NAVO-top tevreden met ambities Ank Bijleveld

10 november 2017Leestijd: 2 minuten
Ank Bijleveld. Foto:ANP

Minister Ank Bijleveld van Defensie maakte een soepel debuut in de NAVO. Voor het eerst woonde zij een vergadering bij in Brussel met haar 28 collega’s. Die knikten instemmend toen Bijleveld vertelde dat Den Haag het defensiebudget met 1,5 miljard euro verhoogt tot 10,4 miljard in 2021.

Ook Denemarken, Noorwegen en Canada maakten onlangs een hoger defensiebudget bekend. ‘We zijn op de goede weg,’ zei Bijleveld (CDA). Overigens voldoet Nederland nog lang niet aan de afspraak uit 2015 om 2 procent van het nationaal inkomen uit te geven aan defensie. Het percentage kruipt langzaam omhoog van 1,1 naar 1,3 procent.

Drieduizend militairen naar Afghanistan

De ministers van Defensie van de 29 NAVO-landen besloten gisteren drieduizend extra militairen te sturen naar Afghanistan. Op dit moment trainen en ondersteunen dertienduizend NAVO-militairen het Afghaanse leger en de politie, maar het land is nog altijd kwetsbaar en telkens slaan de Taliban en andere opstandelingen toe. Nederland heeft honderd militairen in Afghanistan. Bijleveld verhoogt dat aantal niet, maar beloofde wel een chirurgisch team te sturen; wat in NAVO-kringen werd uitgelegd als een kwaliteitsimpuls en dus als een extra bijdrage van Nederland.

De defensieministers vergaderden in het NAVO-hoofdkwartier ook over de nieuwe commandostructuur, in reactie op de toegenomen dreiging vanuit Rusland. Bijleveld constateerde tevreden dat ‘niet wordt getornd aan het Joint Force Command in Brunssum’. In februari volgend jaar valt het definitieve besluit over de nieuwe commandostructuur, maar het hoofdkwartier in Zuid-Limburg – waar militaire operaties worden gepland – hoeft niet te vrezen voor het verlies van taken en blijft een impuls voor de regionale economie.

‘Flitsmacht’ NAVO vertraagd door douanes

Bijleveld incasseerde ook de tamelijk uitvoerige complimenten van haar Amerikaanse ambtgenoot James Mattis. De baas van het Pentagon prees het Nederlandse initiatief om te komen tot een ‘militaire Schengenzone’. Bij grootscheepse NAVO-oefeningen, zoals Noble Jump, moeten troepen en materieel in snel tempo worden verplaatst van West- naar Midden-Europa en de Baltische Staten. Daarbij ontstaat vaak vertraging doordat tunnels, bruggen en viaducten niet berekend zijn op de omvang en het gewicht van het hedendaagse materieel. Aan de Europese binnengrenzen moet de ‘flitsmacht’ van de NAVO halt houden, want de douaniers eisen dat eerst een enorme papierwinkel wordt afgehandeld. ‘Soms moeten honderden formulieren worden ingevuld. In een ander geval mag het vervoer niet op zondag,’ schetst een medewerkster van minister Bijleveld de ambtelijke rompslomp en het nodeloze tijdverlies.

Het kabinet speelt een voortrekkersrol bij het bezweren van die bureaucratie. Het is van groot belang dat troepenverplaatsingen snel kunnen gebeuren als de nood aan de man komt. Bijleveld en VVD-minister Halbe Zijlstra van Buitenlandse Zaken ondertekenen daartoe volgende week een document bij de Europese Unie als startsein voor de militaire Schengenzone.

Aan het slot van zijn persconferentie gisteren op het NAVO-hoofdkwartier complimenteerde minister Mattis Nederland daarvoor. ‘Ik begroet deze Nederlandse inspanning.  Vaak moeten we deze problemen oplossen met lokale regelingen. Dankzij het Nederlandse voorstel kunnen we het gestandaardiseerd aanpakken,’ zei Mattis.