‘Er dendert iets door het lichaam dat je niet goed begrijpt’

03 mei 2020Leestijd: 2 minuten
Lichtbundels op Spaarne Gasthuis als eerbetoon aan coronapatiënten. Foto: ANP.

Maarten Sulzer (59) werkt als longarts in het Spaarne Gasthuis in Haarlem. Elsevier Weekblad volgt hem tijdens de coronacrisis. Wat speelt zich af in het ziekenhuis? En wat betekent dat voor het werk van een longarts? Deel 9: het ongrijpbare virus.

‘Ik zie inmiddels de eerste herstelde coronapatiënten terug op de poli. Donderdag bijvoorbeeld een twintiger die behoorlijk ziek is geweest. Een gezonde jongen die ineens zuurstof nodig had. Als dat op die leeftijd nodig is, weet je dat het ernstig is. Hij had op de foto’s echt hele witte longen, vol met ontstekingen. Nu is hij weer hersteld en pakt hij zijn leven weer op.

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van Elsevier Weekblad.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier

Afgelopen week werd ik ook een keer in de avond gebeld over een coronapatiënt die we de week ervoor uit het ziekenhuis hadden ontslagen. Een gezonde vijftiger met een blanco voorgeschiedenis die een hele heftige dubbelzijdige longontsteking had gekregen door het coronavirus. Hij was opgeknapt en naar huis gestuurd. Maar daar kreeg hij ineens hoestklachten en tijdens een flinke hoestbui ontstond een klaplong. Dan zie je hoe kwetsbaar de longen kunnen zijn als een patiënt deze ziekte heeft doorgemaakt.

Anders dan elke andere longontsteking

Het blijft een groot vraagteken waarom de ene patiënt ernstig ziek wordt en de ander maar milde klachten ervaart. Waarom de één het wel redt in het ziekenhuis en de ander niet. Bij de ernstig zieke patiënten zien we heel veel ontstekingsstofjes en hoge stollingswaardes. Het is duidelijk dat er grote onrust is in het bloed. We nemen het waar, maar we weten nog niet hoe het precies komt.

Het enige dat we kunnen doen is ondersteunende therapie geven en zuurstof toedienen. Bij een normale longontsteking weet je welk antibioticum vermoedelijk het beste zal werken. Natuurlijk treden er dan ook wel eens complicaties op, maar het gaat om een vertrouwd beeld, een ziekte die we kennen en waarop we kunnen anticiperen.

Deze ziekte is helemaal nieuw, anders dan elke andere longontsteking die we kennen. Er dendert iets door het lichaam dat je niet goed begrijpt. Het is echt ongehoord. We kunnen alleen ondersteunen en wachten tot de storm over is. Dat is heel frustrerend voor een arts.’