Anatomie van de macht: Commandant der Strijdkrachten

27 mei 2014Leestijd: 8 minuten
''

Wie bestiert Nederland? In de serie Anatomie van de macht pelt politiek redacteur Eric Vrijsen de instituties af. Dit keer is het de beurt aan ’s lands hoogste militair: de Commandant der Strijdkrachten.

De zwaardmacht van de overheid berust bij de Commandant der Strijdkrachten. Hij is weliswaar ondergeschikt aan de minister van Defensie, maar het Militair Advies van ’s lands hoogste generaal wordt in principe altijd gevolgd.

De functie bestaat sinds 2005. Voorheen was er een Chef Defensie Staf. Afgekort: CDS. Hij was ook de hoogste militair, maar de bevelhebbers van landmacht, luchtmacht en marine hadden ieder een eigen koninkrijkje. Wekelijks vergaderden ze gevieren met de minister van Defensie. Militaire missies werden gedirigeerd door één van de bevelhebbers. Langzamerhand moesten hun krijgsmachtonderdelen met elkaar worden vervlochten. Ze werkten te veel langs elkaar heen. Eén supercommandant diende er te komen: de Commandant der Strijdkrachten. Dat was mooi, want de afkorting bleef dus CDS. Daardoor viel het weinigen op dat de nieuwe CDS veel machtiger was dan de oude CDS.

Inmiddels is de samenwerking tussen groen (landmacht), blauw (luchtmacht) en marine-blauw flink verbeterd. De kreet is ‘Paars’, ook wel ‘Joint’. Op de marineschepen die in de Golf van Aden op piraten jagen, zit tegenwoordig ook de landmacht die met een ScanEagle-drone de omgeving bespiedt, en de luchtmacht die met een Cougar-helikopter mariniers op gekaapte schepen kan droppen.

De commandanten van landmacht, luchtmacht en marine moeten zorgen dat hun troepen getraind en gekwalificeerd zijn, zodat de CDS uit de diverse onderdelen een militaire missie kan samenstellen en uitvoeren. De CDS stuurt nu de missie. Ook over materieelbeslissingen en personeelsreducties is het de CDS die bepaalt. Hij overlegt weliswaar uitvoerig met de commandanten van de krijgsmachtonderdelen, maar zo nodig drukt hij door.

De CDS is ook corporate planner. Hij regelt waar het geld naartoe gaat. Hij wijst bijvoorbeeld elk jaar een hoeveelheid helikopteruren toe aan de oefeningen van de landmacht. Hij bepaalt welke grote oefeningen de marine doet. Hij is de baas van alle militaire attachés op Zijne Majesteits ambassades in den vreemde. Kortom, de CDS is de spil van het krijgsbedrijf.

De rang is generaal en dat is hoger dan luitenant-generaal, generaal-majoor of vice-admiraal. De CDS heeft vier sterren op de schouders. Dat is het maximum in Nederland. Eigenlijk leveren landmacht, luchtmacht en marine om beurten een CDS, maar daarvan kan worden afgeweken. Luchtmachtgeneraal Dick Berlijn was vanaf 2004 Chef Defensie Staf en werd in 2005 de eerste Commandant der Strijdkrachten. In 2008 was er weer groot ceremonieel vertoon op het Binnenhof, want landmachtgeneraal Peter van Uhm kreeg het commando. In 2012 was dus de marine aan de beurt. Toch ging de hoogste positie weer naar een landmachter: Tom Middendorp.

Planmatig

Het moet iets te maken hebben gehad met de bezuinigingspijn die nogal zwaar op de landmacht drukt. Luchtmacht en marine worden ook afgeknepen, maar krijgen in elk geval nieuwe jachtvliegtuigen, patrouillevaartuigen en zelfs een nieuw 200 meter lang Joint Support Ship, de Karel Doorman. Middendorp komt van de genie en denkt planmatig. Hij steekt minstens 20 procent van het budget in technische investeringen. Zo kan de landmacht het tijdperk betreden van superdrones, cyberwarfare en uniformen vol elektronica die volautomatisch met internet communiceren en bermbommen detecteren.

Meer nog dan zijn voorgangers, richt Middendorp (53) zich op het politieke circuit. Over bijvoorbeeld de aanschaf van het nieuwe jachtvliegtuig F-35 of de militaire missie naar Mali gaf hij natuurlijk technische briefings aan kabinetsleden, maar ook aan Kamerleden. Hij verschijnt zelfs in fractievergaderingen. Curieus, want het contact met de volksvertegenwoordiging is eigenlijk aan de minister van Defensie.

