Student zijn, kommer en kwel?

23 augustus 2022Leestijd: 4 minuten
Studentenprotest in Amsterdam. Foto: ANP/Sabine Joosten

Het is een sympathiek idee om meer woningen voor studenten te bouwen, zoals D66 in Amsterdam wil. Maar studenten schieten daarmee weinig op, als niet ook iets wordt gedaan aan hun andere zorgen, zoals huurkosten, woonzekerheid en studieschuld, schrijft student Steffie Bakker op EW Podium.

Steffie Bakker (2000) studeerde een jaar antropologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en volgt daar op dit moment de opleiding Bestuur & Organisatiewetenschap.

EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.

In hun pleidooi voor snel meer studentenwoningen in hun stad, onlangs in NRC, stelden de Amsterdamse wethouder Reinier van Dantzig (D66) en D66-fractievoorzitter in de gemeenteraad Ilana Rooderkerk dat we anders naar de markt en politiek rond studentenwoningen moeten kijken. Zij veronderstellen dat iedere student een eerlijke kans moet krijgen om de vleugels te kunnen uitslaan. Om dit te kunnen waarmaken, zal het aanbod voor studentenwoningen omho0g moeten en dan vooral in Amsterdam.

Van Dantzig en Rooderkerk concluderen dat, om studenten een plek te kunnen geven in Amsterdam, er oplossingsgericht en in overleg moeten worden gekeken naar het huidige tekort aan studentenwoningen. Hun artikel besteedt terecht aandacht aan studenten die het moeilijk hebben met het vinden van een woning en doet hopelijk wat belletjes rinkelen rond de besluitvorming van het probleem. Maar het tekort aan studentenwoningen is niet het enige probleem waarmee studenten tegenwoordig kampen.

Meer woningen betekent nog niet: betaalbare woningen

Áls studenten erin slagen een woning te vinden, betekent dat nog niet dat die betaalbaar is. Volgens de Woonbond betaalt de gemiddelde student in Amsterdam een kale huurprijs van 557 euro per maand. Om nog maar niet uit te weiden over de gas-, water- en lichtrekeningen, die sinds dit jaar de pan uit rijzen. Een huis huren betekent in de winter voor studenten koukleumen.

Lees ook dit commentaar van Ruud Deijkers: Niet kamertekort, maar studentenoverschot is het probleem

Als studenten in het bezit zijn van een woning is het nog niet vanzelfsprekend dat zij hierin met een gerust hart kunnen wonen. De angst die het huren van een huis meebrengt als maar de helft van de inwonenden staat ingeschreven, is iets waar weinigen bij stilstaan. Steekproefsgewijs wordt er op de deuren geklopt om te controleren hoeveel woningdelers zich in het huurhuis bevinden (dat waarschijnlijk in het bezit is van prins Bernard of een broer, zus, neef, vriend of kennis) en of dit wel overeenkomt met de woningdelersvergunningen. Als er regels zijn overtreden kan dit resulteren in boetes tot 21.750 euro. Deze boetes zijn voor de rekening van de arme studenten, die als enige doel hadden: uit huis gaan en dicht bij de hogeschool of universiteit kunnen wonen.

Dan is er ook nog het probleem van de studiefinanciering

Bovenop de onprettige situatie waarin veel hurende studenten zich bevinden komt nog de problematiek rond de studiefinanciering. De meeste studenten zitten tot het schooljaar van 2023 nog aan het huidige leenstelsel vast, waarbij studieschulden torenhoog blijven oplopen. Het nieuws dat het leenstelsel zou worden afgeschaft afgelopen jaar, deed aanvankelijk de harten van de meeste studenten sneller kloppen. Echter, de euforie was van korte duur.

De plannen voor de compensatieregeling werden gepubliceerd: een tegemoetkoming van 1.000 euro per student zou de oplossing zijn voor het financiële leed dat studenten de rest van hun volwassen leven met zich zullen meedragen. De noodzaak voor een eerlijke compensatie wordt duidelijk als je je realiseert dat naast huren tijdens de studententijd, kopen ná de studententijd praktisch onmogelijk is met een studieschuld. De hypotheekaanvraag kan meteen de prullenbak in, want banken verstrekken geen redelijke hypotheek in combinatie met een studieschuld, voor een huis dat eigenlijk nog steeds te klein is voor de gemiddelde starter.

De ‘pechgeneratie’ kampt dus met veel meer dan alleen woningnood

Het tekort aan studentenwoningen is dus maar een klein probleem van de optelsom aan problemen waarmee de door Arjan Lubach mooi verwoorde ‘pechgeneratie’ te maken heeft. De torenhoge huurprijzen, moeilijkheden rond het delen van woningen en de schadelijke effecten van het leenstelsel zijn nog maar een paar aspecten van deze dilemma’s waaraan Lubach refereert. De ingewikkelde posities waarin studenten zich in de huidige tijdgeest bevinden, kunnen niet over het hoofd worden gezien en het is tijd dat zij meer aandacht krijgen.

Problemen die studenten ervaren moeten onder de loep genomen worden en daarvoor moeten oplossingen komen. De naam van het artikel van Van Dantzig en Rooderkerk is: Alles op alles voor meer studentenwoningen –en snel. Eigenlijk zou dat moeten zijn: Alles op alles voor de student – in elk opzicht. Eerlijke, overlegbare en redelijke kansen moeten worden gecreëerd om zo het bestaan van studenten gelukkig, onbevangen en creatief te maken. Gun de studenten een zorgeloze studieperiode in plaats van een tijd vol depressie, stress en uitzichtloosheid. Die zorgen zijn voor later.