Wat staat er op het wensenlijstje van de geneeskunde?

15 september 2015Leestijd: 3 minuten

Betere kankermedicijnen, iets tegen zeldzame spier- en hersenziekten, en oh ja, ook nieuwe antibiotica a.u.b.

De afgelopen decennia zijn er talloze medicijnen en vaccins tegen een hele reeks kwalen beschikbaar gekomen. Het begon met de door bacteriën veroorzaakte ziekten waartegen eerst de sulfapreparaten en later de antibiotica werden gevonden.

Vanaf halverwege de twintigste eeuw kwamen er ook allerlei beschermende vaccins tegen infectieziekten bij – niet alleen bacte­riële maar ook die door virussen worden veroorzaakt.

Hoe bijzonder deze vooruitgang is, kan worden geïllustreerd aan de hand van polio. Rond 1980 stierven jaarlijks nog 400.000 mensen aan deze invaliderende virusziekte (ook wel kinderverlamming genoemd), sinds 2000 is per jaar het aantal sterfgevallen wereldwijd minder dan tweeduizend – en soms zelfs op de vingers van één tot twee handen te tellen. Met andere woorden: dat is een vooruitgang van een factor 200 tot 400!

Daarnaast hebben we de afgelopen decennia gezien dat er tegen hart- en vaatziekten, aids, maagzweren en reuma allerlei middelen op de markt zijn geïntroduceerd, waardoor de sterfte aan deze ziekten spectaculair is afgenomen en de levensverwachting voor patiënten even spectaculair is gestegen.

Recentelijk zijn daar hepatitis en kanker bijgekomen. Vooral de vooruitgang in de strijd tegen kanker is spectaculair, aangezien dit tegenwoordig de meest gevreesde ziekte is. Al dit positiefs neemt niet weg dat er veel ziekten zijn waar een grote behoefte is aan betere medicijnen.

Voor sommige zeldzame spierziekten zoals ALS, de ziekte van Huntington en MD (myotone dystrofie) bestaat nog helemaal niets. Dat is des te schrijnender omdat al enkele decennia goed bekend is hoe deze ziekten ontstaan.

We kennen de genen die aan de wortel staan van deze ziekten, we weten welke enzymen erbij betrokken zijn, we weten precies wat er in het lichaam misgaat, maar toch kunnen we er niets tegen doen.

Tegen veel infectieziekten die de ontwikkelingslanden teisteren, hebben we te weinig. De ebola- epidemie die de afgelopen twee jaar West-Afrika teisterde, was daarvan een schokkende illustratie. Idem malaria.

Het goede nieuws is dat zowel malaria als ebola op de radar staat van universiteiten, charitatieve instellingen als de Bill & Melinda Gates Foundation, als ook van de farmaceutische industrie. Er wordt met man en macht gewerkt aan vaccins en medicijnen.

Er is tevens een groot gebrek aan medicijnen tegen bijna alle hersenziekten. Of het nu alzheimer, korsakov, depressie of psychoses betreft, er is zo goed als niks.

Daarnaast is er ook bij de ziekten waartegen al wel een goede behandeling mogelijk is, nog steeds ruimte voor verbetering. Zo zijn de tientallen nieuwe medicijnen die de afgelopen jaren hun intrede hebben gedaan bij de strijd tegen kanker, slechts voor een minderheid van de kankerpatiënten een verbetering. Lang niet alle tumoren en lang niet alle mutaties reageren op de nieuwe middelen.

Ook bij hart- en vaatziekten is nog veel verbetering mogelijk. De cholesterolverlagers bijvoorbeeld zijn niet goed genoeg. Ze hebben te veel bijwerkingen (onder meer op de spieren) en ook heeft het overgrote merendeel van de mensen die deze pillen slikken, er geen baat bij.

Ten slotte komen allerlei ziekten terug die we onder de knie dachten te hebben. Steeds meer bacteriën blijken resistent tegen onze bacteriedodende middelen. En dus is er behoefte aan nieuwe antibiotica. Met andere woorden: er is genoeg werk aan de winkel.

Elsevier nummer 38, 19 september 2015