Maar zelfs linkse politieke partijen hebben tegenwoordig ontzag voor uniformen. Als Middendorp iets zegt in een besloten briefing of in een openbare hoorzitting, dan knikken de Kamerleden. Zou minister Jeanine Hennis (VVD) van Defensie hetzelfde zeggen, dan reageren parlements­leden met tegenwerpingen en venijnige vragen. Dus wat doe je dan als minister? Je bent praktisch en je stuurt de generaal, want die levert volgens links en rechts objectieve informatie.

Het respect voor de CDS onder Kamerleden vloeit voort uit het politieke opportunisme van de voorbije jaren. Het Binnenhof rommelde met de besluitvorming over de Nederlandse aanwezigheid in de Afghaanse provincies Uruzgan en Kunduz. De verlenging van de Uruzgan-missie was begin 2010 aan de orde. De PvdA liet het kabinet-Balkenende IV erop struikelen en rekende op een zege bij de vervroegde verkiezingen. Nou, dat viel tegen. De PvdA zakte weg in de oppositie.

Om de PvdA te jennen, lanceerden D66 en GroenLinks het idee voor een politietrainingsmissie. Eind 2010 bood dit onderwerp een uitgelezen kans voor de toen kersverse VVD-premier Mark Rutte: hij liet zien dat zijn rechtse minderheidsregering kon rekenen op gematigd links.

Het gevolg was dat Nederland begin 2010 bij de bondgenoten veel goodwill verspeelde en later dat jaar een missie naar Kunduz begon die uit haar voegen barstte van de politieke voorwaarden, vredelievende voorbehouden en onrealistische beperkingen. In Afghanistan woedde de burgeroorlog, maar Kamerleden – vooral die van GroenLinks – bedachten dat je daar buurtagenten moest opleiden. Die mochten nooit verzeild raken in gevechtsacties. Of defensie dat even wilde regelen.

Nachtmerrie

De nachtmerrie van iedere CDS is dat Kamerleden op zijn stoel gaan zitten. Ooit – maar dat was nog in de periode van de Chefs Defensie Staf – besloot het parlement dat de mariniers tijdens de vredesmissie naar het grensgebied van Ethiopië en Eritrea ondersteuning moesten krijgen van Apache-gevechtshelikopters. Die toestellen zouden vanuit Djibouti te hulp snellen. Mooi bedacht, maar onwerkbaar. De afstand naar de eventuele gevechtszone was zo groot dat de Apaches extra brandstoftanks moesten aankoppelen, waardoor er geen ophangpunten meer over waren voor de Hellfire-raketten. Toch werden de toestellen naar Djibouti verscheept, waar ze doelloos bleven staan als ‘parlementaire gevechtshelikopters’.

Generaal Middendorp zegt desgevraagd dat hij politieke verlangens maximaal wil honoreren. Maar hij zal nooit parlementaire ingrepen in een missie toestaan die de militairen blootstellen aan onaanvaardbare risico’s. Voordat de minister van Defensie het kabinet of de Kamer iets toezegt, mag de CDS bepalen of het wel kan. Middendorp: ‘Uiteindelijk ben ik de verantwoordelijke voor de uitvoering. Als het misloopt, moet ik de ouders en de partners van omgekomen militairen in de ogen kunnen kijken.’

De grote missies trekken altijd veel aandacht, maar voor de kleine missies – doorgaans zijn in zo’n vijftien brandhaarden enkele of enkele tientallen Nederlandse blauwhelmen actief – bestaat nauwelijks belangstelling. Behalve natuurlijk bij de CDS. Toen onlangs in Zuid-Sudan etnische conflicten met machetes werden beslecht, voorzag Middendorp direct zijn onbewapende waarnemers van geweren en munitie.

Loopt iets uit op een catastrofe, dan roept de Kamer de minister ter verantwoording. Tegenover het grote publiek echter, is het nu eens de CDS, dan weer de minister die het slechte nieuws meldt. In januari 2008 liep een verkenningsoperatie in Uruzgan volledig uit de hand. Nederlandse en Afghaanse militairen vochten in een maanloze nacht met de Taliban. In de verwarring schoten sommige Nederlanders op de eigen troepen: vier doden en één zeer zwaar gewonde. CDS Dick Berlijn legde tijdens een persconferentie verantwoording af voor het ‘eigen vuur-incident’. Toenmalig minister Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) bleef uit de wind.

In februari 2011 begon vanuit het fregat Hr. Ms. Tromp in de Middellandse Zee een reddingsoperatie voor een Nederlandse ingenieur en een Zweedse vrouw, die vastzaten in de Libische kustplaats Sirte, in de frontlinie van de burgeroorlog. Vanaf de Tromp steeg een Lynx-helikopter op om de twee te evacueren. Aangekomen op de afgesproken plek, werden de drie bemanningsleden overmeesterd door troepen van Muammar al-Khaddafi. In Den Haag nam CDA-minister Hans Hillen de schuld van de mislukking op zich. CDS Peter van Uhm bleef op de achtergrond. Maar dat kwam ook doordat de reddingsoperatie vooraf op hoog politiek niveau – in razendsnelle telefoontjes tussen premier en ministers – was bezegeld.

