Nepnieuws bestrijden werkt niet zolang politiek zelf wantrouwen blijft genereren

31 mei 2023Leestijd: 5 minuten
PROTEST TEGEN RUTTE IV. FOTO: ROBIN UTRECHT/ANP

Geregeld klinken klachten over nepnieuws en alternatieve feiten. Onwenselijke zaken, maar die verdwijnen niet met repressie, wel met een andere houding naar de ‘afgehaakten’, schrijft historicus Gert Jan Geling op EW Podium.

We bevinden ons in de nadagen van een systeem. Althans, dat lijkt zo als je het nieuws een beetje volgt. Crisis volgt op crisis. Politiek en overheid zinken steeds verder weg in een moeras waar ze niet meer uit lijken te kunnen komen. Of het nou klimaat is of stikstof, de tekorten op de arbeidsmarkt of de asielcrisis; de wooncrisis of het openbaar vervoer dat steeds vaker door zijn hoeven zakt. Steeds weer lijken politiek en overheid niet in staat om een oplossing te vinden. De bakken met geld waarmee de regering smijt, lossen de problemen bepaald niet op.

Geef de wantrouwende burger eens ongelijk

Als een direct gevolg van het groeiende falen en de toenemende onmacht van de  politiek en overheid rukken het wantrouwen in de overheid en complotextremisme op. Nog maar 25 procent van de Nederlanders heeft vertrouwen in de politiek, het laagste niveau ooit gemeten. Een groeiende groep Nederlanders lijkt af te haken.

En geeft ze eens ongelijk. Daar waar het vertrouwen in het functioneren van de politiek en overheid ooit hoog leek te zijn, vergeleken met veel van onze buurlanden, is het nu met reden laag. Er is een vertrouwenscrisis van jewelste. En dat komt mede doordat de kabinetten-Rutte met hun handelen het vertrouwen van veel burgers kwijt zijn geraakt. En ze lijken niet in staat – of doen gewoon geen moeite – om dit te herstellen.

De toenemende incompetentie van de overheid

Maar het gebrek aan vertrouwen komt voort uit complexere zaken dan alleen een kabinet dat met reden te wantrouwen valt. Er is ook sprake van een breder probleem, namelijk het groeiende falen en de toenemende incompetentie van de overheid. Steeds vaker lijkt de overheid niet langer in staat om problemen op te lossen die ze wel degelijk zou moeten oplossen. Een paar voorbeelden.

De wet op de arbeidsongeschiktheid is volledig vastgelopen. De overheid wil commerciële partijen betrekken bij de afhandeling van de toeslagenaffaire, omdat ze er zelf simpelweg niet toe in staat is. In veel gemeenten zijn er geen woningen voor statushouders – laat staan voor Nederlandse statushouders – maar er kan niet bijgebouwd worden vanwege de stikstofcrisis. We hebben te maken met een overheid die niet eens in staat is om een belastingverlaging op groente en fruit door te voeren, omdat ze niet kan definiëren wat groente en fruit precies zijn. Een overheid waarbij de informatiehuishouding van het ministerie van Financiën zo’n zooitje was dat 110 medewerkers nodig waren om de informatie voor één Kamervraag te vinden.

Het systeem zakt steeds verder weg in het moeras

Dit zijn tekenen aan de wand, namelijk tekenen van een systeem dat steeds verder wegzakt in het moeras. En met dit systeem zakt ook het vertrouwen van burgers in dit systeem steeds verder weg. Daarmee plaveien politiek en overheid de weg voor alternatieve media en partijen die heel goed weten dat dit het moment is om toe te slaan en het groeiende wantrouwen maximaal uit te buiten. Door een eigen parallelle structuur te creëren, waar alternatieve waarheden overheersen. Een parallelle realiteit waarin burgers die de feiten zo erg wantrouwen, als een blok vallen voor alternatieve feiten – en voor de media die ze vooral online verspreiden.

Nu bevindt zich in het hart van onze publieke omroep met Ongehoord Nederland (ON) ook een dergelijk medium dat grossiert in het verspreiden van nepnieuws en complottheorieën. En daar wordt ON terecht op aangesproken en beboet. Van een omroep die gefinancierd wordt met belastinggeld mag men in elk geval als minimumstandaard verwachten dat die zich aan de feiten houdt. Nu wil de NPO zelfs dat de vergunning van Ongehoord Nederland wordt ingetrokken. Op zich niet heel gek, gezien de onzin die ON geregeld verspreidt. Maar we kunnen ons afvragen of het uit het besteld gooien van ON geen symptoombestrijding is. In plaats van ons op de symptomen te richten, zouden we er beter aan doen om het probleem zelf onder ogen te zien.

Het verbieden van omroep ON is symptoombestrijding

Dat probleem is het gegeven dat er een reden is waarom ON eigenlijk überhaupt bestaat, waarom er genoeg mensen zijn die de omroep steunen en er (gedeeltelijk) op vertrouwen voor hun nieuwsvoorziening. Dit zijn mensen die zijn afgehaakt bij de mainstream-media. Die geen vertrouwen meer hebben in de gevestigde instituties, en het verhaal dat zij verspreiden. Die veel van de bestaande feiten en de realiteit betwisten, en die liever geloven in alternatieve feiten en realiteiten.

Er wordt veel gesproken over deze groep. Politiek, overheid en veiligheidsdiensten maken zich groeiende zorgen over het uit deze groep voortvloeiende anti-overheids- en complotextremisme. Toch is er eigenlijk maar weinig aandacht voor waarom deze mensen eigenlijk afhaken. En daar hebben we toch de kern van het probleem te pakken. Want als we goed in beeld hebben waarom mensen afhaken, kunnen we ook wat doen aan de oorzaken ervan, en voorkomen dat het bestaande wantrouwen ervoor zorgt dat burgers uiteindelijk in de fabeltjesfuik belanden.

De omwenteling onder ogen zien, ligt voor velen nog te gevoelig

Maar wellicht ligt dit voor sommigen in de politiek nog te gevoelig ligt. Omdat het dan zou impliceren dat men de eigen rol, die van het eigen falen, onder ogen moet gaan zien. En ook dat men nu eens de consequenties die hieraan verbonden zijn, zou moeten trekken. Dat zou een grote schoonmaak binnen zowel de politiek als de overheid betekenen. De herinrichting van het parlementaire bestel, zoals de staatscommissie-Remkes in 2018 bijvoorbeeld bepleitte, of een nieuw sociaal contract (zoals onafhankelijk Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt voorstelt) tussen burgers en de overheid.

De omwenteling die dit vraagt, ligt voor velen nog te gevoelig. Maar als we het systeem dat zich in zijn nadagen bevindt aanschouwen, dan lijkt een dergelijke omwenteling vrijwel onvermijdelijk. En wellicht dat we met een nieuw begin erin slagen om het vertrouwen van de groeiende groep burgers die afhaakt terug te winnen.