Nieuwe klap voor pluimveehouders: vogelgriep in Biddinghuizen

08 december 2017Leestijd: 2 minuten
Foto: ANP

Al het Nederlandse pluimvee moet met onmiddellijke ingang verplicht op stal. Op een eendenhouderij in Biddinghuizen,  Flevoland, is zeer besmettelijke vogelgriep geconstateerd, meldt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het gaat waarschijnlijke om een relatief gevaarlijke (‘hoog pathogene’) variant van het vogelgriepvirus.

De 16.000 eenden op het bedrijf worden vandaag geruimd. Enkele omliggende bedrijven worden gecheckt op vogelgriep. Bovendien is vervoer van onder meer eieren, pluimvee en mest verboden binnen een omtrek van 10 kilometer van het bedrijf. Hier liggen 23 andere pluimveehouderijen.

Fipronilschandaal

Door de uitbraak dreigt een nieuwe klap voor de pluimveesector, die deze zomer al werd getroffen door het fipronilschandaal. Het illegaal gebruikte bestrijdingsmiddel belandde in eieren, die op last van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit moesten worden vernietigd. Nog altijd zitten 127 stallen op slot en bedraagt de schade inmiddels 754 miljoen euro.

Nederland kampt geregeld met vogelgriep. Afgelopen oktober werd de ziekte vastgesteld op een bedrijf in het Zeeuwse Sint Philipsland. De 42.000 legkippen werden geruimd. Hierbij ging het om een relatief ongevaarlijke variant, en sinds 5 november geldt er geen vervoersverbod meer.

Het griepvirus H7N9 is zich aan het ontwikkelen in een voor mensen gevaarlijke vorm. Experts houden het virus nauwlettend in de gaten, zonder onnodige paniek te willen veroorzaken. Lees verder

Gevaarlijker virus

Ook van november 2016 tot april 2017 gold een ophokplicht in Nederland. In die periode raakten negen bedrijven besmet met een veel gevaarlijker virus. Later bleek dat het virus is binnengebracht door watervogels die tijdens de vogeltrek ons land aandoen. Bedrijven nabij water lopen dan ook een verhoogde kans op vogelgriep. Ook nu wordt gespeculeerd over watervogels als bron.

De grootste vogelgriepepidemie trof Nederland in 2003. De ziekte hield toen huis in de Gelderse Vallei, een regio met een enorme dichtheid aan pluimvee. Uiteindelijk werd een derde van de veestapel, zo’n 30 miljoen dieren, geruimd.