Hoe internationaal gevierde nachtclub De School mikpunt werd van BLM

30 juli 2020Leestijd: 6 minuten
Bron: Unsplash

Nachtclub De School in Amsterdam behoorde internationaal tot de top van de clubscene, maar werd van de ene op de andere dag het mikpunt van kritiek omdat het bestuur ‘te wit’ zou zijn. Dinsdag ging de club ten onder door financiële problemen. Hoe groot was de hand van activistische groepen in de ondergang? Vier vragen en antwoorden.

Wat is De School?

De School is een nachtclub in het voormalig LTS-schoolgebouw in Amsterdam-West. De club opende op 3 januari 2016 haar deuren. Naast een club huisvestte het gebouw een concertpodium, restaurant, café en gym en bood het kunstenaars de mogelijkheid om er te exposeren.

De club had tot eind mei een inclusief en tolerant imago. Het gebouw had genderneutrale toiletten en camera’s van mobieltjes werden afgeplakt. Zo kon iedereen zijn gang gaan in elke denkbare outfit, zonder bang te hoeven zijn om zichzelf al dansend op internet terug te vinden. De club is door dezelfde bv opgericht als de populaire en inmiddels gesloten Amsterdamse Club Trouw. De club genoot nationale en internationale bekendheid. De School was dit jaar de snelste stijger in de klassering van de beste clubs ter wereld van DJ Magazine. De club steeg achttien plaatsen naar de 39ste positie en gaf andere Nederlandse clubs het nakijken.

Waarom was er kritiek op De School?

Die begon toen de club op 31 mei op sociale media een jubelend bericht plaatste dat het restaurant de dag erna weer open mocht, na de tijdelijke sluiting wegens de coronamaatregelen. Direct kwam dit de club op kritiek uit de eigen achterban te staan. De club koos voor promotie, maar sprak zich – een week na de dood van George Floyd – niet uit over de Black Lives Matter-beweging. Een reactie van een Iers meisje kreeg veel ‘likes’: ‘Waarom kies je ervoor om geen statement te plaatsen met een steunbetuiging voor Black Lives Matter? Jij profiteert van zwarte muziek. Zijn zwarte levens niet belangrijk voor je? Muziek is ook politiek. Techno komt van zwarte mensen. House komt van zwarte mensen. Neem verdomme een standpunt in.’

Lees ook deze ingezonden opinie van Raisa Blommestijn: Diversiteitsbeleid en de dreiging van ‘academische cancel culture’

Al langer stellen activisten en mensen uit de muziekindustrie dat techno van origine uit de zwarte gemeenschap in de Amerikaanse stad Detroit komt, maar dat de scene is ‘overgenomen’ door witte mensen. Kevin Saunderson, een van de techno-pioniers uit Detroit zei tegen Billboard Dance: ‘Zwarte mensen krijgen niet dezelfde kansen als witte mensen, terwijl ze die wel verdienen. Ik doel niet op de mensen die naar de muziek luisteren, maar naar de mensen die de macht hebben.’

Een belangrijk punt van kritiek dat de club de laatste twee maanden kreeg, is dat het management en het personeel overwegend wit was. Personeel werd vooral binnen de eigen kringen van het management gevonden en dat luisterde niet of nauwelijks naar kritiek van personeelsleden of bezoekers.

Hoe reageerde De School op de kritiek?

In juni plaatst het bedrijf een aantal berichten op sociale media waarin het excuses aanbiedt, zich solidair toont met de Black Lives Matter-beweging en zich uitspreekt tegen racisme. Maar het kwaad is al geschied. Via e-mail en sociale media komen honderden klachten binnen over de organisatie en het ‘gebrekkige’ handelen van de club.

Met een team van zes personeelsleden probeert het bestuur de schade te herstellen door online het gesprek aan te gaan met de boze achterban. Het is intern een chaos en niemand heeft echt de leiding.

