Biden behandelt EU als toonbeeld van democratische vernieuwing

24 maart 2023Leestijd: 3 minuten
Joe Biden op bezoek bij Ursula von der Leyen en Charles Michel in 2021. Foto: ANP

Nederland kan als co-host van een democratische top komende week duidelijk maken dat de Europese Unie nu een ‘democratische organisatie van democratische staten’ is geworden, schrijft EU-kenner Jaap Hoeksma op EW Podium.

Het doel van de Wereldtop voor Democratie die eind maart mede in Nederland wordt gehouden, is de vitaliteit van het democratische model te belichten. De Amerikaanse ambassadeur in Nederland Shefali Razdan Duggal zette in EW (19 februari) uiteen waarom Nederland is gevraagd op te treden als co-host voor de Europese regio. Het initiatief van president Joe Biden om de EU als enige internationale organisatie uit te nodigen voor deelname aan de top, is opmerkelijk. Volgens Biden vormt de EU een toonbeeld van democratische vernieuwing.

VN-denkmodel: onderscheid tussen staten en organisaties

Bidens uitnodiging is zo interessant omdat internationale organisaties in theorie helemaal niet democratisch kunnen zijn! Het heersende denkmodel dat aan het functioneren van de Verenigde Naties ten grondslag ligt, maakt een scherp onderscheid tussen staten en organisaties van staten. In dit denkmodel kunnen de begrippen ‘democratie’ en ‘rechtsstaat’ alleen binnen een soevereine staat tot bloei komen, terwijl de verhoudingen tussen staten het domein van de diplomatie vormen.

Jaap Hoeksma (1948) studeerde Algemene Staatsleer aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn laatste boek is: De Democratisering van de Europese Unie.

Internationale organisaties kunnen per definitie dus niet democratisch functioneren. Voor de EU geldt in theorie dat zij ofwel een federale democratische staat moet vormen of als een confederaal verbond – een organisatie – van democratische staten moet bestaan. Andere mogelijkheden zijn er volgens de handboeken niet.

De kern van de EU: gedeelde soevereiniteit

In werkelijkheid heeft de EU zich anders ontwikkeld dan in theorie was voorgeschreven. De voorlopers van de Unie hebben vanaf het eerste begin doelbewust gebroken met het beginsel van absolute soevereiniteit. Zij wilden ‘nooit meer oorlog’ en besloten om de soevereiniteit te delen over de grondstoffen die voor oorlogsvoering nodig zijn. De zes leden van de EGKS uit 1952 stelden het beheer over kolen en staal in handen van een Hoge Autoriteit en maakten nieuwe onderlinge oorlogen zowel theoretisch ondenkbaar als praktisch onmogelijk.

Nadat de stichterstaten in de praktijk hadden ervaren dat zij de uitoefening van soevereiniteit op een bepaald terrein met elkaar konden delen zonder hun status van Staat te verliezen, besloten zij hun nieuwe vorm van samenwerking uit te breiden tot de hele economie (EEG). Het Verdrag van Rome uit 1957 legde de grondslagen voor een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa.

Democratie over landsgrenzen heen

Vijftien jaar later omschreven de regeringsleiders van de – inmiddels negen – lidstaten hun Gemeenschappen als een Unie van democratische Staten. Zij begrepen al snel dat een verbond van democratische staten niet autocratisch kan worden bestuurd en voerden rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement in. De volgende stap die ze in afwijking van de heersende leer zetten, bestond uit de instelling van het Europees burgerschap in 1992.

Het Verdrag van Amsterdam uit 1997 legde de grondslag voor de omvorming van de interne markt tot een Europese democratie door de waarden van de Unie vast te leggen. Het Verdrag van Lissabon richtte de EU tien jaar later in als een democratie zonder er een staat van te maken. De invoering van de rechtsstaatstoets en de goedkeuring daarvan door het EU Hof van Justitie in 2022 bevestigt dat de EU het traditionele denkmodel is ontgroeid en een nieuw soort democratische internationale organisatie vormt.

Een democratische unie van democratische staten

President Biden ziet de EU als toonbeeld van de vitaliteit van het democratische model en heeft de Unie als enige internationale organisatie uitgenodigd om naast 26 van de 27 lidstaten deel te nemen aan de tweede Wereldtop voor Democratie. Het criterium dat Biden hanteert, is niet ‘staat’ of ‘internationale organisatie’, maar: democratisch of niet.

Lees ook dit EW-Podiumstuk van Gerben Bakker: De ‘Nordics’ zijn relevanter dan ooit voor Europa

Nordics

De EU twijfelt echter aan haar identiteit! Als mede-organisator van de top krijgt Nederland te maken met de paradoxale situatie dat de EU zichzelf nog altijd in oude termen omschrijft als een unie van staten. Nederland kan de top daarom gebruiken om ‘Brussel’ duidelijk te maken dat de EU een ‘democratische unie van democratische staten’ is geworden. De Europese Unie is nog lang niet klaar. Zij moet haar democratisch stelsel fundamenteel vernieuwen om als een levende democratie te functioneren. Het zelfbesef dat zij niet meer als een bureaucratische statenbond functioneert, vormt daarvoor een essentiële voorwaarde. De EU mag president Biden dankbaar zijn voor zijn uitnodiging!