Scholen open of dicht. Wat zegt de wetenschap?

17 april 2020Leestijd: 4 minuten
Kinderen onderweg naar school. Foto: Piet den Blanken/HH

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoekt of kinderen het coronavirus kunnen doorgeven. De resultaten van dat onderzoek spelen een cruciale rol bij het besluit of de scholen binnenkort weer open kunnen. Het onderzoek liep flinke vertraging op, maar gelukkig valt er ook steeds meer te leren van de situatie in andere landen.

Eind februari was een delegatie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) negen dagen op bezoek in China om onderzoek te doen naar de uitbraak van het coronavirus daar. Een van de dingen die de onderzoekers opviel: een heel klein deel van de patiënten was 18 jaar of jonger, 2,4 procent. Veel van de kinderen ontwikkelden alleen milde symptomen. Slechts een heel klein deel van hen (2,7 procent) werd ernstig ziek.

Tal van onderzoeken bevestigen inmiddels het beeld dat kinderen minder worden getroffen door het coronavirus. Zoals blijkt uit dit Chinese onderzoek, en dit en dit Italiaanse. Ook in de Nederland zijn er nauwelijks kinderen in de statistieken terug te vinden. Bij minder dan 1 procent van de ziekenhuisopnamen ging het om een kind (19 jaar of jonger) en geen van de sterfgevallen betrof een kind.

Deze situatie is niet uniek. Ook tijdens de SARS-epidemie in 2003 en de MERS-uitbraak in 2012 zijn kinderen nauwelijks ziek geworden. En van meer infectieziekten is bekend dat kinderen veel mildere klachten krijgen dan volwassen, denk bijvoorbeeld aan waterpokken. Ook kinderen die de griep krijgen, voelen zich vaak minder ziek dan volwassenen. Slechts in een aantal uitzonderingsgevallen belanden kinderen in het ziekenhuis of kunnen ze aan de griep overlijden.

Minder ziek, maar waarom?

Wetenschappers breken zich het hoofd over de vragen hoe het komt dat kinderen door dit specifieke coronavirus minder vaak ziek worden en of ze wel besmettelijk kunnen zijn. Misschien lopen kinderen een minder groot risico om besmet te raken? Nee, suggereert een recente Chinese studie. De kinderen hebben evenveel kans op een besmetting als volwassenen.

Wat volgens experts mogelijk een rol speelt, is dat het immuunsysteem van kinderen nog in ontwikkeling is. Dat zou ervoor zorgen dat zij geen last hebben van een inmiddels bekende complicatie bij volwassen coronapatiënten: een overreactie van het immuunsysteem die kan zorgen voor schade in de longen.

Nog een mogelijke verklaring: kinderen zijn in hun leven minder in aanraking geweest met andere coronavirussen en dat zou – gek genoeg – in hun voordeel kunnen werken. Doorgaans is het immuunsysteem in staat te leren van aanvaringen met ziekteverwekkers. Bijvoorbeeld door antistoffen aan te maken die het virus direct kunnen aanvallen. Die blijven vaak nog lange tijd in het lichaam aanwezig, om bij een volgende infectie direct in actie te komen. Maar soms kunnen die anti-lichamen juist voor een heftigere reactie zorgen bij een nieuwe infectie met een net iets ander virus. Het zou kunnen, zo luidt een theorie, dat dat nu bij veel volwassenen het geval is.

Anders dan de griep

Of misschien is er bij de kinderen iets aan de hand met de zogenoemde ACE2-receptor, een belangrijk eiwit op cellen in het lichaam. Die receptor heeft het virus nodig om de cel binnen te kunnen dringen en zich daar te vermenigvuldigen. Misschien hebben kinderen die receptor minder, of heeft deze een andere vorm.

Of is het toch gewoon simpelweg de leeftijd? Hebben kinderen gezondere longen (minder blootgesteld aan vieze lucht en sigaretten), geen andere aandoeningen, en gewoon een fit en jong immuunsysteem?

Eén ding is in elk geval duidelijk: het coronavirus gedraagt zich beduidend anders dan het griepvirus. Bij de griep vormen de kinderen (en daarmee de scholen) een belangrijke brandhaard. Niet gek dus dat in een pandemiedraaiboek voor de griep het sluiten van de scholen een belangrijk stap is. Maar bij het coronavirus is er, ondanks de flinke stijging in het aantal besmettingen wereldwijd, tot nu toe geen overtuigend bewijs gevonden dat kinderen een grote rol spelen in de verspreiding van het virus.

In Duitsland en Denemarken gaan scholen weer open

Zo blijkt uit een steekproef in IJsland, waar de basisscholen gewoon open bleven, dat geen van de 848 kinderen onder de 10 jaar positief is getest op corona. En de WHO-delegatie die in februari in China was, vond geen enkel geval waarbij het vermoeden bestond dat een kind een volwassene had besmet. En in studies waar wordt uitgegaan van modellen – geen werkelijke situaties met het coronavirus dus – lijkt het sluiten van de scholen in heel beperkte mate het verloop van de pandemie te beïnvloeden. Veel minder dan andere maatregelen, zoals het houden van 1,5 meter afstand.

Wanneer is er dan genoeg informatie om de scholen weer te openen? In Denemarken wordt niet langer gewacht: de scholen gaan daar inmiddels stap voor stap open. Ook in Duitsland zijn plannen daarvoor gemaakt. En Nederland? Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs Arie Slob (ChristenUnie) zei in eerste instantie dat het onderzoek van het RIVM moet zijn afgerond om een beslissing te kunnen nemen. Maar de kans lijkt klein dat dit beperkte en vertraagde onderzoek – waarbij met de grootste moeite wordt gezocht naar honderd gezinnen die willen deelnemen aan het onderzoek – een duidelijker antwoord zal opleveren.