Aanhoudende zorgen over oorlogsmisdadigers onder asielzoekers

08 maart 2017Leestijd: 2 minuten
Asielzoekers Foto: ANP

De Nederlandse veiligheidsdiensten hebben in 2016 uitvoerig onderzoek gedaan naar asielzoekers die mogelijk betrokken zijn geweest bij oorlogsmisdaden. In twintig gevallen leidde het onderzoek ertoe dat een asielzoeker geen verblijfsvergunning kreeg.

In een brief aan de Tweede Kamer laat minister van Veiligheid en Justitie Stef Blok, samen met staatssecretaris Klaas Dijkhoff (beiden VVD), weten dat het team Internationale Misdrijven nog een aantal gevallen onderzoekt.

Vooral Syriërs verdacht

Volgens Blok zou het gaan om asielzoekers die voor de geheime dienst van de Syrische president Bashar al-Assad hebben gewerkt. Vanaf mei 2017 is ook het justitiële onderzoeksbureau Europol inzetbaar om informatie te analyseren en asielzoekers op te sporen die betrokken waren bij internationale misdaden.

Februari vorig jaar waarschuwde Dijkhoff voor twintig asielzoekers in Nederland die worden verdacht van oorlogsmisdaden. De Immigratie- en Naturalisatiedienst gaf toen aan dat het vooral Syriërs betreft, maar bij de verdachten zitten ook Eritreeërs, Nigerianen, Soedanezen en Georgiërs.

Oorlogsmisdadigers zijn niet altijd uit te zetten

In de afgelopen 25 jaar zijn 970 verblijfsvergunningen onthouden omdat asielzoekers werden verdacht van oorlogsmisdaden. Van de verdachten zijn nog zeker 110 in Nederland, melden Blok en Dijkhoff aan de Kamer.

Nederland kan oorlogsmisdadigers wel een verblijfsvergunning onthouden, maar in veel gevallen kunnen de aanvragers niet worden teruggestuurd naar hun land van herkomst. Volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens mogen asielzoekers die gevaar lopen in eigen land, niet worden uitgezet.

asielzoekers
In meer dan een kwart van de gevallen was berichtgeving in de media aanleiding voor onderzoek naar internationale misdaden BRON: Ministerie van Veiligheid en Justitie