Nederlandse vliegers droppen wapens in complexe oorlog

21 oktober 2017Leestijd: 3 minuten
Sergeant-majoor Alan (links) en zijn mannen bewaken de Nederlandse Hercules

De oorlog in Noord-Irak is onoverzichtelijk, maar voor de tactische vliegers van de Koninklijke Luchtmacht heeft dat nog geen gevolgen. Met hun Hercules C-130 vrachtvliegtuig blijven zij wapen- en munitietransporten uitvoeren voor de anti-IS coalitie.

Islamitische Staat heeft grote gebiedsdelen moeten prijsgeven. De hoofdstad van het kalifaat Raqqa is gevallen. Intussen neemt de spanning binnen het anti-IS kamp toe. Iraakse regeringstroepen bezetten deze week de Koerdische stad Kirkuk.

Niet-geasfalteerde landingsbanen

Bijna vijftig militairen van het 336 squadron van de luchtmacht uit Eindhoven zijn gestationeerd op de luchtmachtbasis Ali Al Salem in Kuweit. Ze voeren transportvluchten uit naar Noord-Irak. ‘Beans, bullits and troops. Bonen, kogels en manschappen,’ zeggen gezagvoerder kapitein Gertjan (37) en loadmaster sergeant-majoor Ivan (31) over hun lading. De Hercules is in staat te landen op zogenoemde ‘dirtstrips’,  niet-geasfalteerde landingsbanen in de woestijn.

Lees ook dit verhaal van Eric Vrijsen: had landmacht kunnen weten van ondeugdelijke granaat?

Het zijn gevaarlijke vluchten want IS-strijders beschikken volgens inlichtingenrapporten over luchtdoelraketten en de Hercules hangt soms op geringe hoogte boven vijandelijk gebied. Het toestel is voor deze operatie voorzien van een zeer geavanceerde radar-stoorzender ALQ. Het apparaat hangt onder de vleugel en mag niet worden gefotografeerd.

De bemanningsleden dragen kogelwerende vesten en speciale helmen. Zij zijn getraind om zichzelf in leven te houden achter de vijandelijke linies. Daartoe hebben zij ook een survival kit (overlevingspakket) bij zich met medische benodigdheden, water en een noodrantsoen.

Bloedgroep in geborduurde letters

Behalve de driekoppige bemanning – gezagvoerder, co-piloot, laadmeester – gaan ook vijf zwaar bewapende militairen mee om het toestel te verdedigen tijdens het lossen van de lading. Vanwege het gevaar heeft ieder van de mannen zijn bloedgroep in geborduurde letters op het gevechtstenue staan. De mannen hebben ieder een speciale versie van het semi-automatische Colt C7/C8. In de laadruimte van het toestel staat ook nog een 12 punts MAG-mitrailleur.

De operatie begon in augustus. Vluchten naar het Oosten van Syrië zijn er nog niet geweest. ‘Maar uiteindelijk zullen wij ook daar naar toe gaan,’ denkt kapitein Gertjan. Het mandaat voorziet daarin. ‘Althans, ten Noorden van de Eufraat. Ten Zuiden van de rivier, komen wij niet. Daar zitten de Russen en het Syrische regeringsleger.’

Bij nachtvluchten plaatst hij de nachtzichtkijker op zijn vliegerhelm. Het toestel vliegt dan met gedoofde navigatielichten en zonder knipperlichten op de romp door de duisternis. ‘Met de nachtzichtkijker kun je in de verte goed zien waar gevochten wordt. De tracers van de  lichtspoormunitie lichten fel op.’

‘Pallets poepen’

Om de risico’s te verminderen, moet het lossen zo snel mogelijk gebeuren. ‘Voordat het net eraf is, zijn wij alweer weg,’ zegt kapitein Gert-Jan. Eventueel kunnen ze overgaan tot een ‘Combat Offload’, of zoals de kapitein het noemt: ‘Pallets poepen.’ Dan zet hij tijdens de landing de grote achterklep open en rollen de pallets met lading een voor een naar buiten. Het toestel maakt vervolgens een doorstart en wint snel weer hoogte.

Mocht de situatie in Noord-Irak uit de hand lopen dan is het 336 squadron ‘Pulvere ac sudore’ (In stof en zweet) getraind om de instructeurs van de Koninklijke Landmacht te evacueren. ‘We zullen zien welke dynamiek zich daar ontwikkelt,’ zegt luchtmachtcommandant generaal Dennis Luyt. ‘Als het nodig schakelen wij onze activiteiten snel om.’ Luyt waarschuwt voor de gedachte dat IS het zwijgen is opgelegd. ‘Weliswaar zijn een aantal steden gevallen, maar er zijn nog altijd gebieden waar de terreurbeweging standhoudt. IS verspreidt zich en kan zich overal weer manifesteren.’

In januari zullen hoogstwaarschijnlijk vier Nederlandse F-16’s worden ingezet vanuit Jordanië voor bombardementsvluchten op de laatste IS-bolwerken. Sinds augustus voert een KDC-10 tankervliegtuig vluchten uit boven Irak om gevechtsvliegtuigen en AWAC’s vliegende radarposten hoog in de lucht bij te tanken.

Patriot-raketten voor bescherming Turkije

Op de vraag of het niet bitter is dat NAVO-bondgenoot Turkije het luchtruim heeft gesloten voor de Koninklijke Luchtmacht, zegt Luyt: ‘We lopen wel vaker tegen dit soort dingen aan.’  Maar de Koninklijke Luchtmacht was nog maar kort geleden goed genoeg om met Patriot-raketten de Turkse stad Adana te beschermen tegen een eventuele luchtaanval vanuit Syrië.

Die operatie heeft Nederland vele tientallen miljoenen euro’s gekost. Dan zouden de Turken nu toch op zijn minst hun luchtruim moeten openstellen? De luchtmachtgeneraal blijft diplomatiek: ‘Het verkrijgen van clearances is bijna altijd complex.’