VVD wil af van Turkse campagnes in Nederland

12 mei 2018Leestijd: 2 minuten
Archiefbeeld van het konvooi van de Turkse minister Kaya die werd tegengehouden in Rotterdam - Foto: ANP

De VVD wil dat Turkse bewindslieden niet langer campagne kunnen voeren in Nederland, zoals vorig jaar gebeurde in Rotterdam. Kamerleden Bente Becker en Sven Koopmans willen een verbod op dergelijke praktijken, en vinden mogelijk steun bij coalitiegenoot CDA.

Het idee is gemodelleerd naar Duits voorbeeld. Het Duitse constitutionele hof bepaalde vorig jaar dat de regering buitenlandse politici mag verbieden om activiteiten in het land te ontplooien.

Daarmee kunnen politici van buiten de Europese Unie drie maanden voor de verkiezingen geweerd worden om daar campagne te voeren. Het hof bepaalde in een rechtszaak dat burgers geen spreekverbod voor de Turkse politici kunnen afdwingen, maar de regering kan dat wel.

Slecht voor integratie

Er is geen automatisch recht van buitenlandse politici om hun functies in Duitsland te vervullen, aldus de rechters destijds. Naar aanleiding van die uitspraak stelde het CDA vorig jaar al Kamervragen, omdat het onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) ook hier verboden zou kunnen worden.

Volgens de VVD is het niet goed voor de integratie van Turkse Nederlanders wanneer politici uit Turkije hier campagne kunnen voeren. Ook vrezen de liberalen voor de import van spanningen uit Turkije naar Nederland.

In Nederland is het zo dat gemeenten dergelijke bijeenkomsten met het oog op de openbare orde kunnen verbieden – dat gebeurde vorig jaar toen burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam de Turkse minister Fatma Kaya de toegang ontzegde tot zijn stad-  maar de VVD wil wetgeving waarmee de regering meer instrumenten heeft om de komst van buitenlandse politici te verhinderen.

Het verhinderen van de komst van Kaya naar het Turkse consulaat leidde vorig jaar tot een diplomatieke crisis tussen Nederland en Turkije. De band tussen de twee landen is nog altijd niet volledig hersteld.

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan kondigde laatst aan de parlementaire- en presidentsverkiezingen, die eigenlijk gepland stonden voor volgend jaar, te vervroegen naar 24 juni 2018. Daarop gaven verschillende landen, waaronder Nederland, Oostenrijk en Duitsland, aan het onwenselijk te vinden als opnieuw Turkse politici naar de EU afreizen om hier zieltjes te winnen. Duitsland beriep zich vervolgens op de nieuwe regel, waarmee buitenlandse politici drie maanden voor hun eigen verkiezingen geen campagne mogen voeren in Duitsland.

Turkse wet verbiedt buitenlandse campagnes

Het feit dat de Turken in Europa campagne kwamen voeren is op zich al opvallend. Er is namelijk een Turkse wet die campagne voeren in het buitenland verbiedt. De wet werd in 2008 ingevoerd, toen Recep Tayyip Erdogan premier van Turkije was.

De wet stelt dat partijen niet expliciet mogen dingen naar de gunst van de Turkse kiezer die in het buitenland woont. Overigens omzeilt de Turkse regering dit verbod door te benadrukken dat er geen campagnebijeenkomsten worden gehouden, maar ‘informatiebijeenkomsten’.