Minister Bruins meldde dreigend faillissement van ziekenhuis niet aan Tweede Kamer

22 juli 2020Leestijd: 4 minuten
Oud-minister voor Medische Zorg Bruno Bruins. Foto: ANP/Remko de Waal

Hoewel toenmalig minister voor Medische Zorg Bruno Bruins (VVD) al wist van de ernstige financiële problemen van het Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer, meldde hij in januari 2019 aan de Tweede Kamer dat er geen nieuw ziekenhuisfaillissement dreigde. Ook maanden later, als het ministerie het ziekenhuis redt met 10 miljoen euro belastinggeld, ontkent hij dat hij aan het begin van het jaar al op de hoogte was van de slechte financiële situatie bij Pantein.

Dit blijkt uit documenten die Elsevier Weekblad kreeg door een beroep te doen op de Wet Openbaarheid van Bestuur.

Deze onthulling leidt tot woede bij Kamerleden die in 2019 al verbaasd waren over deze plotse en ongebruikelijke reddingsoperatie. ‘De Tweede Kamer is door de minister verkeerd geïnformeerd,’ zegt D66-Kamerlid Rens Raemakers (D66). ‘Zeer kwalijk.’ Ook Lilianne Ploumen (PvdA) noemt het ‘zeer ernstig dat de minister de Kamer bewust informatie heeft onthouden’. Zij overweegt na het reces een debat aan te vragen.

‘Precaire financiële situatie’

Eind 2018 is er grote maatschappelijke en politieke ophef door de faillissementen van Slotervaart en de IJsselmeerziekenhuizen. Toenmalig minister voor Medische Zorg Bruno Bruins (VVD) is naar eigen zeggen verrast en komt daardoor hevig onder vuur te liggen. Hij laat onderzoeken of er meer ziekenhuizen in een ‘precaire financiële situatie’ verkeren, zodat hij in het vervolg eerder op de hoogte is van dreigende faillissementen. De onafhankelijk toezichthouder Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voert dit onderzoek uit.

Waar is de medische zorg het veiligst en meest up-to-date? Waar is de patiëntenzorg optimaal? Het onderzoek Beste ziekenhuizen beoordeelt op 556 punten.

Op 21 januari stuurt Bruins een brief naar de Kamer met de geruststellende onderzoeksconclusie: er zijn geen ziekenhuizen met acute financiële problemen. De Kamer krijgt noch het rapport, noch de volledige opdracht. Wat Bruins niet meldt: het ministerie is een maand eerder door zorgverzekeraar VGZ en Maasziekenhuis Pantein op de hoogte gesteld van ernstige financiële problemen bij het ziekenhuis. En om een faillissement te voorkomen, vraagt de instelling ook een financiële bijdrage van het ministerie. Er is zelfs al een afspraak gemaakt om te praten over die bijdrage, waarop het ziekenhuis formeel geen recht heeft.

In april zal het ziekenhuis daadwerkelijk steun krijgen toegezegd. Dat is tegen de regels van het ministerie in, maar daarmee wordt wel voorkomen dat Bruins andermaal zo onder vuur komt te liggen als eind 2018. Via een Kamerbrief wordt de steun gemeld aan de Tweede Kamer. In een daaropvolgend debat ontkent Bruins dat hij al in januari op de hoogte was van de financiële problemen bij Pantein. Omdat het ziekenhuis formeel geen recht heeft op de steun, zoeken ambtenaren op het ministerie maanden later nog naar een nette manier om dit te verantwoorden. Opvallend is dat medewerkers van de onafhankelijke NZa in dit proces meedenken.

‘Veel dingen’ niet goed gegaan

PvdA-Kamerlid Lilianne Ploumen vindt dat de Tweede Kamer voortaan eerder moet worden geïnformeerd, desnoods vertrouwelijk. ‘Gezien de belangrijke regionale functie van ziekenhuizen is het van groot belang dat Kamerleden op de hoogte zijn wanneer een ziekenhuis in acute financiële problemen verkeert, zodat zij hun controlerende taak goed kunnen uitvoeren.’

Het Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer is gered van een faillissement. Dat klinkt als goed nieuws, maar de vraag is of dat het ook is.

Rens Raemakers (D66) stelt in een reactie op de reconstructie van EW dat er ‘veel dingen’ niet goed zijn gegaan. Niet alleen is de Tweede Kamer door de minister verkeerd geïnformeerd, maar ook zegt Raemakers: ‘De rol van de NZa als onafhankelijk toezichthouder kwam in het geding, er ontbraken regels voor dit soort ziekenhuissteun en het valt niet te controleren of de uitgave van zoveel belastinggeld wel nodig was.’

Raemakers pleit voor ‘eenduidige regels wanneer een ziekenhuis wel en niet gered wordt, en wat dan de procedure en inspraak van de Kamer is. In dit geval lijkt er geen rechtmatige procedure doorlopen en was er geen eerlijk speelveld.’

‘Geen dreigend faillissement’

Het ministerie en de NZa laten in een reactie weten dat er in januari 2019 nog geen aanleiding was om te denken dat er op korte termijn in Boxmeer een faillissement dreigde. Het ziekenhuis zou nog voldoende liquiditeit hebben gehad. Ook zou Bruins de Kamer  in latere debatten volgens het ministerie niet verkeerd hebben voorgelicht. Eerst werd naar een ‘duurzame oplossing’ gezocht door de ‘partijen zelf’. Pas later bleek de ‘betrokkenheid’ van het ministerie nodig.

Het hele rapport werd volgens het ministerie niet gedeeld met de Tweede Kamer uit vrees voor een ‘selffulfilling prophecy’. Crediteuren, banken en leveranciers kunnen zich terugtrekken ‘waardoor het vroeg delen van dit soort informatie onbedoeld een faillissement in de hand werkt’.