Arib noemt aanval Turkse krant ‘onacceptabel’

25 februari 2018Leestijd: 2 minuten
Kamervoorzitter Khadija Arib - bron:ANP

De aanval van de Turkse regeringsgezinde krant Sabah op vijf Nederlandse Tweede Kamerleden zaterdag is onacceptabel. Dat zegt de voorzitter van de Tweede Kamer Khadija Arib.

‘Kamerleden zijn gekozen volksvertegenwoordigers die vrij voor hun mening uit moeten kunnen komen,’ zei Arib zaterdagavond in een reactie tegen actualiteitenprogramma Nieuwsuur.

De Turkse krant zette de vijf Kamerleden met naam en foto op de voorpagina en zei dat zij ‘het moederland hebben verraden’. De vijf stemden deze week voor erkenning van de Armeense genocide. Het gaat om Sadet Karabulut (SP), Nevin Özütok (GroenLinks), Zihni Özdil (GroenLinks), Cem Lacin (SP) en Dilan Yesilgöz (VVD). Die laatste wordt tevens ‘de dochter van een terrorist’ genoemd. Sabah is de grootste krant van Turkije.

‘Past niet in een democratie’

‘Bedreiging of aanzetten tot bedreiging in reactie op het uiten van meningen is onacceptabel. Het past niet in een democratie en in een open en vrije samenleving als de onze,’ zei Arib.

De vijf Kamerleden krijgen veel haat- en dreigberichten sinds de actie van de Turkse krant. ‘Maar ik ben daar serieus trots op,’ zegt GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil in een reactie tegen dagblad AD. ‘De tijd van intimidatie en demonisering is voorbij.’

Kabinet is bang om Erdogan voor het hoofd te stoten

VVD’er Dilan Yesilgöz laat aan de krant weten zich ‘totaal niet aangesproken te voelen door dit soort lui’. ‘Ik ben Nederlandse.’

Tweede Kamerlid Tunahan Kuzu van de politieke partij DENK heeft volgens de Kamerleden een belangrijke rol gespeeld in de kwestie. Een dag voor de publicatie zei hij op de Turkse pro-Erdogan zender Ahaber dat Nederlandse Kamerleden met een Turkse afkomst verantwoording moeten afleggen over hun keuze. ‘Ze moeten laten zien aan welke kant ze staan.’ DENK stemde als enige partij tegen een motie om de Armeense genocide te erkennen.

Het kabinet liet donderdag overigens weten dat het het bloedbad onder Armeniërs aan het begin van de twintigste eeuw ‘de kwestie van de Armeense genocide blijft noemen’. De nuance is vermoedelijk bedoeld om de Turkse president Recep Tayyip Erdogan niet voor het hoofd te stoten.