Met ‘taalhacking’ leer je supersnel een vreemde taal

09 maart 2015Leestijd: 3 minuten
''

Duits, Frans of Russisch leren zonder woordjes stampen? Het kan. Zie de methode van operazanger Gabriel Wyner.

Herkenbaar, en gênant; voor werk of plezier op reis zijn en dan in het Frans, Duits of Spaans stuntelig een koffie bestellen. Terwijl je toch in al die talen met goed gevolg een middelbareschoolexamen hebt afgelegd.

Of – erger – na een spoedcursus een ober aanspreken in je mooiste Italiaans of Russisch, maar niet meer oogsten dan een verbaasde blik, en veiligheidshalve snel overschakelen op Engels.

Er is hoop. De Amerikaanse operazanger Gabriel Wyner moest voor zijn werk Duits, Frans, Ita­liaans en Russisch leren. Gefrustreerd als hij was door de traditionele lesmethoden, besloot hij het anders aan te pakken.

Niet door woorden of ingewikkelde grammaticaregels uit zijn hoofd te leren, maar door ervoor te zorgen dat een taal ging leven. Zo slaagde hij erin binnen een paar jaar vier talen onder de knie te krijgen.

Lui

‘Taalhacken’, zoals Wyner zijn methode noemt, heeft een aantal eenvoudige principes: de belangrijkste is dat je de taal die je wilt leren ‘memorabel’ moet maken en de te leren woorden moet visualiseren, in plaats van ze in je hoofd te stampen.

Dan – en dat klinkt goed – hoef je bij het leren van een vreemde taal niet hard te werken. Integendeel; het idee is zo lui mogelijk te zijn.

Hoe werkt het? In zijn boek De taalhacker, onlangs in vertaling verschenen bij Maven Publishing, legt Wyner het helder (en vermakelijk) uit. Kies allereerst een doeltaal. Frans, Russisch of Hongaars – dat maakt in dit geval niet veel uit.

Wel is het zo dat voor Nederlanders Germaanse, Scandinavische en Romaanse talen makkelijker zijn te leren dan bijvoorbeeld Arabisch of Koreaans. Arabisch is niet onmogelijk om te leren, het kost alleen meer tijd.

Google

Dan het leren zelf. Onze hersenen filteren veel informatie weg, ze beschermen ons tegen een overload. Bij bijvoorbeeld een bezoek aan de supermarkt staan onze hersenen in het laagste verwerkingsniveau, anders zouden we gek worden. Helaas hindert dit ook het leren van vreemde woorden, en dus is het zaak de verwerkingsniveaus van het brein (het zijn er vier) te prikkelen.

Stap één is het visualiseren van de te leren woorden. Beelden onthouden we beter dan abstracte woorden. Een goed instrument is geheugenkaartjes met plaatjes maken, bijvoorbeeld door de vreemde woorden op Google Afbeeldingen in te tikken en deze te printen. Het is even een werkje, maar met een woord of honderd kun je vaak al de helft van de taal begrijpen.

Stap twee is eigenlijk doen alsof; je moet de woorden op zijn Italiaans, Frans of Russisch uitspreken. Hoe de woorden moeten klinken, is uit te vinden via de International Phonetic Alphabet. Een handig hulpmiddel hierbij is de website Forvo.com, waarop bijna drie miljoen woorden uit 324 talen door native speakers zijn ingesproken.

Zijn er lastige klankcombinaties (zoals het Russische vzdrognoe, ‘in elkaar krimpen’), werk dan van achter naar voren (spreek eerst ‘noe’ uit, dan ‘gnoe’, et cetera). Onder zangers heet dit back-chaining, een trucje om de wildste tonggerelateerde capriolen te kunnen uithalen.

Verhaaltjes

Wyner zegt niet dat we zonder grammatica kunnen, maar ook hier kunnen we het onszelf via visuele ezelsbruggetjes makkelijk maken. Talen zitten vaak vol complexe, moeilijk te onthouden patronen. Deze patronen zijn makkelijker te leren door ze in begrijpelijke verhaaltjes te verpakken.

Stuit je op een verwarrende vervoegingstabel in een grammaticaboek – toch handig om aan te schaffen, net als een eenvoudig woordenboek – pak dan de eerste de beste voorbeeldzin en maak er eigen zinnen en verhaaltjes mee.

Taalhacken is gebaseerd op het efficiënt inzetten van de mogelijkheden van ons brein. Handig is dat veel van de instrumenten die Wyner zijn lezers aanbeveelt, zijn te vinden op internet en gratis zijn. Ook dat maakt leren volgens deze methode bijzonder aantrekkelijk.