Deskundigen over rapport Amnesty: niets mis met terroristenafdeling

01 november 2017Leestijd: 2 minuten

Terrorismedeskundigen hebben met verbazing gereageerd op een rapport van Amnesty International dat gisteren verscheen. Daarin worden terrorismeafdelingen van Nederlandse gevangenissen aangeduid als ‘onmenselijk’.

In De Telegraaf noemt Jason Walters, die als jihadist en lid van de Hofstadgroep jaren op de terrorismeafdeling van de gevangenis in Vught verbleef het rapport ‘ideologische apekool’. Volgens hoogleraar contraterrorisme Edwin Bakker heeft Amnesty ‘zich voor het karretje van extremisten laten spannen’.

In het rapport stelde Amnesty dat mensen buitensporig lang worden opgesloten in hun cel en stelselmatig vernederende visitaties moeten ondergaan. Tijdens een visitatie worden gedetineerden fysiek onderzocht op het bezit van verboden middelen. Daarbij moeten ze zich soms (deels) uitkleden.

Sterker toezicht op terrorismeafdelingen

Amnesty riep op tot onmiddellijke, grondige, onafhankelijke en onpartijdige inspectie van, en sterker toezicht op, de terrorismeafdelingen.

In een reactie zegt minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker dat gevangenissen, dus ook de terrorismeafdelingen, voldoen aan alle internationale richtlijnen. Op afdelingen is al het nodige veranderd en is er meer oog voor uren buiten de cel. Ook wordt bij iedere gedetineerde een beoordeling gemaakt of iemand een gehard extremist is of een beïnvloedbare meeloper die nog openstaat voor dialoog. Door deze gedetineerden apart van elkaar in de terrorismeafdeling te plaatsen, wordt voorkomen dat beïnvloeding plaatsvindt.

‘Engelse toestanden zijn in Nederland voorkomen’

Ook Walters noemt dit een goede zaak. ‘Misschien zijn Engelse toestanden in Nederland wel voorkomen door het strenge regime,’ meent hij, doelend op recente aanslagen in Londen en Manchester. Hij zegt verder dat hij dezelfde mogelijkheden had als in een reguliere gevangenis. Er was zelfs ruimte voor de religieuze behoeften van gedetineerden, zoals halalvlees en gebedstijd.

Bakker noemt het verslag ‘bijna populistisch’. Het versterkt volgens hem het gevoel van martelaarschap bij terreurverdachten. ‘Ik ben trots op de terroristenafdeling, waar verstandige mensen werken.’ Hij noemt de afdeling soms zelfs te meegaand.