Kwestie-Cliteur kent per saldo vooral verliezers

Met veel bombarie werden hoogleraar Paul Cliteur en zijn Leidse vakgroep afgelopen jaar in verband gebracht met antisemitisme. Erg stil blijft het na de verschijning van het rapport dat Cliteur vrijpleit van die beschuldiging, schrijft Joppe Gloerich.

Paul Cliteur heeft zich op zijn afdeling aan de Leidse Rechtenfaculteit nooit schuldig gemaakt aan antisemitisme. Dat concludeert de commissie die onderzoek deed naar vermeende antisemitische uitlatingen binnen de vakgroep Encyclopedie van de Rechtswetenschap, en de manier waarop leidinggevenden op die mogelijke uitlatingen hebben gereageerd. Vergeleken met de ophef die leidde tot het onderzoek, blijft het na de conclusie van de commissie nogal stil.

Niet opgetreden

Wat was er ook alweer aan de hand? Eind vorig jaar werd hoogleraar Cliteur ervan beticht nooit expliciet afstand te hebben genomen van omstreden uitspraken van Thierry Baudet, oud-promovendus van Cliteur. Die uitspraken kwamen aan het licht in de nasleep van onthullingen over antisemitische geluiden in de jongerenorganisatie van Forum voor Democratie (FVD) en de daaropvolgende implosie van de partij.

Ook had Cliteur volgens enkele (ex-)medewerkers niet opgetreden toen hem klachten bereikten over Baudet, zo tekende weblog GeenStijl op een in een uitvoerige reconstructie. Baudet zou in 2008 bijvoorbeeld hebben gezegd dat ‘de Holocaust nodig was geweest om het christendom in West-Europa te redden’.

‘Solidair met Baudet’

Wat ook meespeelde, is dat Cliteur tot voor kort in de Eerste Kamer zat namens Forum voor Democratie. Ook nadat velen naar buiten waren getreden met verhalen over Baudets – al dan niet provocerend bedoelde – antisemitische woorden, verklaarde Cliteur zich in dagblad Trouw  ‘solidair met Baudet’.