Leidt DNA tot doorbraak in lustmoord Milica?

07 november 2017Leestijd: 2 minuten
Milica van Doorn verdween op 7 juni 1992 - bron: Twitter

De politie van de regio Noord-Holland gaat 133 Turkse Zaandammers vragen DNA af te staan. Het gaat om een DNA-verwantschapsonderzoek. De politie doet hiermee een ultieme poging om de lustmoord in 1992 op de negentienjarige Milica van Doorn op te lossen.

De 133 mannen kregen dinsdagochtend een brief, schrijft De TelegraafDe politie benadrukt dat de 133 niet zelf worden verdacht, maar dat zij mogelijk familie zijn van de dader. De mannen hebben het verzoek gekregen wangslijm af te staan. Deelname is vrijwillig.

Dader met Turkse voorouders

In een getuigenverklaring werd indertijd gesproken over een man met een Turks uiterlijk die op de avond van de moord in de richting fietste van de plaats waar later Milica’s lichaam is gevonden. In combinatie met het DNA-spoor dat in Milica’s lichaam werd gevonden – en dat wijst op een dader met Turkse voorouders –  maakt dat de politie tot deze groep van 133 is gekomen. De politie heeft goede hoop dat het tot een doorbraak komt, aangezien eerder de vastgelopen zaken van de moord op Marianne Vaatstra en Andrea Luten door DNA-verwantschapsonderzoek zijn opgelost.

De Zaandamse Milica van Doorn verdween op 7 juni 1992 na een feestje. Ze had een paar dagen eerder havo-examen gedaan. Omdat de bus niet reed, liep ze naar huis. Op die tocht is zij vermoedelijk haar verkrachter en moordenaar tegengekomen. Een dag later zag de pastoor van de Sint-Jozefkerk het lichaam van Milica liggen in de vijver naast de kerk. De kerk staat op ongeveer 1 kilometer van de plaats waar het feest was gehouden. Milica bleek verkracht en doodgestoken. In haar lichaam werd sperma van de vermeende dader gevonden.