Traditie in de Kamer: proberen te sleutelen aan inkomen Koning

19 december 2017Leestijd: 4 minuten
Koning ontvangt formateur Rutte - Foto: ANP

De Tweede Kamer behandelt de begroting van het Koninklijk Huis. Traditioneel proberen partijen dan te sleutelen aan de financiering ervan. Zoals opheffing van belastingvrijstellingen die gelden voor prinses Beatrix, koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Die betalen bijvoorbeeld geen schenk- of successierecht.

GroenLinks-Kamerlid Nevin Özütok zal er zeker over beginnen. Maar premier Mark Rutte (VVD) zal geen krimp geven. Een van zijn voorgangers, premier Piet de Jong, vond al in 1970 dat die vrijstelling ertoe diende de financiële onafhankelijkheid van de Koning te waarborgen zodat hij niet afhankelijk zou zijn van geldschieters, ‘zogenaamde weldoeners’, waartegenover de Koning zich verplicht zou voelen.

De financiering van de ‘koninklijke functie’ is al twee eeuwen een dilemma. Dat komt mede doordat het onderscheid tussen privé en werk bijna niet te maken is en dus ook de eraan gerelateerde uitgaven niet.

Politiek ging zich er later mee bemoeien

Bij het ontstaan van het koninkrijk was het nog vooral een discussie tussen de Koning en de grondwetscommissie die de basis legde voor de eenheidsstaat. Later ging de politiek zich er ook mee bemoeien.

In deze eeuw is dat nog net zo. Hoe die discussie zich in twee eeuwen ontwikkelde, staat in het boek Het inkomen van de Koning geschreven door een onderzoeksteam onder leiding van de Nijmeegse hoogleraar parlementaire geschiedenis Carla van Baalen.

Opdrachtgever was premier Rutte die elk jaar door de Tweede Kamer kritisch wordt ondervraagd over de ‘uitkering’ aan de Koning, koningin Máxima en prinses Beatrix. En die vorig jaar werd geconfronteerd met de conclusie van RTL Nieuws dat er in het verleden een geheime belastingdeal was gemaakt met de Oranjes.

RTL baseerde zich op tal van doorgespitte archieven uit de afgelopen decennia. Rutte kon het zelf niet achterhalen, vandaar dat het onderzoeksteam de geschiedenis heeft ontrafeld.

Van een geheim blijkt geen sprake. Het parlement is altijd betrokken geweest.

Waar draaide het om?

Koningin Juliana kwam medio jaren zestig niet meer uit met de vergoeding voor haar werk en het ophouden van een koninklijke staat. Ze moest daarom steeds vaker kosten dekken uit haar privévermogen.

Een van de oorzaken van de stijgende kosten was onder meer dat het personeel onder de cao van de overheid kwam te vallen. Bovendien groeide het aantal leden van het Koninklijk Huis die allemaal een ‘passende staat’ moesten kunnen voeren.

Het kabinet-Cals stelde in 1966 voor om de vergoeding van het Rijk aan het Koninklijk Huis te verhogen van 2,5 naar 5,2 miljoen gulden. De economie ging dat jaar slecht en in de internationale pers werd Juliana ‘de rijkste vrouw ter wereld’ genoemd. En dus viel het kabinetsvoorstel in slechte aarde bij de publieke opinie.

Er moest iets anders worden verzonnen. Het kabinet-De Jong (1967-1971) zou er vier jaar mee bezig zijn en moest voor herzieningen ook de oppositionele PvdA mee zien te krijgen. Er was namelijk een twee derde Kamermeerderheid nodig omdat de – met name door de PvdA zelf bepleite opheffing van de ‘belastingvrijdom’ – een Grondwetsherziening vergde.

Besluit dat storm der publieke kritiek kon overleven

Het was nog niet zo eenvoudig om de Koningin erop vooruit te laten gaan en tegelijkertijd de vrijstelling van belasting betalen (deels) op te heffen.

Het onderzoek illustreert vooral hoe de politiek ook toen al worstelde met het nemen van een kloek besluit dat een storm in de publieke opinie kan overleven.

In een land waarin de bewoners allengs niet meer zo gezagsgetrouw waren, was dat geen sinecure. De betrokken ambtenaren en politici doen er dan ook alles aan om die publicitaire storm te vermijden: de nieuwe financiële voorziening moest ‘verkoopbaar’ zijn.

Dat lukt uiteindelijk eigenlijk vooral doordat de in 1973 ingevoerde regeling complex is. Zo worden diverse koninklijke kostenposten over diverse departementen gespreid.

Niet geheim

Een anomalie die tot op de dag van vandaag voortduurt en waarvan Het Nederlands Dagblad destijds al constateerde dat in deze ‘versluiering van de kosten van het koningschap over een reeks begrotingshoofdstukken ter wille van het aanzien van de monarchie toch ook een stuk ontluistering zit.’

Maar de door RTL veronderstelde geheime vergoeding van 150.000 gulden wegens het wegvallen van de belastingvrijdom, blijkt niet geheim: die staat in alle stukken en is aan de orde geweest in de Kamerdebatten.

Het betreft een post voor incidentele kosten die bovenop het ‘inkomensbestanddeel’ van 500.000 gulden kwam dat Juliana voortaan kreeg. Zelf had ze overigens om 1 miljoen gulden gevraagd.

Nietszeggende antwoorden

Opmerkelijk is de weinig kritische opstelling van het parlement toentertijd. Er worden amper vragen gesteld over de hoogte van de bedragen. De enkele kritische vraag die over de 150.000 gulden incidentele kosten wordt gesteld, wordt door de regering nietszeggend beantwoord.

Het ware geheim van de operatie is dat premier Piet de Jong achter de schermen al zoveel gesprekken met de fractievoorzitters had gevoerd, dat draagvlak gegarandeerd was. Hij sprak zelfs al met de hoofdredacteuren van kranten en weekbladen.

De massage hielp. Maar het gebrek aan kritische beschouwing zou later de reden zijn dat het parlement, maar ook betrokken ambtenaren en ministers jaren later de achtergronden van het hoe en waarom van de afspraken maar moeilijk konden achterhalen.

Zo duurde het tot 2004 alvorens de regering een redelijk samenhangend overzicht gaf van de uitgaven. Een stuurgroep onder leiding van oud-minister Gerrit Zalm bracht in 2009 nog wat helderheid en zo biedt de begroting van de Koning 44 jaar na de totstandkoming van de Wet financieel statuur Koninklijk Huis een uitgebreid overzicht van de verschillende bedragen van het koningschap.

In dit boek van Elsevier Weekblad wordt ook aandacht besteed aan de totstandkoming van een regeling voor het inkomen van de Koning .