Ollongren: ‘Geen probleem dat EU bepaalt wat nepnieuws is’

14 februari 2018Leestijd: 3 minuten
Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66). Foto: ANP.

Minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) vindt het geen probleem dat ‘nepnieuwsmeldpunt’ EU vs Disinfo artikelen kan aanmerken als nepnieuws. Zolang het zorgvuldig gebeurt, brengt dat de journalistieke vrijheid niet in gevaar.

Dat schrijft de minister woensdag in een reactie op Kamervragen van SP-Kamerlid Ronald van Raak, die refereert aan een reportage van journalist Chris Aalberts voor de website The Post Online. In 2015 schreef Aalberts een verslag van een lezing over Oekraïne bij Forum voor Democratie, destijds nog een denktank onder leiding van Thierry Baudet. De taakgroep EU vs Disinfo, mede gefinancierd door de Europese Unie (EU), bestempelde die reportage onterecht als nepnieuws.

Van Raak vroeg Ollongren hoe het mogelijk is dat de EU journalistieke verslaggeving in Nederland kan veroordelen. Volgens Ollongren is EU vs Disinfo bedoeld om ‘desinformatie door pro-Kremlin-media’ te ‘identificeren, benoemen en weerleggen’.

Wel benadrukt ze dat de taakgroep niet, zoals bij de reportage van Aalberts, ten onrechte mag impliceren dat er in een artikel sprake is van misleiding. Ze wijst erop dat EU vs Disinfo die reportage, net als een stuk op de website Geenstijl dat onterecht als nepnieuws werd aangemerkt, heeft verwijderd van de lijst met vermeend nepnieuws.

‘Journalistieke vrijheid niet in gevaar bij zorgvuldig optreden’

Maar op de vraag of Ollongren het met Van Raak eens is dat de vrijheid van journalistiek in het geding is als Europese Organisaties verslaggevers beoordelen, antwoordt ze ontkennend. Zolang de EU-taakgroep bij het aanmerken van desinformatie ‘zorgvuldig optreedt’, is er volgens haar niets aan de hand. ‘Een dergelijke inzet doet niet af aan de journalistieke vrijheid.’

Laat de liberale democratie vooral liberaal blijven, schreef Maartje Schulz eerder over de strijd tegen ‘nepnieuws’

In een eerder interview met Elsevier Weekblad sprak Chris Aalberts al zijn zorgen uit over de jacht die de EU maakt op vermeend nepnieuws. ‘Bij mij roept deze melding meer vragen op over hoe nieuws wordt gekeurd: waarom ontbreekt de context? Welke criteria zijn gebruikt? Het is onduidelijk. Juist als dit een proefballon van de EU is, zou de werkwijze heel zorgvuldig moeten zijn.’

Kleine taalkundige aanpassing om critici tegemoet te komen

Vorige maand wilde EU vs Disinfo zijn critici tegemoetkomen met een kleine taalkundige aanpassing. Na meerdere kritische mediapublicaties kondigde de databank berichten voortaan anders te labelen in hun databank.

‘Na een aantal bezwaren voor ons gebruik van de term ‘desinformerend platform’ in onze Eu vs Disinfo database, hebben we besloten om de terminologie te veranderen naar ‘platform waar de desinformatie verscheen’”, schreef de campagne EU vs Disinformation op de eigen website.

Overigens kreeg EenVandaag na een vraag een frappant antwoord van het team van EU vs Disinformationde: de organisatie liet weten dat leden van het team niet mogen praten met de pers.

Macron wil meer maatregelen tijdens Franse verkiezingen

De Franse president Emmanuel Macron gaf al eerder aan wetgeving tegen nepnieuws te willen invoeren. Hij wil onder meer een ‘hogere mate van transparantie’ over de oorsprong van berichten en wil nepnieuws tegengaan tijdens Franse verkiezingscampagnes. Macron is ervan overtuigd dat de Russen vorig jaar zijn verkiezingscampagne hebben gesaboteerd. De maatregelen van Macron stuitten op kritiek. Tegenstanders spreken van censuur.