Het management besluit een podcast met de naam ‘Taking Responsibility’ te maken om ‘het gesprek van Instagram te halen’ en verantwoording af te leggen. De podcast wordt op 14 juli in het Muzieklokaal in De School opgenomen met Souhayla Ou-Oumar (27) als moderator. In het verleden was zij een tijd verantwoordelijk voor het deurbeleid bij De School. Doelbewust worden activistische bezoekers uitgenodigd. Eigenaar Jochem Doornbusch, boeker van artiesten Luc Mastenbroek en HR-manager Lon van den Berg worden twee uur lang onderworpen aan een kruisverhoor door Ou-Oumar over de club en hun functioneren.

Voornaamste kritiek: het personeel van de nachtclub zou te ‘wit’ zijn. De directie bestaat uit twee witte mannen, en ook op andere kantoorfuncties zaten tot voor kort geen mensen van kleur. Van de honderd personeelsleden zijn er volgens de organisatie zo’n vijftien van kleur.

Mensen van kleur – uit Amsterdam-West – zouden daardoor moeilijk binnenkomen, beveiliging zou zich, soms zelfs seksueel, misdragen en veel klachten van zowel bezoekers als werknemers werden niet gehoord. Het trio besluit, onder druk van het aanwezige publiek, tijdens de podcast plaats te maken voor nieuw management. Een tamelijk bizar tafereel. In een reactie in de Volkskrant noemt de directeur van het beveiligingsbedrijf het ‘een volkstribunaal’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

HR-manager Lon van den Berg verklaart tijdens het interview: ‘Twee gekleurde barvrouwen hebben een plek op het kantoor geëist. Zij gaan met ons een plan schrijven voor een antiracismebeleid en een goedgeschreven klachtenprocedure. Half september is het plan klaar.’ Het grootste deel van de kritiek die het management tijdens de podcastavond over zich heen krijgt, wordt lijdzaam aangehoord.

Bij aanwezigen lopen de emoties hoog op: bij de Volkskrant reageren enkelen later dat de maatregelen niet ver genoeg gaan. Het aftreden van de twee directeuren is niet voldoende: de programmeur moet worden vervangen door een gekleurde medewerker.

Tegen het einde dwingt Ou-Oumar directeur Jochem Doornbusch om ook na deze avond in gesprek te blijven met de kritische medewerkers. ‘Ben je bereid naar hen te luisteren, en niet in twijfel te trekken wat ze zeggen?’ vraagt ze. ‘En accepteer je dat het niet meer aan jou is, maar aan hen en hun gevoelens?’

De Amsterdamse kunstenaar Emma Levie (30), van wie sinds 1 juni werk wordt tentoongesteld in De School, laat weten dat ze haar expositie voortijdig beëindigt. ‘Ik realiseer me dat De School een van mijn favoriete plekken was omdat ik in een geprivilegieerde positie zit als een witte niet-transgender-vrouw. Ik had kritischer moeten zijn op De School gezien het in handen is van twee witte heteromannen en hun volledige witte staf.’

Hoe nu verder?

Alle goede voornemens ten spijt, De School besluit op 28 juli de deuren te sluiten om een totaal faillissement te voorkomen. De organisatie deed een verzoek aan de gemeente Amsterdam om de huur van het pand te verlagen en zat daarvoor nog in de onderhandelingen. Volgens de gemeente heeft De School zelf de beslissing genomen om de club te sluiten op basis van hun financiële positie en vooruitzichten. ‘De gemeente heeft vanaf het begin van de coronacrisis geen herinneringen en aanmaningen verstuurd en is met al haar huurders in gesprek om te kijken naar maatregelen voor de huurders die het niet lijken te gaan redden,’ meldt een woordvoerder.

De Volkskrant berekende dat in de maanden voor de sluiting van de club juist zo’n 30 procent van de artiesten bij De School van kleur was. Een hoger percentage dan bij de vergelijkbare Amsterdamse club Shelter. Het deurbeleid bij De School is altijd exclusief geweest en mogelijk ook discriminerend, maar de kritiek heeft ook iets van selectieve verontwaardiging. Hoeveel andere (techno)clubs boeken meer dan eenderde aan donkere artiesten en hebben géén twijfelachtig deurbeleid?