Zeventig procent van asielzoekers mag blijven

14 maart 2016Leestijd: 1 minuut
Foto: ANP

Van de asielzoekers die in 2015 naar Nederland kwamen, kreeg 70 procent een verblijfsvergunning. In de eerste maanden van 2016 zijn relatief minder Syriërs naar Nederland gekomen, juist meer asielzoekers komen uit veilige landen als Kosovo en Albanië.

Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). In 2015 zijn uiteindelijk 58.880 asielzoekers naar Nederland gekomen. Het betrof vooral Syriërs (27.700) en Eritreërs (8.400). 70 procent van de aanvragen werd goedgekeurd.

Veranderde instroom
Ook in 2016 blijven er duizenden asielzoekers naar Nederland komen, maar de compositie is wel anders. Van de 6.300 asielaanvragen die binnenkwamen in de eerste negen weken werden er zo’n 1.000 ingediend door Syriërs. Eenvijfde van de eerste aanvragen van asielzoekers kwam uit Albanië, Servië en Kosovo.

Syp Wynia: Onbatig saldo door asielzoekers zal in de miljarden lopen

Asielzoekers uit die landen hebben in principe geen recht op verblijf in Nederland, omdat het land van herkomst als ‘veilig’ is bestempeld. Hun aanvragen worden als eerste behandeld, zodat ze ook sneller kunnen worden afgewezen, zegt het IND. Vanaf dat moment hebben ze ook geen recht meer op opvang.

Uitzetten lastig
Eind vorig jaar werd bekend dat het in de praktijk wel moeilijk is om na te gaan of uitgeprocedeerde asielzoekers daadwerkelijk vertrekken. Bijna 4.000 asielzoekers die eigenlijk het land hadden moeten verlaten, waren van de radar verdwenen, nadat ze niet meer werden gevolgd door de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Door de grote asielinstroom is de wachttijd voor een aanvraag ondertussen opgelopen tot zeven maanden.