Paul Cliteur: ‘Occidentofobie doet onze samenleving geen goed’

02 augustus 2017Leestijd: 3 minuten
Paul Cliteur op een FvD congres. Foto: ANP

Wat is occidentofobie? Hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap Paul Cliteur muntte de term in een opiniestuk op de website ThePostOnline. Cliteur betoogt dat het tijd is voor een Europese aanpak van westerse zelfhaat, en pleit voor een nieuw meldpunt.

Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor onze nieuwsbrief >>

‘Ik heb deze term bedacht om de afkeer en haat tegen het Westen te vatten in één woord. Soms hebben we woorden nodig om het debat op gang te krijgen. Ik bedacht occidentofobie naar analogie van holle termen als xenofobie en islamofobie. Het betekent westerse zelfhaat.’

Waar uit occidentofobie zich in?

‘Daar zal ik een voorbeeld van geven. We hebben bijvoorbeeld een enorme preoccupatie met het slavernijverleden. We moeten ons daar erg schuldig over voelen. De slavernij is natuurlijk niet goed geweest, maar niemand betwist dat. Door de slavernij zo centraal te stellen in onze geschiedenis, wordt het schuldgevoel dominant. Dat is niet goed, want het resulteert in een negatief zelfbeeld. En dat terwijl de westerse cultuur toch positief is. Er moet wel aandacht zijn voor de slavernij, maar het moet niet doorschieten naar een gecultiveerd, negatief zelfbeeld. Overigens staat de slavernij niet ter discussie: geen mens is namelijk positief over de slavernij, en het is geen reële dreiging.’

Heeft een negatief zelfbeeld gevolgen voor ons?

‘Occidentofobie doet ons als samenleving geen goed. We mogen er best eens over nadenken wat een negatief zelfbeeld met de maatschappij en de cultuur doet. Als mensen zich schamen voor de Europese cultuur, sta je als Europese Unie niet sterk. We zijn bijvoorbeeld nogal laks geweest met de verdediging van westerse waarden. Dan moet je niet raar opkijken als religieus extremisme de kop opsteekt.’

Kunt u daar een voorbeeld van geven?

‘We zijn een beetje doorgeschoten in tolerantie. De voorbeelden daarvan zijn talrijk. Bijvoorbeeld onze postmoderne vicepresident van de Raad van State, Piet Hein Donner: die vindt dat bij tweederde meerderheid de sharia in Nederland moet worden ingevoerd. Of de Nederlandse politie, die agenten met hoofddoek wil toestaan: volstrekte onzin en een schoffering van islamitische vrouwen die hun hoofddoek in de openbare ruimte thuislaten. En dan zijn er nog de iftarmaaltijden georganiseerd door de Amsterdamse politie. Wat de politie doet, is volstrekt contraproductief. De staat moet onafhankelijk blijven van religieuze rituelen.’

U schrijft dat occidentofobie op Europees niveau moet worden aangepakt. Hoe?

Paul Cliteur schreef in 2016 het boek Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders, over gerechtelijke vervolging van religiekritiek en vreemdelingenvrees 

‘De Raad van Europa is de verdediger van de universele rechten van de mens, maar die mensenrechten worden vrij selectief nageleefd. Wanneer er sprake is van islamofobie staat de Raad van Europa op zijn achterste benen, maar wanneer de schrijver Salman Rushdie of cartoonisten worden bedreigd, blijft het stil. De Europese Unie is gekaapt door de verkeerde types: Frans Timmermans en Jean-Claude Juncker, dat zijn toch twee mannen die zich een beetje schamen voor de Europese cultuur. Met dat soort leiders sta je niet sterk in de strijd tegen terroristen.’

En hoe moet dit fenomeen worden bestreden?

‘In de geest van de wildgroei aan meldpunten bedacht ik ook een meldpunt, waar mensen een klacht kunnen indienen als ze met occidentofobie worden geconfronteerd. We hebben toch al tal van meldpunten, en als we dit op Europees niveau organiseren, levert het mooi weer een paar banen op.’