Kabinet gaat zich met veevoer bemoeien

13 november 2019Leestijd: 2 minuten
Koeien dansen de wei in. Foto: ANP

Een van de maatregelen waarmee het kabinet het stikstofprobleem wil oplossen, is het aanpassen van veevoer, zodat koeien minder uitstoten. Maar niet met het enzym dat afgelopen dagen ineens de toveroplossing leek.

In de poep en urine van vee zit ammoniak (een verbinding van stikstof en waterstof), die bijdraagt aan de hoeveelheid stikstof die in de lucht terechtkomt en uiteindelijk ook in de bodem. De veehouderij in Nederland levert naar schatting zo’n 45 procent van de stikstof, waarvan koeien de helft voor hun rekening nemen.

Niet gek om te onderzoeken of dat niet een onsje minder kan. En dat gebeurt dan ook al jaren. Sterker: chemieconcern DSM was er als de kippen bij om een product onder de aandacht te brengen dat ervoor zorgt dat de stikstofuitstoot per koe met ‘wel 10 procent’ daalt.

Is het middel eigenlijk wel goed onderzocht?

Het kabinet leek er wel oren naar te hebben en het zag ernaar uit dat dit enzym in veevoer een van de maatregelen zou worden om  enige verlichting te brengen in de stikstofcrisis. Maar er klonk ook meteen kritiek: het kabinet zou zich voor het karretje van het bedrijfsleven hebben laten spannen. Is het effect van dit spul wel goed onderzocht en is dit middel eigenlijk wel goed voor de koeien en de melkkwaliteit?

Nu het kabinet de eerste maatregelen wereldkundig heeft gemaakt, blijkt het tegendeel het geval. Het 10 pagina’s tellende document bevat enkele concrete plannen: zoals de verlaging van de maximumsnelheid op autosnelwegen naar 100 kilometer per uur en 180 miljoen euro om varkensboeren uit te kopen.

Over het toverenzym geen woord. Wel melden de plannen dat het ‘mogelijk [is] om de ammoniakuitstoot uit de veehouderij brongericht te verminderen….’

Maatregelen gaan eerder richting biologisch

Maar niet door middel van dat veelbesproken enzym, maar door het voer aan te passen. Nederlandse melkveehouders geven hun koeien een uitgekiende mix van voer; gemiddeld genomen 80 procent ruwvoer (gras, kuilgras, snijmaïs) en 20 procent krachtvoer waarin van alles kan zitten, van maïs en soja tot palmpitten en bieten. Die mix is gericht op een zo hoog mogelijke melkproductie. Biologische koeien krijgen over het algemeen minder krachtvoer en daarmee ook minder eiwit binnen. En doordat ze minder eiwit binnen krijgen, produceren ze minder stikstof.

De richting die het kabinet aangeeft lijkt dus eerder een handreiking aan de visie van bijvoorbeeld het Louis Bolk Instituut dat al jaren pleit voor duurzaam bodembeheer en biologisch boeren dan aan de technologische innovaties van DSM.