Defensie inventariseert hulp aan materieelindustrie

04 mei 2020Leestijd: 3 minuten
Barbara Visser (VVD), staatssecretaris van Defensie op het Binnenhof. Foto: ANP

De defensie-industrie vraagt het kabinet ruim een half miljard euro extra uit te trekken om materieelprojecten bij de krijgsmacht en de politie te versnellen. Zo kan de sector overeind blijven tijdens de coronacrisis. VVD-staatssecretaris van Defensie Barbara Visser beloofde in een videovergadering met negen industriëlen dat ze de branche tegemoet wil komen, maar liet zich niet uit over exacte bedragen.

Defensie inventariseert de mogelijkheden om investerings- en onderhoudsprojecten bij de landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee naar voren te halen. Staatssecretaris Visser laat weten dat zij in principe positief staat tegenover het versnellen van ‘instandhoudingsprojecten’ bij Defensie om daarmee de industrie te helpen. Het is nog niet bekend welke projecten zullen worden vervroegd en hoeveel geld daarmee is gemoeid.

Kijk het Grote Defensiedebat terug op het YouTube-kanaal van EW

Grote projecten bij Defensie kennen een traag verloop en moeten stap voor stap met de Tweede Kamer worden besproken en door haar worden goedgekeurd. Zo moeten ernstige kostenoverschrijdingen worden voorkomen. Maar om de in financiële moeilijkheden verkerende industrie te helpen, is haast geboden. Een woordvoerder van staatssecretaris Visser zegt dat de bestaande procedures niet zomaar kunnen worden omzeild: ‘Die procedures zijn er niet voor niets.’

Nederland kent weinig echte wapenfabrikanten

Nederland kent weinig echte wapenfabrikanten, maar wel veel industriële bedrijven die deels afhankelijk zijn van defensieopdrachten uit binnen- en buitenland. Daarmee is circa 5 miljard euro per jaar gemoeid. Tweederde deel daarvan is export. Dat levert volgens brancheorganisatie NIDV 110.000 banen op.

Volgens NIDV-directeur Ron Nulkes dreigen in de coronacrisis industriële werkgevers om te vallen doordat hun civiele bedrijfsonderdelen het niet meer kunnen bolwerken. ‘Stort zo’n bedrijf in, dan verdwijnt ook de militaire productie,’ zegt hij. Omgekeerd werkt het ook: ‘Als Defensie met extra orders de militaire tak van zo’n bedrijf stimuleert, worden de financiële lasten voor zo’n concern lichter en kan ook de civiele werkgelegenheid worden gered.’

Overheid krijgt er iets voor terug

Nulkes zegt dat dit een methode is om bedrijven te ondersteunen, waarbij de overheid ook meteen iets terugkrijgt: defensiematerieel dat inzetbaar is voor NAVO-taken en humanitaire missies. Volgens Nulkes moet ook 100 miljoen extra worden uitgetrokken voor materieelprojecten bij de politie. ‘Ons pleidooi is dus niet zomaar de hand ophouden,’ zegt Nulkes.

Lees ook deze bloedstollende reportage van EW: Op jungletraining met het Korps Mariniers

Omdat veel defensiebedrijven exporteren, betaalt overheidssteun zich naderhand terug, zegt de NIDV-directeur. Als vuistregel hanteert hij: ‘Een opdracht van 100 miljoen levert de BV Nederland op korte termijn 130 miljoen op en op lange termijn 170 miljoen.’

Omgekeerd plaatst Defensie ook bestellingen in het buitenland. Het Amerikaanse concern Boeing levert nieuwe Chinook-helikopters en vernieuwt bestaande toestellen. Vloeien extra investeringen bij Defensie deels weg naar het buitenland? Nulkes spreekt dit tegen. ‘Bij deze wapenprojecten wordt altijd de zogenoemde industriële participatie van het eigen land vastgelegd. Voorbeeld is het F-35 Joint Strike Fighter-project, dat via deelname door de eigen industrie per saldo geld oplevert. Bij andere bestellingen in het buitenland slaat zeker 60 procent van het investeringsbedrag neer in eigen land. Bij hoog technologische projecten is dat zelfs nog meer.’