Nederlander van het Jaar 1982 – Chris van Veen: De man van het polderen

15 oktober 2015Leestijd: 2 minuten
''

EW maakt woensdag 7 december de Nederlander van het Jaar 2022 bekend. Vandaag aandacht voor 1982: door een akkoord te sluiten met de vakbonden over nieuwe arbeidsvoorwaarden, wist werkgeversvoorman Chris van Veen in 1982 overheidsbemoeienis terug te dringen.

Dit portret is afkomstig uit het boek 75x Nederlander van het Jaar, dat in 2020 verscheen ter ere van EW’s 75-jarig bestaan.

Bestel 75x Nederlander van het Jaar hier in onze webshop

De nasleep van twee oliecrises was nog goed voelbaar op 24 november 1982, toen werkgeversvoorman Chris van Veen een deal probeerde te smeden tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. Zelf was hij sinds 1974 voorzitter van ondernemerslobby VNO. In de jaren erna had hij gezien hoe een uitdijende verzorgingsstaat een enorme claim had gelegd op de overheidsuitgaven. In 1950 gaf de overheid nog geen 30 procent van de economie uit, in 1982 zou de publieke sector bijna 60 procent van de Nederlandse economie uitmaken.

De arbeidsmarkt zat bovendien volledig op slot: door hoge inflatie dwongen werknemers elk jaar succesvol fors meer loon af soms wel 15 procent wat werkgevers op hun beurt weer verrekenden in de prijs van hun producten en diensten, waardoor de inflatie nog verder omhoogschoot. Nederland kampte daardoor met een loonprijsspiraal en de hoogste werkloosheid sinds de oorlog.

In tegenstelling tot de decennia ervoor, waarin de staat zijn stempel had gedrukt op de arbeidsmarkt met algemene loonmaat­regelen, hadden werkgevers en werknemers nu ruimte om zelf te onderhanden. Maar dat liep zo stroef dat de pas aangetreden CDA- premier Ruud Lubbers waarschuwde dat overheidsingrijpen weer op de loer lag.

Lees het omslagverhaal terug over de Nederlander van het Jaar 2021: Lale Gül

Onder die druk sloten werkgevers en werknemers, onder leiding van de latere PvdA-premier Wim Kok, die avond toch een akkoord. Bij Van Veen thuis in Wassenaar. De lonen zouden worden gematigd, in ruil voor meer vrije tijd. Dat zou werkgevers moeten dwingen meer mensen aan te nemen voor hetzelfde werk. Later zou blijken dat arbeidsduurverkorting niet tot meer werkgelegenheid leidde: het bestaande personeel was harder gaan werken in minder uren. Loonmatiging en vooral een aantrekkende wereldeconomie creëerden banen. Het Akkoord van Wassenaar bleek wel een voorbode van minder overheidsbemoeienis op de arbeidsmarkt.

Elsevier nummer 43, 24 oktober 2015