De kans is klein dat India de vader van de 3-jarige peuter Insiya Hemani uitlevert aan Nederland. De man wordt ervan verdacht zijn dochtertje op brute wijze te hebben laten ontvoeren, terwijl het kind logeerde bij de oma in Amsterdam.
Het meisje verblijft sindsdien in India en heeft al bijna een jaar geen contact meer met haar moeder.
Het Openbaar Ministerie heeft India gevraagd de vader van Insiya, de 37-jarige zakenman Hehzad Hemani, uit te leveren aan Nederland. Minister Bert Koenders (PvdA) van Buitenlandse Zaken bepleitte datzelfde tijdens een ontmoeting met zijn Indiase ambtgenoot in New Delhi. Premier Mark Rutte (VVD) stelde ‘deze trieste zaak die heel Nederland bezig houdt’ aan de orde toen de Indiase premier Narendra Modi vorige maand in het Catshuis op bezoek was.
Rutte sprak met Modi over zaak-Insiya Hemani. Meer over de ontmoeting met de Indiase premier >>
Jurisdictie bij rechterlijke macht India
Uit opmerkingen van ambassadeur Venu Rajamony in Den Haag blijkt dat Rutte en Koenders weinig bereikten. De zaak zit nog steeds muurvast. India levert geen burgers uit en ook het 3-jarige kind zal niet op het vliegtuig worden gezet terug naar Nederland. In gesprek met Elsevier Weekblad zegt de Indiase diplomaat: ‘Wij willen alles doen om de zaak rond dit ongelukkige huwelijk op te lossen, maar het is niet aan de regering om hierover te beslissen. Dat is in een rechtsstaat voorbehouden aan de rechter.’
Volgens ambassadeur Rajamony hebben de Nederlandse juridische autoriteiten inmiddels ook erkend dat de jurisdictie niet in Nederland ligt, maar bij de rechterlijke macht van India.
Ontvoering uit wraak
Volgens mr. Gerard Spong, advocaat van de verdachte Indiase zakenman, heeft het Gerechtshof Amsterdam inderdaad op 14 maart een dergelijke uitspraak gedaan. Hiertegen is echter door de tegenpartij cassatieberoep ingesteld.
De vader van het meisje liet in interviews weten dat hij Insiya heeft ‘gered’ uit handen van haar moeder, Nadia Rashid (35). Zij beweert echter dat de ontvoering van haar dochter een wraakactie was van haar ex-man.
Drie mannen met stroomstootwapens namen het kindje in september vorig jaar mee uit het huis van haar oma in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Eén van de mannen werd overmeesterd door een buurman en vervolgens gearresteerd door de politie. Het kindje dook enkele weken later op bij haar vader in Mumbai.
Economische banden India en Nederland
Ambassadeur Rajamony zei te hopen dat de veelbesproken kwestie geen schaduw werpt op de snel groeiende samenwerking tussen beide landen. Nederlandse bedrijven investeerden de afgelopen twee jaar circa zes miljard euro in India. Het land telt 1.250 miljoen inwoners; de economie groeit 7 procent per jaar en de marktvooruitzichten zijn ongekend gunstig.
[tweet_box design=”box_04″ float=”right” width=”40%”]Indiase ambassadeur Rajamony hoopt dat kwestie-Insiya geen schaduw werpt over band met Nederland[/tweet_box]
Geschrokken door de uitkomst van het Brexit-referendum overwegen Indiase multinationals hun Europese vestigingen te verplaatsen van het Verenigd Koninkrijk naar Nederland. Volgens de Indiase diplomaat zien veel Indiase ondernemers Nederland als een gunstige locatie vanwege het belastingstelsel en de geografische positie. Indiërs hebben ook een hoge achting voor Nederlandse merken: ‘We zijn opgegroeid met de radiotoestellen van Philips. In elk huishouden in India tref je producten van Unilever aan.’
‘Kwestie van mentaliteitsverandering’
Nederland stuurde decennialang veel ontwikkelingshulp naar India, maar in 2003 kwam de hulpstroom abrupt tot stilstand. India wilde ineens geen officiële hulp meer hebben. Het land kon zichzelf bedruipen. ‘Kwestie van mentaliteitsverandering,’ zegt ambassadeur Rajamony. ‘India is geen arm land. Het is een rijk land met veel arme inwoners.’ De koopkracht neemt echter met sprongen toe. Het zelfvertrouwen en het liberaliseringsprogramma hebben de Indiase economie volgens hem veel goed gedaan.
‘De grote Nederlandse concerns vestigen inmiddels researchcentra in India,’ zegt de diplomaat. ‘Maar ik roep ook de kleinere bedrijven en familiebedrijven op om in India actief te worden. Dat is profijtelijk voor beide landen. Vooral op het gebied van land- en tuinbouw; logistiek; waterzuivering en afvalrecycling kan India de Nederlandse expertise goed gebruiken.’