De grens tussen militaire en politieke zaken verschuift dus af en toe een beetje. Vanuit de klassieke opvatting is dat vragen om moeilijkheden: alleen de minister legt verantwoording af. Maar de tegenwoordige praktijk is dat fractieleiders bij tijd en wijle onder leiding van de CDS naar inzetgebieden reizen. Ze leren elkaar goed kennen; er ontstaat een vertrouwensband en in de wandelgangen wordt er getutoyeerd dat het een aard heeft. Partijleiders polsen of de CDS – die na circa vier jaar afscheid neemt, want het is onmogelijk om zo’n 24/7-baan langer vol te houden – misschien geïnteresseerd is in een politieke loopbaan, want hun naam zou prima passen op de kandidatenlijst. Dat wijzen ze beleefd af. Alleen Dick Berlijn werd enigszins actief in de VVD.

Bladdert het aanzien van de CDS af doordat de functie verpolitiekt? Kan het publiek hem langzamerhand beschouwen als een onderdeeltje van de Binnenhofse machinerie, in plaats van als boegbeeld van de krijgsmacht? Generaal Middendorp spreekt dit tegen: ‘Ik treed uitsluitend op namens de minister van Defensie en altijd vanuit mijn militair-technische expertise.’

Bezuinigingen

Hij wijst op de besluitvorming rond de missie naar Mali. Kamerfracties begonnen weer over extra helikopters, maar lieten zich door de CDS overtuigen. Niet nodig voor gewonden­evacuatie of exit-strategie, en dus te kostbaar. In hoog tempo ging een ruime Kamermeerderheid akkoord met de missie. Even leek zelfs de SP in te stemmen. Naderhand besloot defensie alsnog drie Chinook-heli’s mee te sturen. Middendorp noemt zijn parlementaire contacten ‘een goede mogelijkheid’ om politieke afwegingen te ondersteunen en zaken vanuit militair perspectief te belichten.

De krijgsmacht zucht onder zware bezuinigingen. Middendorp moet tussen 2012 en 2016 het personeelsbestand met een kwart (12.000 functies) inkrimpen. In samenspraak met de commandanten van landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee trof hij maatregelen. ‘Ik heb er wel eens slecht van geslapen,’ zegt hij. Een generaal wil zijn troepen nooit het gevoel geven dat hij ze in de steek laat. Maar uit enquêtes blijkt dat het vertrouwen in de leiding erg laag is. Logisch, militairen op uitzending vrezen dat bij thuiskomst een ontslagbrief op de deurmat ligt, omdat ze tijdens hun afwezigheid moeilijk kunnen solliciteren naar vrijkomende functies. De CDS kan daar slechts tegenover stellen dat iedereen altijd meedoet in de ratrace en dat binnen het gekrompen budget zo veel mogelijk gevechtskracht behouden blijft.

Elke ochtend vroeg stelt de CDS zich in het Operatiecentrum op de hoogte van militaire missies in den vreemde. Hij kan realtime meekijken op beeldschermen en staat virtueel op het slagveld. Voor iemand met de ervaring van een generaal is de verleiding groot om zich te bemoeien met de beslissingen van een luitenant te velde. Maar zo werkt het niet. Een CDS moet vooraf delegeren en achteraf controleren. Hij werkt vooral door slimme vragen te stellen, waarmee hij precies de zwakke plekken in de tactiek aanwijst. Geregeld bezoekt hij de uitgezonden troepen. Hij spreekt relatief kort met de commandanten en officieren. Hij legt zijn oor vooral te luister bij de soldaten, matrozen en – ruggegraat van elk leger – de korporaals en onderofficieren. Op zulke momenten is het leiderschap verbluffend democratisch. Iedere CDS is toegankelijk en de manschappen weten ‘dat ze geen verstoppertje mogen spelen’ en pijnlijke zaken moeten melden.

Op het internationale vlak gaat het precies andersom. De stafchefs hadden in NAVO-verband altijd al veel contact met elkaar. Tegenwoordig krijgen diverse netwerken van hoogste militairen vaste vorm, maar dan met deelnemers uit gelijkgezinde landen in het Midden-Oosten, Azië en Latijns-Amerika. Deze Coalition of the Willing bespreekt geopolitieke vraagstukken. Middendorp zegt dat vanuit dit netwerk bruikbare ideeën doorsijpelen naar regeringsniveau, waarmee de invloed van de CDS een extra dimensie krijgt.