Door immigratie blijft bevolking rap groeien

31 oktober 2017Leestijd: 2 minuten
Winkelend publiek in Amsterdam. Foto: ANP

De bevolking in Nederland blijft in 2017 groeien. Het migratiesaldo zal naar alle verwachting dit jaar oplopen tot honderdduizend. Dit terwijl de natuurlijke aanwas van de bevolking laag blijft. ‘Beperk het recht op asiel tot mensen die kans maken te integreren,’ vindt migratiewetenschapper Jan van de Beek.

Dit zegt hij tegen De Telegraaf. De aanhoudende groei van de bevolking blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek. Het aantal migranten blijft ongeveer gelijk aan de cijfers van vorig jaar. Dat is opmerkelijk, want de migratiestroom naar Europa nam sinds deze zomer verder af. De toename komt vooral uit Oost- en Zuid-Europa.

‘Goed voor de economie’

Hoogleraar Migratie Ruud Koopmans zegt tegen De Telegraaf dat de groeicijfers op zich geen probleem moeten vormen. Maar dan moeten ze wel een goede opleiding hebben, om een bijdrage te kunnen leveren. ‘Europese migranten zijn juist goed voor de Nederlandse economie,’ aldus Koopmans.

De instroom van vluchtelingen uit Syrië is weliswaar gedaald, toch worden er nog steeds iedere maand rond de duizend migranten uit het oorlogsgebied

geregistreerd. Het aandeel migranten uit Oost-Europa en Rusland is naar verhouding juist gegroeid. Het aantal migranten afkomstig uit Polen is niet verder toegenomen, en blijft stabiel.

Cijfers bevolkingsgroei. Bron:CBS

 

‘Heeft invloed op sociale samenhang’

Het percentage bevolkingsgroei door geboorten is ook afgenomen. Volgens CBS is het aandeel van de bevolkingsgroei door natuurlijke aanwas gekrompen tot een vijfde, waar dat in 2008 nog twee derde was.

Immigratie-wetenschapper Jan van de Beek (Universiteit van Amsterdam) waarschuwt voor de mogelijke gevolgen als deze trend doorzet. ‘Het zal leiden tot een totaal andere samenleving, waarin de verzorgingsstaat wordt geminimaliseerd en de sociale samenhang zal verminderen,’ zegt hij tegen De Telegraaf.  Daar kunnen we beter eerlijk over zijn. We moeten zeggen: er is veel leed in de wereld, maar Nederland is niet eindverantwoordelijk in het oplossen daarvan.’