Vindt bindend referendum vandaag zijn Waterloo?

27 september 2017Leestijd: 2 minuten
Alexander Pechtold stemt voor in Oekraine-referendum. Foto:ANP

De Tweede Kamer debatteert vandaag over de invoering van het correctief referendum. Dit wetsvoorstel werd in 2005 ingediend door PvdA, GroenLinks en D66. Opmerkelijk is dat de indieners van de wet, inmiddels van standpunt zijn veranderd over het nut van zo’n referendum.

Voor de invoering van een correctief referendum is een grondwetswijziging nodig. Aanvankelijk kwam het voorstel door de Tweede Kamer, nu nadat het parlement is ontbonden, moet de grondwetswijziging opnieuw door het parlement worden behandeld. Het ontwerp voor dit correctief referendum stamt uit 2005, en dreigt nu in het zicht van de haven te stranden.

‘Nogal stuitend’

‘De initiatiefnemers van deze grondwetswijzigingen wilden de wet onder het tapijt schuiven. Dat is nogal stuitend,’ zegt SP-Kamerlid Ronald van Raak. ‘Daarom dient de SP de wet alsnog in.’ Volgens Van Raak is de stellingname van PvdA, GroenLinks en D66 ongrondwettelijk. ‘De wet hoort bij de eerste zittingsdag na het ontbinden van het parlement te worden besproken,’ aldus Van Raak.

‘De partijen die aanvankelijk voor de indiening van de grondwetswijziging waren, zijn mogelijk geschrokken van het Oekraïne-referendum,’ zegt Niesco Dubbelboer, die namens de Partij van de Arbeid een van de indieners was van de initiatiefwet. ‘Dat de partijen die aanvankelijk voor waren, nu tegen zijn, dat is puur opportunisme. Ik noem het demofobie,’ zegt Dubbelboer.

‘Ik zou me schamen’

Ook het referendum voor de Brexit, waarbij 52 procent van de Britse kiezers koos voor uittreding uit de Europese Unie, heeft het draagvlak onder pro-Europese partijen PvdA, D66 en GroenLinks geen goed gedaan. ‘Vandaag wordt het voor het eerst dat ze zich over hun koerswijziging uitspreken in de Tweede Kamer,’ zegt Van Raak. ‘Als ik een van deze partijen was, zou ik me schamen.’

In 1999 sneuvelde een eerdere poging tot een correctief referendum in de Eerste Kamer, tijdens de ‘nacht van Wiegel’. Hans Wiegel stemde destijds tegen.