‘We moeten wat doen aan overdiagnose van borstkanker’

06 december 2017Leestijd: 2 minuten

Screening op borstkanker voorkomt minder sterfgevallen dan eerder werd gedacht. Tegelijkertijd worden meer vrouwen nodeloos behandeld, wat leidt tot extra leed en zorgkosten.

Dat concluderen onderzoekers van het Internationale Preventie- en Onderzoeksinstituut in Lyon in het vooraanstaande British Medical Journal. Al jaren bestaat een hoogoplopende discussie over het nut van screening op (borst)kanker.

Nederland screent sinds 1989 op borstkanker. Vrouwen tussen de 50 en 75 jaar krijgen elke twee jaar een oproep, van wie zo’n 80 procent daadwerkelijk voor een screening komt. Vóór 1997 was de bovengrens 69 jaar. In een (mobiele) kliniek wordt een röntgenfoto gemaakt van de borst. Het onderzoek kan pijnlijk zijn omdat de borst kort tussen twee platen wordt ingedrukt. Een arts onderzoekt de foto’s op verdachte afwijkingen.

Chirurgen hebben vaak moeite te bepalen waar een tumor die ze moeten wegsnijden begint en ophoudt. Nieuwe technologie biedt uitkomst. Lees meer

Overbehandeling

Het bevolkingsonderzoek kost circa 65 miljoen euro per jaar. In 2014 concludeerde de Gezondheidsraad dat de screening jaarlijks 775 levens redt, dat is één leven per 1.200 gecontroleerde vrouwen.

Aan de screening kleven ook nadelen. Een op de tien vrouwen met door het bevolkingsonderzoek ontdekte kanker wordt voor niets behandeld. Hun tumor zou nooit levensbedreigend zijn geworden, of ze zouden overlijden aan iets anders. Overbehandeling, noemen artsen dit. Het is een kostbaar probleem, dat vrouwen nodeloos blootstelt aan operatie, bestraling en chemotherapie.

Te rooskleurig

De Franse onderzoekers zeggen dat deze cijfers nog te rooskleurig zijn. Ze berekenen dat jaarlijks ‘slechts’ twee- tot driehonderd levens worden gered. Ook zou circa één op de drie vrouwen voor niets worden behandeld.

‘De screening zorgt voor minder sterfte, maar die winst is kleiner dan we hadden gehoopt,’ zegt Lenny Verkooijen (45), arts, epidemioloog en hoogleraar bij het UMC Utrecht. Toch benadrukt ze dat zelfs in deze pessimistische berekening elk jaar honderden levens worden gered. ‘En dat zijn genezen kankers, niet een paar maanden levensverlenging. We doen in Nederland wel gekkere dingen.’

Ongevaarlijk of gevaarlijk

Wel benadrukt de studie volgens Verkooijen hoe belangrijk het is dat wordt ingezet op het bestrijden van overdiagnose en -behandeling.

Uitdaging is de relatief ongevaarlijke van de gevaarlijke tumoren te onderscheiden, zodat artsen de eerste categorie milder of niet hoeven te behandelen. Er loopt al een landelijke trial waarbij artsen onderzoeken of het veilig is om patiënten met een voorstadium van borstkanker niet te opereren. Ook kijken ze of met biomerkers of extra beeldvorming, zoals MRI-scans, gevaarlijke van minder gevaarlijke tumoren te onderscheiden zijn.

Vrouwen verdienen onderwijl eerlijke voorlichting over de voor- en nadelen, zegt Verkooijen. Ze benadrukt dat zowel een keuze voor wel of niet screenen rationeel kan zijn. ‘Ik weet zelf ook niet wat ik zou doen.’