boeren afgelopen jaar, dan houdt de politie hiermee rekening in de voorbereiding. Maar voor optreden van de burgemeester gelden altijd de drie doelcriteria.’

De afgelopen maanden ontstond het sentiment dat er bij Black Lives Matter-demonstraties, zoals die van 1 juni op de Dam in Amsterdam, anders wordt opgetreden dan tegen anti-coronamaatregelendemonstraties. Volgens Roorda komt dat vooral door het handelen van demonstranten zelf. ‘Wat ik verneem, is dat organisatoren van Black Lives Matter-demonstraties doorgaans bereid zijn samen te werken met de gemeente en dat deze demonstranten zich veelal aan de regels houden. Bij protesten tegen coronamaatregelen is diverse keren gebleken dat demonstranten zich op grote schaal niet hielden aan de regels. Ik kan me voorstellen dat er dan beperkender wordt opgetreden.’