‘Europese integratie? We zijn halverwege gestopt’

03 september 2011Leestijd: 2 minuten
Frans Andriessen (1929 - 2019) Foto: ANP

Oud-minister en voormalig Eurocommissaris Frans Andriessen (89) overleed op 22 maart. Elsevier Weekblad sprak in 2011 met hem over de euro.

 

Oud-Europees Commissaris Frans Andriessen (CDA) was een van de wegbereiders van de euro. Hoe kijkt hij terug – en vooruit?

Oud-CDA-minister Frans Andriessen (82) was van 1981 tot 1993 Europees commissaris. Hij zat in het comité-Delors, een van de wegbereiders van de euro. In zijn bungalow in Brussel steekt hij meteen van wal: ‘In Nederland wordt Europa gezien als een aanval op de soevereiniteit en identiteit. Men vergeet dat de wereld op weg is naar eenheden van regio’s waarin alleen grote eenheden een rol spelen. Als landje komen we er niet meer aan te pas.’

Zijn de economieën niet te verschillend voor één munt?

‘Dat één munt een land de kans biedt de economie te manipuleren ten opzichte van andere economieën, was juist de reden om te streven naar de euro. In het begin zeiden de Duitsers tegen mij: “Je denkt toch niet dat wij de sterke mark opofferen?” Ze wisten dat de zwakke economieën op hen zouden gaan leunen. En in Nederland zei bankpresident Jelle Zijlstra: “Je denkt toch niet dat ik gek ben? Straks zitten we vast aan die slappe Fransen.” Maar de politieke wenselijkheid stond haaks op de financiële realiteit. Een centrale bankier legt het accent op stabiliteit en niet op de dynamiek van het maatschappelijk leven. Het leven is niet statisch.’

Maar het liep goed fout.

‘Wij hebben onvoldoende onze interne structuren aangepast. Er was geen Europese integratie en toch kwam de euro. Dat doen we in Europa wel vaker. We zetten een stap en denken het niet door, omdat we vastzitten aan nationale identiteiten. Als de euro er eenmaal zou zijn, zouden we ons beleid wel aanpassen.’

Zwakke landen kregen ook de euro.

‘Bij Italië werd gedacht dat je een van de stichters van de Unie er niet buiten kon laten. Dat de Grieken erin mochten, was fout. Dit soort beslissingen wordt op emotionele en niet op rationele gronden genomen.’

Wat nu?

‘Nu we een Europees probleem hebben, moeten we het Europees oplossen, bijvoorbeeld met Europese obligaties.’

Ondanks de mentaliteitsverschillen?

‘Ja, met de Frans-Duitse verschillen, maar ook die andere, zullen we moeten leven. Dat is traditie die je niet op papier kunt schrappen. Misschien gaat dat met generaties.’

Nu pas gaan landen bezuinigen.

‘Bij de Fransen heb ik er vertrouwen in. Bij de Italianen minder.’

U verdedigt de euro ondanks uw strenge opvattingen over financiën?

‘Ja, een munt heeft ook een symbolische betekenis als het watermerk van autonomie. We hebben ons symbool opgegeven voor Europese integratie. We zijn op weg gegaan naar die integratie, maar halverwege gestopt. Bij de Europese verkiezingen mochten we in het CDA het woord “integratie” niet eens meer uitspreken. Ik doe het toch. Ik zie Europa niet als een staat, maar als een federatie.’