Oekraïne-debat: Rutte wil ‘recht doen aan nee-stemmer’, Kamer is sceptisch

14 december 2016Leestijd: 2 minuten
Rutte tijdens het debat over de Europese top waar ook de uitslag van het Oekraïne-referendum wordt besproken - Foto: ANP

Premier Mark Rutte denkt dat de Europese lidstaten een verklaring kunnen toevoegen aan het associatieverdrag met Oekraïne, zonder dat Oekraïne daarmee in hoeft te stemmen. Met deze verklaring, waarin het kabinet vijf zaken wil benadrukken die ‘wat betreft Nederland niet in het verdrag staan’, wil Rutte recht doen aan de uitslag van het Oekraïne-referendum.

Donderdag spreken de EU-lidstaten over het associatieverdrag met Oekraïne en de Nederlandse reactie daarop. Rutte probeert al maandenlang steun te vergaren in Brussel voor een verklaring, die als toevoeging moet gelden op het associatieverdrag zoals dat er nu ligt.

Is juridisch bindende verklaring wel bindend?

Omdat het gaat om kwesties waar alleen de EU over gaat – zoals de (on)wenselijkheid van een EU-lidmaatschap voor Oekraïne – is de expliciete steun van de regering in Kiev niet nodig voor deze ‘juridisch bindende verklaring’, aldus Rutte. Hij benadrukte wel dat hij een oplossing wil waar ook Oekraïne zich in kan vinden, omdat het land anders het verdrag mogelijk zelf de prullenmand in gooit.

Dat hij het verdrag wel echt wil ratificeren is volgens de premier om een enkele reden: Rusland. ‘De reden is puur geopolitiek,’ aldus Rutte. ‘Europese eensgezindheid ten opzichte van Russische buitenlandpolitiek. Ik vind dat belangrijk.’ Hij zegt zelf dat het ‘electoraal gezien niet de handigste keuze is’, maar vindt dat ‘we niet zo druk moeten zijn met het behouden van onze baan dat we vergeten onze baan te vervullen’.

De Nederlandse regering wil in de verklaring onder meer benadrukken dat het verdrag geen toegang biedt voor Oekraïners op de Europese arbeidsmarkt, en dat er ook geen extra financiële steun aan het land wordt verschaft.

Weinig steun van oppositie

Rutte kon op weinig steun rekenen vanuit de Kamer. Vooral CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt toonde zich sceptisch over de verklaring die de premier wil regelen. Volgens Omtzigt druist het betoog van Rutte in tegen een vertrouwelijk advies van de Raad van Europese regeringsleiders, die wel met de Kamer is gedeeld maar waaruit niet mocht worden geciteerd. Ook benadrukte hij dat een politieke verklaring niet ‘juridisch bindend’ is. Bovendien is de inhoud van de verklaring ‘nogal leeg’, zegt Omtzigt: veel van de punten die erin staan opgenomen zouden namelijk geen betrekking hebben op het associatieverdrag, maar op andere verdragen, organen en instanties.

Ook GroenLinks-Kamerlid Rik Grashoff wees Rutte op een inconsequentie: volgens hem is voor een van de vijf punten – ‘meer aandacht voor corruptiebestrijding’ – namelijk wel degelijk instemming van de Oekraïense regering nodig.